De oude parochie van de Sint-Pauluskerk werd begin de 17de eeuw gebouwd door pastoor Gillis Van Lokeren op enige afstand van de meer noordoostelijk gelegen parochiekerk. In de 19de eeuw werd er een nieuwe pastorie gebouwd dichter bij de kerk.
Parochiaal was Opwijk tijdens het ancien régime een afhankelijkheid van het Onze-Lieve-Vrouw kapittel van Dendermonde. De oorsprong van de "oude pastorie" zou teruggaan tot 1626 toen pastoor Gillis Van Lokeren grotendeels op eigen kosten "een schoon, gerieflijk pastoreel huis" liet bouwen "rondom in zijn wallen". De gemeente zorgde hierbij voor een toelage van 800 gulden, de grond was eigendom van de kerk. Dit laatste wordt bevestigd door de aantekeningen van Pastoor Van Lokeren. Hij schrijft dat de bouwgrond zo nat en drassig was dat hij noch voor begrazing, noch voor hooiweide kon worden verhuurd. De lage ligging was het gevolg van het grond steken voor het bakken van de steen voor de nieuwe kerk in de 15de eeuw. Bij het graven van de funderingen van de pastorie werden trouwens bakstenen identiek aan die van de kerk terug gevonden. Pastoor Van Lokeren voegt er aan toe dat het aanpalende perceel, waar de boomgaard werd aangelegd van oudsher bekend stond als het "careelghelege". Bij de egalisatie van het terrein werden trouwens verschillende kareelovens blootgelegd.
De oudste voorstelling van de pastorie is terug te vinden in het "Lantboeck der parochie van Opwijck" van 1725-1728. Het pastoraal goed vormde toen, samen met een aansluitende siertuin, een binnen zijn omwalling op zichzelf besloten bouwblok dat, niettegenstaande de gedempte grachten, nog steeds als dusdanig wordt ervaren, temeer daar de oorspronkelijke belijning grotendeels werd overgenomen door een groene haag. De westzijde van de omgrachting gevormd door de Asbeek. Opvallend is de geïsoleerde ligging, op enige afstand van de meer noordoostelijk gelegen parochiekerk. Het pastorieblok sloot echter nauw aan bij het inmiddels verdwenen borchtcomplex, wat Verbesselt laat veronderstellen dat de primitieve Sint-Pauluskerk, oorspronkelijk een borchtkerkje, in deze buurt was gesitueerd. Dit zou dan ook de excentrische ligging van de oude pastorie verklaren.
Rond het midden van de 18de eeuw wordt de pastorie verbouwd. Deze verbouwing bepaalt tot op heden het uitzicht van de pastorie. De verbouwing wordt bevestigd door een uitspraak van pastoor Jan Van Opdenbosch circa 1766 in het kader van een proces met de tiendheffers. Hij spreekt er namelijk van de zware lasten (2.555 gulden) die hij reeds te dragen had bij het herstellen van de pastorie.
In 1847 werd de oude pastorie, naar aanleiding van de bouw van een nieuwe pastorie in het centrum, verkocht. In 1934 werden aan de bijgebouwen verbouwingswerken uitgevoerd.
De pastorie heeft een geïsoleerde ligging en was oorspronkelijk volledig omgracht. Het geheel bestaat uit een L-vormig, bakstenen volume, met hoofd- en bijgebouwen en een vrijstaand lemen schuurtje. Hoofdgebouw in de vorm van een wit geschilderd breedhuis met twee bouwlagen van vijf traveeën onder zadeldak (golfplaten), in kern daterend uit 1626 en verbouwingen uit het derde kwart van de 18de eeuw. Vrij symmetrische gevelopbouw met lichtgetoogde vensteropeningen in een omlijsting van gesinterde baksteentjes met afschuining aan de posten, waarvan sommigen gedeeltelijk dicht gemetseld tot een rechthoekig venster zoals in de voorgevel. Rechthoekige deur in een natuurstenen omlijsting met afgeschuinde stijlen, negblokken en neuten, waarvan het bovenlicht is dicht gemetseld.
Achtergevel met identieke opbouw met dien verstande dat het deurbovenlicht met getoogde omlijsting en houten tussendorpel bleef bewaard. De verdiepingsvensters werden gedeeltelijk dicht gemetseld. Op een oculus en een getoogde vensteropening na, blinde kopgevels met sporen van muurvlechtingen. Dit hoofdgebouw wordt aan de korte zijde geschrankt door eenlaagse bijgebouwtjes met lessenaarsdak (Vlaamse pannen). Haaks op de achtergevel ten slotte een éénlaagse stalvleugel verbreed en vernieuwd in 1934.
Meer zuidelijk, een vrijstaand, lemen langsschuurtje, vier vakken groot, waarvan de oorsprong vermoedelijk teruggaat tot 1626. Deze gebouwen zijn karakteristiek voor plattelandspastorieën uit de 17de eeuw waarbij deze niet enkel dienden als huisvesting, maar ook als kleine landbouwwinning bijdroegen in het levensonderhoud van de pastoor. Eén langsgevel in stijl- en regelwerk met uitstekende ankerbalken en lemen vullingen. In de andere gevels herstellingen van baksteen. Beide zijpuntgevels voorzien van een kunstleien bebording en een rechthoekige inrijpoort met posten, latei en schoorstukken van hout met ingekraste telmerken. Eén van de gebinten draagt het jaartal 1851.
Het complex is ingeplant in een ruime tuin, gedeeltelijk afgesloten met een haag.
Bron: Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB002063, Pastorie (S.N., 1997)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 1997: Oude Pastorie Sint-Paulusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/145364 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd "de oude pastorij", naar zijn oorspronkelijke functie en in 1626 naar verluidt opgetrokken door pastoor Gillis van Lokeren; fraai gelegen en eertijds omgracht goed omvattend een in de oude toestand bewaard schuurtje en een tijdens de 18de eeuw aangepast woonhuis. Laatstgenoemde met twee verdiepingen van witgekalkte baksteen en zadeldak (pannen). Steekboogvormige muuropeningen afgezet met gesinterde baksteentjes met afschuining aan de posten, sommige dichtgemetseld tot een rechthoek, zoals ook de deur; laatstgenoemde met afgeschuinde stijlen, negblokken en neuten van natuursteen
Achtergevel met gelijkaardige vensters, enkele nog met de roedeverdeling uit de 18de eeuw en de deur met behouden houten tussendorpel en bovenlicht met roedeverdeling. Sporen van vlechtingen in de zijpuntgevels. Vergroot met bijgebouwtjes tegen de zij- en achtergevels en in gebruik als hoeve.
Fraai langsschuurtje onder zadeldak (pannen), vermoedelijk opklimmend tot de stichtingstijd der oude pastorij (1626). Een langsgevel in stijl- en regelwerk met uitstekende ankerbalken en lemen vullingen; schaarse herstellingen van baksteen. Beide zijpuntgevels voorzien van een kunstleien bebording en een rechthoekige inrijpoort met posten, latei en schoorstukken van hout met ingekraste telmerken.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Oude Pastorie Sint-Paulusparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40405 (geraadpleegd op ).