Geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1889 opgetrokken in opdracht van de heer H.H. Van den Wijngaert. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijhuizen van elk twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met schijnvoegen op de begane grond rusten op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen; het rechter pand (nummer 26) werd opnieuw bepleisterd met verlies van het stucdecor. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, met rechthoekige inkomdeuren gevat in een vlakke hardstenen omlijsting op neuten in de uiterste traveeën. Verder registers van getoogde vensters in geriemde omlijsting met oren en op de bovenverdiepingen doorgetrokken imposten. De eerste verdieping wordt geaccentueerd door cordonvormende lekdrempels, de tweede door onderdorpels. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters is enkel bewaard in nummer 28; metalen jaloeziekapje in nummer 26.