erfgoedobject

Gesloten hoeve Hof ter Holst

bouwkundig element
ID
40484
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40484

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gesloten hoeve met gebouwen uit de 18de tot en met de 20ste eeuw gelegen op het einde van een gekasseide veldweg te midden van de velden. Buiten de belangrijke historische waarde van dit pachthof voor het gehucht Maleizen bezit de hoeve ook nog verschillende bewaarde 18de- en begin 19de-eeuwse elementen.

Historiek

Het hof was in de 13de eeuw een leen van de hertogen van Brabant en de naam duikt in dezelfde eeuw op in twee oorkonden van hertog Jan I van Brabant aan ridder Arnold van IJse, waarin de goederen beschreven werden. Heel het feodale tijdperk volgden de verschillende eigenaars elkaar op, uitvoerig opgesomd door De Boeck. In 1657 werden de goederen nogmaals beschreven op een affiche gedrukt naar aanleiding van de verkoop. De verordeningen van hertog Jan I van Brabant van 1283 waren op dat ogenblik nog steeds van toepassing op het hof Ter Holst, zoals het recht om te vissen op de Lane, brandhout en timmerhout te nemen in het Zoniënwoud en het recht om het vee te laten grazen in een deel van het woud. De gebouwen werden beschreven als een toren en poortgebouw van steen, een huis, schuur en stallen. In 1659 werd bij een beschrijving van het hof aangehaald dat het gelegen is binnen een omgrachting.

Op de Ferrariskaart (circa 1770-1178) aangeduid als een gesloten hoeve pachthof "Ter Holst". Volgens deze kaart behoorde Ter Holst nog tot de parochie Terhulpen, ook al werd het burgerlijk bij Overijse gerekend. De hoeve lag te midden van de akkers die op hun beurt nog langs drie zijden werden omringd door bos. Er is geen omgrachting meer zichtbaar maar wel een dreef ten noorden van de hoeve die aansluit op een weg naar de Terhulpensesteenweg en een moestuin ten zuidoosten van de hoeve.

In 1805 werd het hof aangekocht door Philippe-Joseph Demoor, notaris te Brussel. Op het primitief kadaster (circa 1825) weergegeven als een gesloten hoeve "Cense de Terholst" in eigendom van Kumps. Bij een splitsing van het woonhuis in twee delen in 1848 was de eigenaar Joseph Josse Barbé, dokter in de rechtsgeleerdheid uit Grimbergen. De enige grote wijziging aan de gebouwen werd kadastraal geregistreerd in 1926, waarbij er twee "huizen" vergroot werden in eigendom van Coppyn – Barbé. De bouw van het interbellum woonhuis werd toen geregistreerd (schets ontbreekt in het kadaster). Via huwelijk zal de eigendom overgaan op de familie Doret, een oude adellijke familie.

Beschrijving

Vandaag gesloten hoeve met verankerde, witgeschilderde, bakstenen gebouwen met gepikte plint rond een deels met gras begroeid en deels gekasseid erf. De hoeve is toegankelijk via een lange gekasseide weg, loodrecht op de Terhulpensesteenweg. Het laatste stuk van de toegangsdreef is net zoals op de Ferrariskaart nog steeds afgezet met een bomenrij. De hoeve is nog steeds omgeven door velden en weilanden.

De toegangsdreef loopt in zuidelijke richting en geeft uit op de toegangspoort onder kunstleien zadeldak. De rechthoekige poort heeft een houten latei met korfboogvormige ontlastingsboog. Ten westen aansluitend het boerenhuis met 19de-eeuws uitzicht en mogelijk oudere kern, ten westen naast het boerenhuis een woonhuis uit het interbellum. In de zuidwestelijke vleugel, aansluitend op het laatstgenoemde woonhuis het schuurvolume, in deze vleugel zit centraal ook een huiskapel gevat. In de zuidelijke hoek zit de veldpoort. De zuidoostelijke en noordoostelijke vleugels met 18de-eeuwse kern bestaan uit stallen.

