Hoeve ()

Afgelegen hoevesite, toegankelijk via een lange, met bomen omzoomde toegangsdreef aansluitend op de Monniksweg.

De site zou naar verluidt afhankelijk geweest zijn van de Ter Kamerenabdij. Ze is inderdaad ingekleurd op kaart I/49 van het kaartenboek van de bezittingen van deze abdij, dat tussen 1716 en 1720 werd opgetekend door landmeter Willem Couvreur. Op de in totaal drie kaarten voor het grondgebied van Rode zijn voor de abdij 'alle haere goederen soo Pachthoff, Landen, Weyden, Vijvers ende Bosschen gestaen ende gelegen onder de prochie van Rode ende een partijen onder Linckenbeke' weergegeven.

De site is er bijna centraal ingetekend tussen een reeks van zes vijvers. De andere aanhorigheden van de abdij op het grondgebied van Sint-Genesius-Rode, het hof te Landsrode en de hoeve Krechtenbroeck liggen respectievelijk ten oosten en ten noorden, beide op ongeveer dezelfde afstand.

Wauters geeft aan dat de vallei van Rode aan de oostzijde begrensd wordt door een reeks vijvers. Vijftig bunder moerasgrond rond deze vijvers zou in 1210 aan de Ter Kamerenabdij geschonken zijn door haar stichter Hendrik de Eerste, de hertog van Brabant en Neder-Lotharingen. De dorpskern van Rode ligt ten westen van deze vijvers, zodat het inderdaad over de vijvers rond de site zou kunnen gaan. Wat de precieze band was met Ter Kameren en wat de precieze functie was van de gebouwen kan op basis van deze gegevens echter niet met zekerheid worden gezegd.

In het kaartboek is het goed ingetekend tussen twee vijvers, de 'Schaptsvondelvijver' ten westen en de 'Clijnen vijver' ten oosten. Een toegangsweg loopt van noord naar zuid naar het erf, tussen de vijvers. In de as van de toegangsweg is het hoofdgebouw met T-vormige plattegrond ingeplant, met er achter een tuinperceel met een klein gebouwtje op de zuidwesthoek. Naast het hoofdgebouw, ten zuidoosten, is een volume op rechthoekig grondplan te zien, met een klein bijgebouwtje. Tussen dit gebouw en de 'Clijnen vijver' is nog een laatste gebouw met rechthoekig grondplan te zien, met ten oosten ervan een tuin met aanleg in de vorm van een padenkruis.

Op de Ferrariskaart zijn op de site nog slechts twee gebouwen ingetekend, ongeveer op de locatie van het hoofdgebouw en het gebouw ten zuidoosten ervan.

Op de Poppkaart is te zien hoe het hoofdgebouw beperkt werd uitgebreid en hoe ook het andere gebouw beperkte wijzigingen onderging.

Uit de kadastrale mutatieschetsen tot in de jaren 1930 kan worden afgeleid dat beide gebouwen wel veranderingen ondergingen, maar in kern toch bewaard zijn gebleven. Bij de eerste mutatie is het geheel in handen van Judocus Figeys-Hanssens, landbouwer uit Sint-Genesius-Rode, vervolgens (1905) is het eigendom van Emiel Dery uit Waterloo en in 1931 vinden we het terug bij de bezittingen van Alexis Van Opstal, die in Rode een groot domein bezat aan de Zoniënwoudlaan.

Het goed werd in 1975 geïnventariseerd. De toenmalige beschrijving vermeldt het volgende:

Voormalig hoevetje met T-vormig woonhuis, daterend uit de eerste helft van de 18e eeuw en een schuur met stal van 1780 met recentere uitbreidingen. Eénlaags huis met zadeldaken (pannen) en dakkapellen; de kern, dateert uit de eerste helft van de 18de eeuw: breuksteenbouw van zandsteen voor een groot deel begin 20ste eeuw hersteld met baksteenmetselwerk; terzelfder tijd werden de kruiskozijnen vernieuwd. Enkele kruisvensters, een bolkozijn, vierkante venstertjes en rondboogdeuren bewaren hun oorspronkelijke omlijstingen. Breukstenen langsschuurtje voorzien van een gewolfd zadeldak (pannen) met een aanleunende stal onder driezijdig schilddak (pannen); bouwjaar 1780 aangeduid boven de vlak omlijste rondboogpoort; steekboogdeuren in de langsgevel. Achteraan een L-vormige stal van baksteen uit begin 20ste eeuw.

De volgende kadastrale mutatie wordt pas genoteerd in 1983. Ten opzichte van de situatie in 1931 zijn de gebouwen uitgebreid en zijn er bijgebouwen toegevoegd. Op luchtfoto's zijn het T-vormige woonhuis en de breukstenen langsschuur als volumes nog herkenbaar.

Een bezoek aan de site werd niet toegelaten, de huidige toestand van de gebouwen kon niet worden nagegaan.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Genesius-Rode, eerste afdeling, 1885/18, 1905/6, 1931/22, 1983/18.
  • LAURENT R. 1996: De goederen van de abdij van Ter Kameren in Brabant - Kaartboek 1716-1720, Brussel, 74-76.
  • WAUTERS A. & MARIEN F. 1974: Description historique des localités qui formaient d'autrefois l'ammanie de cette ville, Histoire des environs de Bruxelles nouvelle edition 10B, 369.

Auteurs:  De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169797 (geraadpleegd op ).


Hoeve ()

Voormalig hoevetje met T-vormig woonhuis, daterend uit de eerste helft van de 18e eeuw en een schuur met stal van 1780 met recentere uitbreidingen. Eénlaags huis met zadeldaken (pannen) en dakkapellen; de kern, dateert uit de eerste helft van de 18de eeuw: breuksteenbouw van zandsteen voor een groot deel begin 20ste eeuw hersteld met baksteenmetselwerk; terzelfder tijd werden de kruiskozijnen vernieuwd.

Enkele kruisvensters, een bolkozijn, vierkante venstertjes en rondboogdeuren bewaren hun oorspronkelijke omlijstingen. Breukstenen langsschuurtje voorzien van een gewolfd zadeldak (pannen) met een aanleunende stal onder driezijdig schilddak (pannen); bouwjaar 1780 aangeduid boven de vlak omlijste rondboogpoort; steekboogdeuren in de langsgevel. Achteraan een L-vormige stal van baksteen uit begin 20ste eeuw.

Geïsoleerde ligging. Zou het officiershuis zijn van de Ter Kamerenabdij.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40612 (geraadpleegd op ).