Traditioneel breedhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. Het pand vormde oorspronkelijk mogelijk één geheel met het links aanpalende nummer 19. De behanger Jean François Van Doeselaer liet in 1853 door de aannemer-architect Jean Baptiste Winders de drie gekoppelde kozijnen van de eerste verdieping verbouwen tot twee rechthoekige vensters. De vensters van de tweede verdieping werden verlaagd en van lekdrempels voorzien.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, mogelijk in bak- en zandsteenbouw, met behouden smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige muuropeningen met hardstenen lekdrempel, in gewijzigde ordonnantie (cf. nummer 19). Getrapt dakvenster van drie treden met schouderstukken, boven een natuurstenen daklijst met kwartholprofilering. Verbouwde pui.

Te oordelen naar de nokrichting, de doorlopende daklijst (waaronder hier nog sporen van steigergaten), de plaatsing van de gevelankers, de getrapte dakkapel met topstuk, vormden nummers 19 en 21 oorspronkelijk een eenheid. Het gevelfront van nummer 21 werd echter sterker verbouwd, waardoor de ordonnantie gewijzigd werd.