Teksten van Hof ten Brugsken met tuin

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40569

Hof ten Brugsken met tuin ()

Landhuis, voormalig 'huis van plaisantie' uit de tweede kwart van de 17de eeuw, aangepast in het eerste kwart van de 19de eeuw en gerestaureerd in 1936; landhuis met relicten van formele, regelmatige tuinaanleg met snoeivormen (bollen) en palissades van taxus uit 1936.

Het Hof ten Brugsken ligt op de linkeroever van de Hunselbeek, 800 meter stroomopwaarts ten opzichte van het Kasteel van Strijtem. Dit voormalige leengoed van het feodale hof van Brabant was aan het einde 14de eeuw in het bezit is van Vanderstraate. In de 15de eeuw werd het gekocht door de familie de Mol, in 1507 door A. Douvrijn en nadien nog eigendom is van de families d'Ittre, Vandermoesen, de Smet (1722) de Laet. Uiteindelijk kwam het in bezit van de familie Velge, die rond 1803 belangrijke aanpassingswerken liet uitvoeren. Op een 17de-eeuwse kaart wordt het goed afgebeeld als "huijs te brucken", en wordt het in 1740 beschreven als "een huys van plaisance rond­ om met vijver ende binnen hof, alwaer een fonteyn heeft gesprongen". Het gebruik van de voltooid verleden tijd met betrekking tot de fontein zou kunnen wijzen op vergane glorie, maar het beeld op de Ferrariskaart (1771-1775) – een omwald hooghof gekoppeld aan een neerhof – herinnert nog sterk aan de feodale en defensieve oorsprong. Bij de aanleg van de steenweg Brussel-Ninove rond 1820 werd de ringgracht gedempt. De nieuwe steenweg doorsneed de motte en liep rakelings langs het huis van plaisantie. Het idyllische kader werd daarbij sterk verstoord. Een van de vleugels van het toen heropgebouwde neerhof, in een hoek van 135 graden ten opzichte van de as van het hoofdgebouw, vormde de grens met het openbaar domein. Deze vleugel verdween rond 1900 en in 1936 werd ook de resterende vleugel afgebroken. Iets verderop werd – grotendeels met recuperatiemateriaal en min of meer in de stijl van het hof (trapgevels, kruiskozijnen...) – een garage gebouwd.

Het huidige Hof ten Brugsken, in traditionele bak- en zandsteenstijl (zandstenen speklagen en hoeken negblokken) werd volgens een jaarsteen in de top van één van de trapgevels opgetrokken in 1634, waarschijnlijk op de resten van een ouder gebouw. De gevelsteen "PBV/MGM/1803" wijst waarschijnlijk op aanpassingswerken, uitgevoerd in opdracht van Pierre Bernard Velge en zijn echtgenote Maria Gertrudis Meert in 1803. Het hoofdgebouw telt twee bouwlagen en een souterrain, verlengd in een vleugel van één bouwlaag, onder leien zadeldaken tussen trapgevels. Het landhuis kent traditionele kruis- en kloosterkozijnen, waarvan bij sommige de kruisen en middenkalven weggebroken werden, bij andere werden de onderdelen grotendeels vernieuwd. In 1936 werd het ontpleisterd en grondig gerestaureerd door Paul Velge, telg uit de familie die het al meer dan tweehonderd jaar bijna onafgebroken in bezit had. Toen werd ook het terras gebouwd waarachter het souterrain aan de noordzijde schuilgaat. De gevelsteen "P. Velge-De Clippele restaurata MCMXXXVI" herinnert aan deze restauratiecampagne. In deze periode werd het L-vormige bijgebouw eveneens gebouwd in traditionele bak- en zandsteenstijl met recuperatiemateriaal, waaronder de rondboogdeuren met opschriften "1764/DR" en "17/4." op de imposten. Dit volume werd in 1964 vergroot en omgebouwd tot afzonderlijke woning.

