Laatclassicistisch herenhuis met enkelhuisopstand, van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, uit de vroege 19de eeuw. Het pand werd opgetrokken op de terreinen van het voormalige Pieter Potklooster, waarvan de gebouwen in 1797 openbaar werden verkocht. Mogelijk bevat het herenhuis sporen van vroegere constructies of een oude kern.
Herenhuis met vijf traveeën en drie bouwlagen, onder een latere pseudo-mansarde (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een korte plint met keldermonden. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters. De begane grond onderscheidt zich door individuele lekdrempels en onderdorpels, de eerste verdieping door cordonvormende lekdrempels, en de tweede verdieping door individuele lekdrempels op consoles. In de laatste travee, rechthoekige koetspoort gevat in een laatclassicistische omlijsting uit blauwe hardsteen, met neuten en een gestrekte waterlijst op stafwerkconsoles; bewaarde houten vleugeldeur, het bovenlicht met ijzeren roeden in ruitpatroon. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries en kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging.