Alleenstaand kasteel met neo-Vlaamse-renaissanse-inslag, opgetrokken circa 1929 naar ontwerp van E. Goethals van 1926-1927, gelegen in omringend park.
Baksteenbouw op grosso modo rechthoekige plattegrond met verspringende gevellijnen en twee bouwlagen onder een leien bedaking van gecombineerde zadeldaken (nok parallel aan en loodrecht op de straat). Afwisseling van lijst- en trapgevels met markante risalieten en hogere polygonale (trap)torens. Gebosseerde natuurstenen plint en speklagen, hoekblokken, steigergaten en omlijstingen van zandsteen. Gevarieerde muuropeningen: rechthoekige vensters, klooster- en kruiskozijnen; rechthoekige en korfbogige deuren.
Noordwestelijke hoektravee met ingangsportiek geopend met barok getinte rondbogen in geringde omlijsting op dito driekwartzuilen, omlopende waterlijsten, gekoppelde bogen met balustrades aan westzijde. Zuidoostelijke hoek met garage in kelder.
Vrij sober interieur met leefruimten aan zuidzijde. Neoclassicistisch bureau waarbij motieven van het meubilair terugkeren in architecturale elementen zoals de schouw en de plafondlijst.
Laag bijgebouwtje van bak- en hardsteen ten oosten. In tuin: zonnewijzer op arduinen voet met inscriptie "De Wit/ Not./ 1883".
- Gegevens verstrekt door de heer Naets.