is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Hubertus
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Hubertus: orgel
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Hubertus
Deze vaststelling was geldig van tot
In het neogotische gebouw (inwijding 1847) werd de oorspronkelijk romaanse koortoren in de huidige westgevel geïntegreerd.
Ingebouwde vierkante westtoren van zandsteen, bekroond met een ingesnoerde naaldspits en opklimmend tot de 12de eeuw. De westgevel is voorzien van één, de overige gevels van twee rondboogvormige galmgaten, die dieper liggende rondboogvensters (mogelijk aanvankelijk met deelzuiltje) omlijsten. Duidelijke sporen van twee achtereenvolgende dakhellingen van het vroeger éénbeukige schip, boven de huidige westingang; laatstgenoemde in een rondboogomlijsting van arduin (18de eeuw). Voor het overige werd het gebouw opgetrokken uit baksteenmetselwerk op een zandstenen onderbouw.
Mobilair. Beschilderde luiken van twee renaissancetriptieken, van de Heilige Maagd en de Heilige Hubertus (einde 16de eeuw). Barokke beelden uit de 18de eeuw.
Meubilair uit de 18de eeuw, in Louis XV-stijl, onder meer biechtstoelen, kerkmeesterbanken, preekstoel, tochtportaal en orgel.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
In het archief van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) zijn ontwerpplannen bewaard voor de restauratie van het koor, behandeld door de KCML op 30 juni 1900.
De auteur en het bouwjaar van het orgel met rococo-orgelkast zijn niet bekend. De eerste grote vernieuwingen gebeurden door J.H. De Boeck in 1742 en J. Smets uit Brussel (18de eeuw?), een grondige herstelbeurt gebeurde in 1972-1973 door Fa. Aerts & Castrel uit Duffel. Het fluitwerk bestaat uit een combinatie van 18de- en 19de-eeuwse pijpen. De klaviatuur is ingebouwd in de achterwand. In verband met de traktuur zijn de wellenborden van het hoogwerk en het onderwerk waarschijnlijk van Smets. Het wellenbord van het pedaal is nieuw. Door het K.I.K. wordt het instrument toegeschreven aan de Van Peteghem-dynastie, werkzaam in de 18de eeuw.