Aansluitend op de toegangspoort een eerste woonhuis van één bouwlaag onder kunstleien zadeldak met dakvensters. Het oude woonhuis met 19de-eeuws uitzicht bevat verschillende bouwsporen van wijzigingen en vergrotingen en heeft mogelijk nog een 18de-eeuwse kern. In de zichtbare zijgevel zijn er onder andere bouwsporen met vlechtingen die wijzen op een verbreding van het woonhuis. In 1848 werd de splitsing van het woonhuis in twee delen geregistreerd op het kadaster. De erfgevel heeft tien zichtbare traveeën met centraal een bouwnaad, waarschijnlijk het gevolg van de splitsing van het woonhuis in twee woningen. Rechthoekige deuren en beluikte vensters, alle in een vlakke hardstenen omlijsting. In de noordgevel is er een bouwnaad aanwezig tussen de drie linkse traveeën en de zeven rechtse traveeën. De linkse traveeën hebben rechthoekige muuropeningen met hardstenen lateien en zijn voorzien van diefijzers. De derde travee bevatte mogelijk een opkamer. De rechtse traveeën zijn opgevat als een dubbelhuis met centrale rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting en rechthoekige beluikte vensters met hardstenen dorpels.

Op de westelijke hoek van de hoeve, aansluitend op de boerenwoning, nieuwe interbellumwoning met traditionele of regionalistische kenmerken. Baksteenbouw onder een groot pannen zadeldak met dakvensters, dakkapellen en trapgevel aan één zijde. Kenmerkend zijn het gebruik van witte natuursteen voor de zware omlijsting van de rondboogvormige inkom, de zware lateien boven de rechthoekige muuropeningen en het zwaar uitgewerkte schoorsteenaanzet met sieranker tegen de zuidwestelijke gevel. In de schoorsteenaanzet is een wapenschild ingewerkt, dat niet kon geïdentificeerd worden. Aansluitend tegen het nieuwe woonhuis zit een huiskapel met driezijdige sluiting, rondboogvormige muuropeningen met glas in lood en een leien dak. De kapel dateert mogelijk uit het interbellum (?).

Ten zuiden aansluitend op het woonhuis uit het interbellum: langsschuur onder pannen zadeldak met aandak. Korfboogvormige inrijpoort met kalkzandstenen boogstenen op blauwe hardstenen stijlen. Op de poortsleutel is de schuur gedateerd "1807". De gevel is ook voorzien van vlechtingen en oculi. Tegen de werfgevel aangebouwde stallen.

Tegen de schuur ten zuiden rechthoekige veldpoort onder houten latei onder leien zadeldakje en met een houten zoldering. Volgens de inventaris van 1975 was de veldpoort op de makelaar gedateerd "anno 1816".

De noordoostelijke en zuidoostelijke vleugels, met 18de-eeuwse kern, worden ingenomen door stallen van anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldaken. De erfgevel van de zuidoostelijke vleugel is voorzien van vier rechthoekige deuren met zware gebouchardeerde blauwe hardstenen omlijstingen. De zware lateien worden ondersteunend door uitgewerkte lateiconsoles. Eén van de deurlateien is gedateerd "1752".

De noordoostelijke, geknikte vleugel heeft rondboogvormige deuropeningen met een zandstenen omlijsting. Het noordelijke stuk heeft ook een rechthoekige deur met hardstenen omlijsting en een gewijzigd rechthoekig venster.

Ten zuiden en ten zuidoosten inplanting van recente manegegebouwen en ten zuidwesten personeelswoning (?).

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Overijse, afdeling III (Overijse), sectie K, circa 1825.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, afdeling III (Overijse), 1848/110 en 1926/171 (schets ontbreekt).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • DE BOECK I. 2001: Van Vesalius, Chocolade en Kloosterzusters, XXIIste bijdrage over de geschiedenis van IJse-, Lane- en Dijleland, Overijse.

Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesloten hoeve Hof ter Holst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40484 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.