Stoomzagerij ()

De voormalige stoomzagerij bestaat uit bakstenen fabrieksgebouwen, daterend uit het interbellum en voorzien van zadeldaken (nok loodrecht op de straat), droogkamers, een stoommachine, een stoomketel en smidse, een ronde bakstenen schoorsteen en een houten loods met zaagmachines en een stalen afdak met vakwerkliggers. Er bleven verschillende werktuigen en een stoommachine van circa 1900 bewaard. Het betreft een uniek voorbeeld van een zagerij met stoommachine voor de stoomgeneratie en werktuigen van Belgisch fabricaat als illustratie van de nationale technologische ontwikkelingen voor de Eerste Wereldoorlog en tijdens het interbellum. Het bedrijf was nog in werking ten tijde van het onderzoek voor de beschermingsprocedure (begin jaren 1990) maar was circa 2000 stilgelegd.

De bijhorende woning van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen) dateert uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De bakstenen lijstgevel is voorzien van contrasterende, dubbele banden en lisenen van gele baksteen en een aflijnende getande baksteenfries. De rechthoekige muuropeningen zijn gevat onder I-balken en een segmentboogveld.

Machines en werktuigen

De stoommachine ‘De Nobele, Nolet & Bracq, Gand’, met één horizontale cylinder, enkele stoomuitzetting en condensor, werd gebouwd tussen 1910 en 1920. De stoommachine is afkomstig van een bedrijf in Tienen en werd vanaf 1942 in de zagerij Beyens geplaatst, waar het tot 1942 diende voor het opwekken van elektriciteit. De diameter van de cilinder bedraagt 0,32 meter, de slag 07,70 meter, het aantal omwentelingen 90 rpm, het vermogen 66 KW bij 8 atm (atmosfeer). De kleppen zijn van het type Corliss.

De stoomketel is van het type Cornwall – Galloway en vertoont volgende kenmerken: cilindrisch, horizontaal met gebogen bodem, twee haarden en Galloway-vuurpijpen; 8 atm, het verhittingsoppervlak bedraagt 63 vierkante meter. De ketel is van het bedrijf Soc. An. d’Espérance Langdoz uit Luik, de haarden van Thijssen & cie uit Mulheim en de pijpen van Galloway uit Manchester. De stoomketel is 7,60 meter lang en was in 1902 reeds in dienst in de brouwerij te Sint-Genesius-Rode.

De generator is rechtstreeks op de as van het vliegwiel aangesloten. De alternator werd vervaardigd door het bedrijf The General Electric Company uit Birmingham. De technische gegevens zijn als volgt: 220 V, 50 cyl., KVA = 70, 1000 T/minuut, nummer 28.330. De technische gegevens van de magneto zijn: 1,2 kw, nummer 53.697.

De schaafbank bestaat uit een gietijzeren plaat op dito voet, met een verticale schaafrol tussen regelbare opstaande randen en riemaandrijving.

De gietijzeren slijpmachine voor de cirkelzaag dateert van circa 1910, de slijpmachine voor de lintzaag dateert van circa 1900 en bestaat uit een ijzeren constructie met houten wielen en riemaandrijving.

Er zijn drie zaagmachines; een type boomzaag van Brenta Julius uit Brussel, een type schaalzaag of vierkantzaag van dezelfde producent en een type lintzaag van Danckaert. Deze laatste is te dateren in de jaren 1920. De zaagmachine type boomzaag dateert van 1937, het zaagwiel heeft een diameter van 1,25 meter (type TVLOG) en de slede heeft een lengte van 8 meter. Het aandrijfwerk om een boom binnen te trekken is een constructie voorzien door de uitbater waarbij een differentieelbrug afkomstig van een vrachtwagen is gebruikt). De laterale beweging en het aanspannen van de stam werd later door middel van een elektromotor geautomatiseerd. De zaagmachine type schaalzaag of vierkantzaag dateert eveneens van 1937. De diameter van het zaagwiel bedraagt 1,10 meter. De zaagmachine is voorzien van verticaal krabbelwerk en afzonderlijke geleiderollen (horizontaal). De elektromotor is van het gesloten type met koelribben.

De droogkamer bestaat uit baksteen en beton en maakt gebruik van stoomradiatoren en warme lucht.

De handbediende benzinepomp dateert uit het interbellum en is voorzien van een gietijzeren centraal gedeelte met kamers en een houten greep.

  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, beschermingsdossier DA000791, Stoomzagerij, (DE SCHEPPER J., 1993).

Auteurs:  Steyaert, Rita; De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stoomzagerij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/168960 (geraadpleegd op ).


Stoomzagerij ()

Voormalige stoomzagerij met gebouwen uit het interbellum en bewaarde werktuigen en stoommachine van circa 1900. Ten tijde van het onderzoek vervallen, verwilderd en ontoegankelijk complex met bakstenen fabrieksgebouwen onder zadeldaken (nok loodrecht op de straat) met droogkamers, stoommachine, stoomketel en smidse, ronde schouw, houten loods met zaagmachines en stalen afdak met vakwerkliggers. Beschermd monument als uniek voorbeeld van een zagerij met stoommachine voor de stoomgeneratie en werktuigen van Belgisch fabricaat als illustratie van de nationale technologische ontwikkelingen voor de Eerste Wereldoorlog en tijdens het interbellum. Bedrijf nog in werking ten tijde van het onderzoek voor de beschermingsprocedure, heden stilgelegd.

Bijhorende woning van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Bakstenen lijstgevel met contrasterende, dubbele banden en lisenen van gele baksteen, aflijnende getande baksteenfries. Rechthoekige muuropeningen onder I-balken en segmentboogveld.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Monumenten en Landschappen, dossier A/0294.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2000: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Westerlo, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stoomzagerij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41169 (geraadpleegd op ).