Traditioneel diephuis met puntgevel van drie/twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. In 1854 liet de priester Antonius Bruysten de openingen van de pui aanpassen tot twee rechthoekige vensters en een deur. Daarbij verdween de rondboogdeur met rechthoekig bovenlicht in de middenas.

Bepleisterde en beschilderde puntgevel met aandak, mogelijk een aangepaste trapgevel, vermoedelijk een constructie in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers. De drieledige pui met kwartholle neggen, werd recent bekleed met een pseudo-klassieke winkelpui. Aangepaste rechthoekige bovenvensters met lekdrempel, oorspronkelijk kruiskozijnen. Eenledige top geopend door een rondboogluik.