is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Watermolen op de Laan
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Watermolen op de Lane
Deze vaststelling was geldig van tot
Watermolen op de Laan op de grens met Ottenburg (Huldenberg). Ten zuidoosten van de gebouwen stroomt de Laan en ten noorden de Kleine Lane, beide rivieren komen samen ten noordoosten van de molen.
Gaaf bewaarde site met ten noorden van de gebouwen een boomgaard met poel, langs de Kleine Lane deels omringd door knotbomen. Langs de gebouwen loopt de gekasseide Moskensstraat. Ten zuidwesten ligt een met meidoorn omhaagde tuin. In deze gaaf bewaarde site, heeft de nog bestaande moleninrichting belangrijke industrieel-archeologische waarde, met bewaard waterrad, sluiswerk en binnenwerk.
De molen werd al vermeld in 1429. Vande Putte vermeldt in 1529 Andries de Coninck als maalder in Terlanen. Op het einde van de 16de eeuw werd de molen vernield tijdens de godsdienstoorlogen. Volgens het cijsboek was omstreeks 1640 Hendrick de Becker de molenaar. De molen moet in die periode heropgebouwd zijn geweest. In 1647 is Henr. Cuppens maalder. Rond 1670 neemt Guill. Arts de molen in pacht. In de 18de eeuw kennen we enkel Joannes De Coster (1794).
In 1772 werd de molen die deel uitmaakte van de heerlijkheid Ten Hove aan de prins van Salm geschonken. Een gevelsteen in de noordgevel van het molenhuis herinnert aan de vernieuwingen in 1774: "Renovatum anno MDCCLXXIV". In 1817 werden de molen en ook de andere goederen van de Van Salms verkocht ten voordele van de schuldeisers.
Tijdens de opmaak van het primitief kadaster (circa 1820) was Louise Joseph Demeester (de Meester de Tilbourg) uit Brussel eigenaar van deze graanwatermolen. De molenaars die de molen pachtte vanaf de 19de eeuw waren de families Van Roy en Van Pee.
Midden 19de eeuw, in 1855, werd er een aanvraag ingediend om stukken watermolen te vernieuwen en werd er een nieuw waterrad geplaatst van 3,86 meter doorsnee en 1,3 meter breed. Een tweede gevelsteen tegen de noordgevel van het molenhuis herinnert aan de vernieling in 1892 door een brand en aan de restauratie het daaropvolgende jaar door graaf de Beaurepaire: "Incendio destructum anno MDCCCLXXXXII. Restauratum anno MDCCCLXXXXIII Comite Carolo de Beaurepaire de Louvagny". Bij de opmaak van het huurcontract voor de familie van Roy in 1893 waren de eigenaars graaf de Beaurepaire en gravin de Villegas. De eigenaars betaalden voor de heropbouw van de molen aan de huurders.
In de 20ste eeuw was de molen achtereenvolgens eigendom van de familie de Meeus d’Argenteuil (1912-1945), Pecsteen (1945-1951) en Carton de Wiart (vanaf 1951). Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er ook een zagerij aan de molen verbonden en werd er elektriciteit geproduceerd. De molen bleef in bedrijf tot 1972 (volgens de databank Molenechto’s tot de jaren 1960), onder de laatste molenaar Maurice Van Pee. Sinds 1974 bewoond door Maximilien Carton de Wiart en Winnie de Schaetzen.
Ten zuidwesten van de site zijn nog sporen zichtbaar van een oude verbinding tussen de Laan en de Kleine Laan. Op de Ferrariskaart, tweede helft 18de eeuw, is ook zichtbaar dat de molen op een eiland lag in de Laan. Langs de molen is twee keer een verval gecreëerd van 0,4 meter. In 2009 legde de Vlaamse Milieumaatschappij een nevengeul, vistrap, aan ten zuiden van de laan, langs de molen, om vis stroomopwaarts te laten migreren.
U-vormig complex bestaande uit een molenhuis met woonhuis ten noordoosten en parallel hiermee een dwarsschuur ten zuidwesten. Beide vleugels worden met elkaar verbonden door een bijgebouw parallel aan de Laan.
Molenhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een pannen schilddak. Baksteenbouw met getoogde muuropeningen met hardstenen lekdrempels. De linkse traveeën zijn waarschijnlijk voorbehouden voor het molenhuis en de rechtse voor het woonhuis van de molenaar. Rechterzijgevel met twee dateringsstenen (witte zandsteen en blauwe hardsteen). Tegen de linkerzijgevel molenkot voor het houten onderslagrad onder pannen zadeldakje.
In het molenhuis bewaarde moleninrichting. Groot spoorwiel aangedragen door de wateras en verschillende aandrijfwielen. Op de verdieping de maalstenen. Ook de houten balkenroostering is nog aanwezig. Op de begane grond van het molenhuis vloer van rode keramische tegels.
Dwars bijgebouw van één bouwlaag onder pannen zadeldak. Verschillende aangepaste muuropeningen.
Driebeukige dwarsschuur onder zadeldak met aandaken en muurvlechtingen. Rechthoekige poort onder houten latei. De gebouwen zijn aan de zijde van de U-vormige koer witgeschilderd en de koer is van de straat afgescheiden met een meidoornhaag. Aan de overzijde van de Moskensstraat klein bijgebouw (voormalig bakhuis?).
Ten westen van de molengebouwen in de Moskensstraat (voormalige Kleine Molenstraat) staat een pijlerkapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw.
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Terlanen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Watermolen op de Laan [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40505 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.