Voormalig "Hof te Kwadewegen", voorheen brouwerijhoeve, nu brouwerij Lindemans, bekend voor de productie van lambik, geuze en fruitbieren. Gesloten ensemble op onregelmatige plattegrond, bestaande uit bakstenen gebouwen waarvan de oudste delen mogelijk opklimmen tot de achttiende eeuw en naderhand werden uitgebreid. Een groot deel van de gebouwen werd in 2003 gerenoveerd.
Historiek
Al in 1480 is er op deze plaats sprake van een Hof te Quadewegen, en twee eeuwen later van de gelijknamige brouwerij; de Ferrariskaart van 1771-1777 toont een vrij ruim complex onder de benaming "cense Quaadvegen".
In 1809 exploiteerde de familie Lindemans op deze plaats een boerderij "Hof te Kwade Wegen" waar voor eigen gebruik en voor de boeren in de omgeving lambik werd geproduceerd; om tijdens de wintermaanden iedereen aan het werk te houden werd beslist een kleine lambikbrouwerij op te richten, waarvoor de gebouwen volgens de literatuur werden opgetrokken in 1869, zie het omgekeerde jaartal "9681" in de zuidoostelijke puntgevel van het meest zuidelijk gelegen bedrijfsgebouw; op het kadaster werd echter al in 1865 een L-vormige brouwerijvleugel ingetekend en geregistreerd als "reconstruction totale"; de bouw van de schuur met jaartal 1871, kadert in vergrotingswerken die kadastraal werden ingetekend in 1871. Bouwheer was Iudocus Franciscus Lindemans-Borremans, brouwer.
Door het grote succes werd de boerderij in 1930 opgeheven en werd alles toegespitst op de brouwerij die een gestadige ontwikkeling kende en nu tot in de verre omgeving een begrip is geworden. Het is trouwens één van de weinige, overblijvende hoevebrouwerijen waar naast de productie van geuze en kriek, naar aloude traditie lambik wordt gebrouwen, een typisch, zelfgistend bier uit het Brabantse Breugelland.
In de jaren 1980 was de capaciteit van de verouderde brouwzaal te klein geworden zodat in 1991 een nieuwe werd gebouwd ten zuidwesten van het complex; de nieuwe zaal werd kadastraal geregistreerd in 1992.
Heden bestaat het complex uit verankerde bakstenen gebouwen onder pannen zadeldaken, geschikt rondom een binnenplaats: de voormalige hoeve aan de straat, in kern opklimmend tot de achttiende eeuw, met ten noordoosten een haaks aangebouwde schuur van 1871. De overige gebouwen ten noorden en ten westen zijn meermaals aangepaste bedrijfsgebouwen, vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw opgericht in functie van het brouwproces. Moderne brouwzaal van 1991 ten zuidwesten van het complex.
Beschrijving
Hoeve van anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat; recent herbepleisterde lijstgevel, gemarkeerd door kleine halfronde venstertjes in het voormalige stalgedeelte links; aansluitend ligt het onderkelderde woongedeelte met rechthoekige vensters waarvan de meeste voorzien zijn van kwartholgeprofileerde rechtstanden van streekeigen arkose, de overige van blauwe hardsteen; de rechthoekige deur zit gevat in een vernieuwde omlijsting van blauwe hardsteen; uiterst rechts rondboogpoort in een omlijsting van arkose met sluitsteen, imposten en telmerken. Aflijnende houten kroonlijst op tandlijst en modillons. De achtergevel, volgens de oudere inventarisgegevens (uit de beginjarenjaren 1970) met bewaarde houten kozijnraampjes en een rondboogdeurtje in omlijsting van arkose met sluitsteen en imposten, was bij de herinventarisatie niet zichtbaar door de opgestapelde paletten.
Haaks aangebouwde langsschuur rechts met het voor de regio karakteristieke uitzicht uit de tweede helft van de negentiende eeuw: een functioneel bakstenen gebouw onder pannen zadeldak met in de zuidoostelijke puntgevel een eenvoudige rechthoekige poort onder houten latei en blind rondboogveld en in de top het bouwjaar 1871, aangebracht door middel van gesinterde baksteen in reliëf. De overige bedrijfsgebouwen werden meermaals aangepast en de binnenplaatsgevels zijn grotendeels onzichtbaar door de opgeslagen paletten.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Pieters-Leeuw, afdeling VI (Vlezenbeek), 1865/2, 1871/1.
- CELS J. 1992: Het mysterie van de geuze, Zellik, 108-109.
- VAN KERCKHOVE B. 1979: Wandelen te Sint-Pieters-Leeuw, in Brabant, december, nummer 6, 29-39.