Mobiele dam van circa 1874 naar ontwerp van P. Langerock, gebouwd om twee hooibeurten te hebben (bevloeiing van de weiden op het Riet na de eerste oogst), om het water van de kasteelvijver te verversen en om de scheepvaart op de Nete (tot circa 1900) te bevorderen (zie transport van ijzererts).

Sluishoofden met afgeronde hoekblokken van bak- en natuursteen. Op linker oever gelegen ijzeren geklonken vakwerkbalk met zware haken (zie kabelaanhechting) die lopend op flenswielen en sporen in een met natuursteen afgeboorde gleuf met gleufwiel (zie kabelgeleiding) over de Nete kan getrokken worden door middel van de metalen lier op rechter bruggenhoofd. De dam zelf werd gevormd door verticale eiken balkjes bevestigd aan het trammetje en passend in een groef in de rivierbedding.