Voor het eerst verscheen er ook zoiets als een lusttuin rond het vernieuwde hof, dat voortaan nog slechts als woning zal worden gebruikt. Tussen de garage en het hof werd een formele, 'architectonische' tuin aangelegd, 80 bij 40 meter, aan twee zijden afgebakend door taxushagen ('banquettes de verdure'), momenteel gazon met in bol geschoren taxussen. Via een 'rondboogpoortje' in de taxuspalissade bereikt men een groter perceel, weiland met hogerop (tegen de Ramerstraat aan) enkele oude fruitbomen. De noordoostrand van dit perceel wordt gevormd door een gemengde beplanting van treurwilg (Salix alba 'Tristis'), gewone plataan (Platanus x hispanica), reuzenlevensboom (Thuja plicata), grove den (Pinus sylvestris), fijnspar (Picea abies), witte paardekastanje en rode bastaardpaardekastanje (Aesculus hippocastanum, Aesculus x carnea), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica').

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212A Strijtem, art. 563 nrs. 8 en 16.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Strijtem 1905/2, 1937/11 en 1965/15.
  • DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondissement Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 542-543.
  • GUYOT G., Une succession dans la famille Werrie en 1903-1904, in Bulletin du Comté de Jette, 17, 1987, p. 43.
  • VAN LIEDEKERKE L., Strijtem... nu en altijd, Sint-Kwintens-Lennik, Drukkerij Verhoeven, 1981, p. 157.

Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:

  • DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N, Gent.
  • DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.

Auteurs:  Deneef, Roger; Wijnant, Jo; De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & De Maegd C. & Van Aerschot S. 2019: Hof ten Brugsken met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313177 (geraadpleegd op ).


Tuinrelicten bij hoeve Hof ten Brugsken ()

Landhuis, voormalig 'huis van plaisantie' uit de tweede kwart van de 17de eeuw, aangepast in het eerste kwart van de 19de eeuw en gerestaureerd in 1936; landhuis met relicten van formele, regelmatige tuinaanleg met snoeivormen (bollen) en palissades van taxus uit 1936.

Het Hof ten Brugsken ligt op de linkeroever van de Hunselbeek, 800 meter stroomopwaarts ten opzichte van het Kasteel van Strijtem. Dit voormalige leen van het feodale hof van Brabant, op een 17de-eeuwse kaart afgebeeld als "huijs te brucken", wordt in 1740 beschreven als "een huys van plaisance rond­ om met vijver ende binnen hof, alwaer een fonteyn heeft gesprongen". Het gebruik van de voltooid verleden tijd met betrekking tot de fontein zou kunnen wijzen op vergane glorie, maar het beeld op de Ferrariskaart (1771-1775) – een omwald hooghof gekoppeld aan een neerhof – herinnert nog sterk aan de feodale en defensieve oorsprong. Bij de aanleg van de steenweg Brussel-Ninove rond 1820 werd de ringgracht gedempt. De nieuwe steenweg doorsneed de motte en liep rakelings langs het huis van plaisantie. Het idyllische kader werd daarbij sterk verstoord. Een van de vleugels van het toen heropgebouwde neerhof, in een hoek van 135 graden ten opzichte van de as van het hoofdgebouw, vormde de grens met het openbaar domein. Deze vleugel verdween rond 1900 en in 1936 werd ook de resterende vleugel afgebroken. Iets verderop werd – grotendeels met recuperatiemateriaal en min of meer in de stijl van het hof (trapgevels, kruiskozijnen...) – een garage gebouwd, in 1964 vergroot en omgebouwd tot afzonderlijke woning.

