Beeldbepalende gesloten hoeve gelegen in het centrum van Tombeek ten zuiden van de kerk.
De hoeve had zijn huidige inplanting al ten tijde van de 18de-eeuwse Ferrariskaart (1771-1778). Sinds het primitief kadaster (1825) onderging de hoeve nauwelijks wijzigingen. In de 19de eeuw was de hoeve eigendom van de familie Coosemans die de ernaast gelegen gronden aan de kerkfabriek schonk voor de bouw van de kerk en de pastorie.
Een tekening van de hoeve met zicht vanaf het zuidwesten op het woonhuis is opgenomen in een publicatie uit 1917 "Les anciennes constructions rurales et les petites constructions des béguinages en Belgique". De tekening komt nog steeds overeen met het huidige uitzicht, uitgezonderd de nieuwe pleisterlaag en het vernieuwde schrijnwerk.
Witgekalkte bakstenen gebouwen gegroepeerd rond een vernieuwde geplaveide binnenplaats. Ten zuiden boerenburgerhuis met in het verlengde een langsschuur. De andere zijden worden afgebakend door lagere bakstenen stallingen. Het erf werd niet bezocht.
In de westgevel overluifelde inrijpoort onder houten latei met zandstenen stijlen en negblokken. In de inventaris van 1975 werd melding gemaakt van een inscriptie van het bouwjaar "1717" op de poort.
Boerenburgerhuis (nok loodrecht op de straat) met twee bouwlagen onder een afgewolfd kunstleien dak. Het woonhuis heeft vandaag aan de straat- en achtergevel veelal kleine rechthoekige muuropeningen, op de begane grond met diefijzers, en een recente bepleistering. In de achtergevel een geprofileerde zandstenen rondboogdeur met imposten en sleutel. Bij de inventarisatie van 1975 werd de erfgevel als volgt omschreven: "Witgekalkte bakstenen erfgevel met breukstenen plint. Rechthoekige of steekboogvormige (tweede helft 18de eeuw) vensters met zandstenen omlijsting. Slanke rondboogdeur van zandsteen met imposten en sluitsteen; houten tussendorpel en waaier; de travee die heden dienst doet als bakhuis maakte voordien ook deel uit van de woning: sporen van een 18de-eeuwse schouw; zandstenen deur met lateiconsoles in dezelfde travee."
Achter het woonhuis tweebeukige langsschuur van vijf traveeën onder kunstleien zadeldak. Als volgt omschreven in 1975: "baksteenbouw met een consooldeurtje in de langsgevel en schuurpoorten met arduinen stijlen in de puntgevels". Achtergevel met kleine rechthoekige muuropeningen met zandstenen omlijstingen en een aangebouwde halve serre met houten gebint.
De andere zijden worden ingenomen door éénlaagse stallingen onder pannen zadeldaken met rechthoekige muuropeningen.
Ten zuiden wordt de tuin voor het woonhuis afgesloten van de straat door een bakstenen ommuring, al aanwezig begin 20ste eeuw.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Overijse, afdeling II (Overijse), sectie G, circa 1825.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
- CLEMENT T., GHOBERT J. & HUART C. 1917: Les anciennes constructions rurales et les petites constructions des béguinages en Belgique 3, Brussel, 83.
- DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent.