is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Baljuwhoeve
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Baljuwhoeve
Deze vaststelling was geldig van tot
Heden semi-gesloten hoevecomplex met achttiende- en negentiende-eeuwse bestanddelen, omgeven door weiland en gelegen nabij de Vleze. Vandaag in uitbating als gemengd landbouwbedrijf.
Over de oorsprong van de nederzetting zijn tot op heden nagenoeg geen gegevens voorhanden. De huidige woning werd in de achttiende eeuw bewoond door Franciscus-Ignatius Lindemans, baljuw van het nieuwe Land van Gaasbeek in de periode 1725-1779 (zie benaming Baljuwhoeve); hij werd opgevolgd door zijn zoon Petrus-Franciscus, baljuw van 1779 tot 1795. Het pand draagt boven de deur het jaartal 1704, vermoedelijk verwijzend naar het bouwjaar hoewel het mogelijk gaat om de verbouwing van een ouder pand, zie de bewaarde haarden naar verluidt uit de zestiende eeuw.
In de loop van de tweede helft van de negentiende eeuw werden ten zuiden stallen bijgebouwd en een schuur ten westen, beide kadastraal ingetekend in 1885 ofschoon de schuur een gevelsteen bevat met jaartal 1836; vermoedelijk gaat het hier om een gerecupereerde gevelsteen van een oudere meer zuidelijk gelegen constructie, zie de mutatieschetsen van 1885 en het metselverband rondom de steen dat wijst op een latere toevoeging.
In 1966 werden de stallen verbouwd en in 1997 werd een nieuwe stal opgericht in de zuidoostelijke hoek; deze stal werd opgetrokken uit betonnen prefabelementen en omvat naast een melkhuis, een veestal voor 50 melkkoeien.
De diverse bestanddelen zijn geschikt rondom een deels gekasseid, deels gebetonneerd erf: de woning van 1704 ten noorden, de tweebeukige langsschuur van circa 1885 ten westen, de in oorsprong negentiende-eeuwse stallen ten zuiden en een nieuwe stal van 1997 ten zuidoosten. Het geheel is toegankelijk via een getrapte poort tussen de schuur en de woning in de noordwestelijke hoek; de noordoostelijke hoek tussen de woning en de nieuwe stal wordt ingenomen door een gedeeltelijk ommuurde en gedeeltelijk omhaagde, voormalige moestuin.
Naar het zuiden georiënteerd woonhuis, opgetrokken uit baksteen met elementen ontleend aan de traditionele stijl: verankerde en onderkelderde constructie van vijf traveeën en twee bouwlagen onder mank, kunstleien zadeldak met de nok parallel aan de straat en enkele dakkapellen. Opkamer in de noordwestelijke hoek.
Lijstgevel met dubbelhuisopstand; een bouwnaad tussen de eerste en de tweede travee verwijst naar een uitbreiding van het oorspronkelijke volume; de voorheen sterk uitstekende plint kreeg in het laatste kwart van de twintigste eeuw een nieuwe bekleding van baksteen. In de linkertravee en op de hele bovenverdieping bleven de oorspronkelijke kruiskozijnen van kalkhoudende zandsteen bewaard, een kloosterkozijn in de deurtravee, alle met opmerkelijk, driehoekig uitspringend ontlastingssysteem bestaande uit twee schuin geplaatste bakstenen. De overige benedenvensters werden aangepast tot rechthoekige vensters onder betonnen latei; zichtbare bogen verwijzen nog naar de vroegere toestand. Naderhand overluifeld rondboogdeurtje in een kwartholgeprofileerde omlijsting van kalkhoudende zandsteen met sluitsteen en imposten; vernieuwde deur. Bekronend, getralied rechthoekig venstertje met ingegrift, roodgeschilderd jaartal 1704.
Zijtuitgevels met bewaarde aandaken en vlechtingen; oostgevel met onderaan een vernieuwd bakstenen parement en een rechthoekig venster in de top; westgevel gemarkeerd door beluikte kruiskozijnen zoals in de zuidgevel en twee houten luiken in een vlakke steekboogomlijsting van gesinterde baksteen.
Volgens de bewoonster aangepast interieur met enkele bewaarde elementen als twee zestiende-eeuwse haarden en een achttiende-eeuwse houten wand met ingemaakte kast.
Sterk aangepaste negentiende-eeuwse stal van negen traveeën, opgetrokken uit baksteen onder zadeldak van Vlaamse pannen met de nok parallel aan de woning; ingetekend op het kadaster in 1885. De meeste oorspronkelijk rechthoekige vensters en deuren werden in 1966 geheel of gedeeltelijk gedicht. De vroegere deuromlijstingen van blauwe hardsteen bleven bewaard. Rechts naast de gedichte rechthoekige poort onder houten latei bleef een venstertje bewaard met zandstenen posten en onderdorpel. Bewaard gebint.
Tweebeukige langsschuur van vier traveeën onder pannen zadeldak, aan erfzijde sterk overkragend op ijzeren zuiltjes zodat een open bergruimte werd gecreëerd. Haaks op de straat ingeplante en verankerde baksteenbouw, kadastraal ingetekend in 1885; in de puntgevel aan de straat een gerecupereerde ruitvormige gevelsteen van blauwe hardsteen "JMVC/ CJFL/ 1836" verwijzend naar de toenmalige eigenaars, Judocus Martinus Van Cutsem en Coleta Joanna Francisca Lindemans. Voorts bevindt zich in deze gevel een rechthoekige poort onder houten latei met blind rondboogveld met rechts ernaast een versneden steunbeer; hogerop een hartmotief van baksteen in reliëf en uilengaten. Het uitzicht van de zuidelijke puntgevel sluit, met uitzondering van het hartmotief en de gevelsteen, hierbij aan. Bewaard gebint met pen- en gatverbindingen.
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Sint-Pieters-Leeuw, Deelgemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Ruisbroek, Sint-Laureins-Berchem en Vlezenbeek, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB8, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Vlezenbeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Baljuwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40683 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.