Het huidige Hof ten Brugsken, in traditionele bak- en zandsteenstijl (zandstenen speklagen en hoeken negblokken) werd volgens een jaarsteen in de top van één van de trapgevels opgetrokken in 1634, waarschijnlijk op de resten van een ouder gebouw. De gevelsteen "PBV/MGM/1803" wijst waarschijnlijk op aanpassingswerken, uitgevoerd in opdracht van Pierre Bernard Velge en zijn echtgenote Maria Gertrudis Meert in 1803. Het hoofdgebouw telt twee bouwlagen en een souterrain, verlengd in een vleugel van één bouwlaag, onder leien zadeldaken tussen trapgevels. In 1936 werd het ontpleisterd en grondig gerestaureerd door Paul Velge, telg uit de familie die het al meer dan tweehonderd jaar bijna onafgebroken in bezit had. Toen werd ook het terras gebouwd waarachter het souterrain aan de noordzijde schuilgaat. De gevelsteen "P. Velge-De Clippele restaurata MCMXXXVI" herinnert aan deze restauratiecampagne.

Voor het eerst verscheen er ook zoiets als een lusttuin rond het vernieuwde hof, dat voortaan nog slechts als woning zal worden gebruikt. Tussen de garage en het hof werd een formele, 'architectonische' tuin aangelegd, 80 bij 40 meter, aan twee zijden afgebakend door taxushagen ('banquettes de verdure'), momenteel gazon met in bol geschoren taxussen. Via een 'rondboogpoortje' in de taxuspalissade bereikt men een groter perceel, weiland met hogerop (tegen de Ramerstraat aan) enkele oude fruitbomen. De noordoostrand van dit perceel wordt gevormd door een gemengde beplanting van treurwilg (Salix alba 'Tristis'), gewone plataan (Platanus x hispanica), reuzenlevensboom (Thuja plicata), grove den (Pinus sylvestris), fijnspar (Picea abies), witte paardekastanje en rode bastaardpaardekastanje (Aesculus hippocastanum, Aesculus x carnea), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica').

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212A Strijtem, art. 563 nrs. 8 en 16.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Strijtem 1905/2, 1937/11 en 1965/15.
  • DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondissement Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 542-543.
  • GUYOT G., Une succession dans la famille Werrie en 1903-1904, in Bulletin du Comté de Jette, 17, 1987, p. 43.
  • VAN LIEDEKERKE L., Strijtem... nu en altijd, Sint-Kwintens-Lennik, Drukkerij Verhoeven, 1981, p. 157.

Bron: DENEEF, R., 2005: Historische Tuinen en Parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Pajottenland - Zuidwestelijk Brabant: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs:  Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. 2005: Hof ten Brugsken met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313176 (geraadpleegd op ).


Hof ten Brugsken ()

Voormalige hofstede, gelegen bezijden en lager dan de steenweg. Voormalig leengoed van het hof van Brabant dat einde 14de eeuw in het bezit is van Vanderstraaten, in de 15de eeuw gekocht wordt door de familie de Mol, in 1507 door A. Douvrijn en nadien nog eigendom is van de families d'Ittre, Vandermoesen, de Smet (1722) de Laet, en uiteindelijk van de familie Velge.

Het woonhuis (nummer 247) is een complex huis opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl, in kern daterend van 1634 (in een gevelsteen in de trapgeveltop), mits behoud van een oudere rest waarvan sporen in de kelderverdieping en aangeduid door enkele schietgaten, aangepast begin 19de eeuw "PBV/ MGM/ 1803" en gerestaureerd in 1936 "P. Velge - De Clippele restaurata MCMXXXVI" aangeduid op gevelstenen. Hoofdgebouw van twee bouwlagen voorzien van bijgebouwen achteraan onder het doorlopend dakschild en van een lagere vleugel in het verlengde; zadeldaken (leien) gevat tussen trapgevels. Traditionele kruis- en kloosterkozijnen, sommige met weggebroken kruisen en middenkalven, andere met grotendeels vernieuwde onderdelen.

Tot bijkomende woning (nummer 245) verbouwde L-vormige aanhorigheid, eveneens in traditionele bak- en zandsteenstijl; voor een groot deel grondig gerestaureerd (arduinen elementen) en recentelijk uitgebreid in dezelfde stijl; twee hergebruikte rondboogdeuren met opschriften "1764/DR" en "17/4." op de imposten.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Hof ten Brugsken met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40569 (geraadpleegd op ).