Diephuis in renaissancestijl gedateerd 1578, genaamd "den Crieckboom", van vier traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, kunstleien).

Gecementeerde voorgevel met een in- en uitgezwenkte top, mogelijk opgetrokken uit zandsteen of in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Bijzonder merkwaardig is de insteekverdieping uitgewerkt als een renaissance-arcade van gekoppelde rondboogvensters, gevat tussen geprofileerde waterlijsten. Deze onderscheidt zich door geprofileerde archivolten, diamantkopsleutels, gelede imposten, pilasters met diamantkop en wortelmotief en leeuwenkoppen in de zwikken; gietijzeren parapetten uit de tweede helft van de 19de eeuw. De aansluitende borstwering van de eerste verdieping draagt een opschrift ontleend ontleend aan het Boek der Psalmen en Spreuken en het jaartal “1578”: "PSAL: 82./ PROV. II. SALICH IS DEN RECHTER DIE DEN OPRECHTEN ERFT/ MAER VALSCH IS DIE TONGHE DIE HAEREN NAESTEN BEDERFT”. De twee bovenverdiepingen vormen verkleinende registers van tijdens de 19de eeuw aangepaste rechthoekige vensters, in oorsprong kruiskozijnen, op doorgetrokken hardstenen lekdrempels; smeedijzeren leuningen uit het interbellum op de eerste verdieping. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door een rechthoekig drielicht met lager middenluik, waarboven een rondboogluik. Verbouwde pui. Achtergevel: bepleisterde trapgevel.