Huizen 't Sermoen en 't Brandijser zijn twee gelijkvormige en vermoedelijk gelijktijdig opgetrokken diephuizen met trapgevels van negen treden met topstuk, verankerd door smeedijzeren muurankers, die opklimmen tot de eerste helft van de 17de eeuw, mogelijk zelfs de tweede helft van de 16de eeuw. Architecten Mark Vanhecke en Marc Appel voerden in 1981 dringende instandhoudingswerken uit. Beide gevels werden vervolgens gerestaureerd, 't Sermoen met behoud van de bepleistering, 't Brandijser met restauratie van het bak- en zandsteenparement.
De diephuizen tellen elk drie traveeën en drie bouwlagen, en zijn beide afgedekt door een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De gevel van 't Sermoen is gecementeerd en beschilderd, die van 't Brandijser vertoont een parement in bak- en zandsteenbouw met speklagen en kwartholle negblokken, dat bij een gevelrestauratie na 1981 werd gedecapeerd, hersteld en aangevuld, met reconstructie van het overhoeks topstuk. In beide gevels werden de pui en de bovenvensters – oorspronkelijk kruiskozijnen - aangepast. De tweeledige geveltoppen, in ’t Brandijser met behouden waterlijsten, worden in het eerste register geopend door een drielicht, en in het tweede register door een rechthoekig luik. De drielichten zijn samengesteld uit een rondbogig middenluik met diamantkopsleutel en -imposten, geflankeerd door rechthoekige kozijnen.
De gecementeerde, getrapte achtergevels van negen treden met topstuk, zijn verankerd door smeedijzeren muurankers. Aangepaste vensterordonnantie in de bovenbouw, drielicht en luik in de tweeledige top.
Uit bouwkundig onderzoek, uitgevoerd naar aanleiding van dringende instandhoudingswerken aan 't Brandijser in 1981, bleek dat in het interieur nog verschillende historisch waardevolle elementen bewaard waren gebleven. De oorspronkelijke kelder bestaat uit een tongewelf over de volledige breedte van de woning. In deze kelder, bevloerd met tegels in gebakken aarde, bevinden zich sporen van een stenen trap naar een luik in de voorgevel. Op het gelijkvloers zijn onder meer het oorspronkelijke plafond met moer- en kinderbalken bewaard, met bakstenen gewelfjes voor de haarden van de eerste verdieping. Sporen van een insteekverdieping zijn onder meer zichtbaar aan de bordessen van de draaitrap. De hoger gelegen niveaus zijn alle voorzien van een houten vloer bestaande uit moerbalken met houten balksloef en zandstenen consoles, en uit kinderbalken waar de houten planken op liggen. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich zowel in de voor- als in de achterkamer een schouw. Een spiltrap verbindt het gelijkvloers met de zolder. Op de dakverdieping bleven kapspanten met kinderbalken intact bewaard, net als de oorspronkelijke ramen in zowel voor- als achtergevel met middenlintelen in witsteen en houtwerk met beslag in smeedwerk.
Bron: Onroerend Erfgoed Antwerpen, beschermingsdossier DA000399, 200 monumenten voor 1800
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2015: 't Sermoen en 't Brandijser [online], https://id.erfgoed.net/teksten/167563 (geraadpleegd op ).
Twee gelijkvormige en vermoedelijk gelijktijdig opgetrokken trapgevels (negen treden + ontbrekend (?) topstuk) met oude ankers, opklimmend tot de eerste helft van de 17de eeuw. Diephuizen, elk met drie traveeën en drie bouwlagen, elk onder een zadeldak (Vlaamse pannen). Gecementeerde gevels en aangepaste muuropeningen. Het rondboogvenster in de top bewaarde zijn sluitsteen en imposten met diamantkoppen. Behouden waterlijsten in de geveltoppen van nummer 7.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: 't Sermoen en 't Brandijser [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4120 (geraadpleegd op ).