Twee traditionele diephuizen met tuitgevel van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), daterend van omstreeks 1600. Meubelmaker C. Hansen liet in 1848 de ordonnantie van pui en bovenverdiepingen aanpassen.

Gedecapeerde tuitgevels met een gehavend bak- en zandsteenparement, verankerd door smeedijzeren muurankers. In de bovenbouw werd het metselwerk grondig vernieuwd bij de aanpassing van de vensterordonnantie in 1848, met behoud van enkele speklagen. De geveltoppen zijn beter bewaard, afgezien van het afvlakken van de oorspronkelijk getrapte afwerking vóór 1848. Verbouwde handelspuien, met behoud van twee posten en de geprofileerde basementen uit blauwe hardsteen van de oorspronkelijke pui in nummer 15. Aangepaste bovenvensters met hardstenen lekdrempel. De tweeledige geveltoppen worden in het eerste register geopend door drielichten, samengesteld uit een rondbogig middenluik met zandstenen archivolt, diamantkopsleutel en imposten (aangepast in nummer 13), en flankerende kloosterkozijnen met kwartholle negblokken en druiplijsten. Rechthoekig luik met kwartholle negblokken erboven.