Grote gesloten hoeve met een kern opklimmend tot de 17de en 18de eeuw. Gelegen tussen Jezus-Eik en het centrum van Overijse, ten zuiden van de Brusselsesteenweg. Ondanks de recente renovaties heeft de hoeve een belangrijke historische waarde en is ze een monumentale getuige van het landbouwverleden ten zuiden van de 18de-eeuwse grens van het Zoniënwoud.
Historiek
Een eerste vermelding van een hof dateert van 1530: "blocke ende bogaerde tHoff Vand(er) ryst". In 1670 is er sprake van "block van het hoff ter rest" (Vande Putte). Wauters vermeldt dat het pachthof in eigendom was van de heerlijkheid Witthem, later de Hornes en de Salms. Door deze afkomst zou Terrest teruggaan op hertogelijk domein.
Vanaf het einde van de 17de eeuw was de familie Taymans pachter van het hof. De familie kreeg de hoeve in pacht van prins Maximiliaan-Emmanuel van Horne en zal het hof blijven pachten tot in de Tweede Wereldoorlog. De naam van deze familie is verbonden met Overijse, daar ze verschillende burgemeesters leverde.
Als pachthoeve "Terrest" met losse bestanddelen aangeduid op de Ferrariskaart (1771-1778). Op de kaart van landmeter C.J. Everaert (7 juni 1786) staat het hof aangeduid als een gesloten hoeve. De hoeve was in de 18de eeuw gelegen te midden van een belangrijk landbouwareaal dat ten noorden begrensd werd door het Zoniënwoud. Enkele bosstroken ten zuiden kwamen tot tegen de hoeve. De landbouwgronden werden ontgonnen op het Zoniënwoud vanaf de 12-13de eeuw (?). Volgens Vande Putte verwijst de naam "Terrest" naar "aan het bos van rijshout", een kreupelhoutbos of een bos van laagstammig hout.
Begin 19de eeuw is de gesloten hoeve in eigendom van Louis Quinet uit Mons (primitief kadaster). Midden 19de eeuw werd er een kleine wijziging aan de gebouwen geregistreerd waarbij er een stokerij gebouwd werd. Eind 19de eeuw werd deze verbouwd tot hoevegebouw.
Tot ver in de 20ste eeuw waren de gronden ten zuiden van de hoeve nog in gebruik als landbouwgronden. Vandaag is de hoeve volledig omgeven door nieuwe verkavelingen en bedrijventerreinen aan de Brusselsesteenweg. Enkel ten zuiden, aansluitend bij de hoeve, is nog open gebied.
Beschrijving
Het erf werd niet bezocht, maar beschreven aan de hand van wat zichtbaar is en op basis van foto’s en de inventarisatie uit de jaren 1970.
Verankerde bakstenen gebouwen, grotendeels witgekalkt, onder zadeldaken rond een deels gekasseid erf. In de gesloten straatgevel rondbooginrijpoort met hardstenen negblokken.
Ten zuidwesten boerenhuis van zes traveeën (vergroot) en één bouwlaag, door gevelankers gedateerd 1666, onder een pannen zadeldak met aandaken en vernieuwde Vlaamse pannen (recente dakvensters). De bakstenen muren op een zandstenen plint kregen een nieuwe wit/grijs gekaleide afwerking. Rechthoekig venster en een rondboogdeur met een vlakke omlijsting van zandsteen met kwarthol beloop en negblokkken. Hierboven klein vierkant bovenlicht bekroond met een gekroond wapenschildje met het wapen van de Hornes. De zijpuntgevels zijn voorzien van vlechtingen.
Ten noordwesten en noordoosten L-vormige stalvleugels met vernieuwde zandstenen plinten. In de gesloten straatgevel naast de inrijpoort laadvenster. Rondboogvensters en –deuren van baksteen. Ook muuropeningen met een zandstenen omlijstingen met herbruikte materialen (?). Zijpuntgevel met vlechtingen. Ten westen overluifelde korfboogvormige veldpoort met negblokken in hardsteen. Ten westen hiervan sterk aangepast gebouw onder geknikt zadeldak met aandak en vlechtingen.
Ten zuidoosten langsschuur onder kunstleien zadeldak. Zijpuntgevels met vlechtingen, top- en schouderstukken en uilengaten. In de straatgevel rechthoekige poort onder houten latei en met zandstenen negblokken. In de erfgevel rondboogpoort met een zandstenen omlijsting en rondboogdeur met imposten en druipsleutel.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, Afdeling I (Overijse), 1852/1, 1894/2 en 1962/7.
- VANDE PUTTE G. 2011: Het domein Terrest. Deel 1, Zoniën 35. 4, 187-197.
- VANDE PUTTE G. 2012: Het domein Terrest. Deel 2, Zoniën 36. 1, 1-21.
- VERBESSELT J. s.d.: Tussen Zenne en Dijle VII, Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, deel XVII, Tielt, 54-57.