Deze kerk met ommuurd kerkhof ligt middenin het kleine dorpscentrum ten noorden van de Zenne. Bij het dominerende volume van de westertoren met zijn hoge ingesnoerde naaldspits hoort nu een neogotische kerk die circa 1925 opgericht werd om de vroegere, tijdens de Eerste Wereldoorlog afgebrande classicistische (18de eeuw) constructie met neogotische vergroting (1914) te vervangen.
Het algemeen volume van middenbeuk- en koorbedaking met haakse sacristie herinnert enigszins aan het vroegere maar wordt erg versnipperd door een aantal decoratieve elementen, de doopkapel en de bijkomende noordzijbeuk (opnieuw gebruikt restauratieplan van 1914, architect Veraart). Zandsteenbouw.
Vierkante westertoren in overgangsstijl opklimmend tot de 13de eeuw(?); robuuste en gesloten torenromp waarin de registerindeling wordt aangegeven door eenvoudige waterlijsten; klein rechthoekig venster onder ontlastingsboogje in de noord- en zuidmuur (bouwlaag II); reeds spitsboogvormige galmgaten op de klokkenverdieping, (twee per zijde). Aangebouwd traptorentje op de zuidzijde (tweede kwart 20ste eeuw). Neogotisch portaal en oculus in de westergevel (tweede kwart 20ste eeuw).
Mogelijke integratie van fundamenten, onderbouw en muurpartijen, eventueel voor het koor maar voornamelijk voor de zuidsacristie (bakstenen geveltop).
Mobilair. Schilderijen, onder meer Christus met Martha en Maria en patroonheilige; koorglasramen, Vingerhoets, 1937; Mechels Mariabeeld, gotisch (16de eeuw); kruisweg door Colruyt.
- DELESTRE J., Grimbergen en Weerde, in Eigen Schoon en de Brabander, 1942, 257-265.