Hof ten As, hoeve met vermelding in 1395, eigendom van H. Madoets in de 16de eeuw, die ook het kasteel van Boetsfoort bezat, vernieling in 1694 door voorbijtrekkende legers, na wederopbouw verworven door de familie Tirimont, heren van Gaasbeek, in 1728, tijdens de 19de eeuw eigendom van M. Hagemans en nadien van de Ribaucourt.
Heden is het een omvangrijke gesloten hoeve met gebouwen in breuksteenverband gegroepeerd rondom een ruime geplaveide binnenplaats. Aan de straatkant, poortgebouw met zadeldak (leien), mogelijk uit de 15de-16de eeuw en naderhand (17de eeuw) ingericht als woontoren. Breuksteenbouw van zandsteen afgewerkt met een puilijst en een kroonlijst van zandsteen uitlopend op schouderstukjes. Rondboogpoorten, aan de straatkant verrijkt met een geprofileerde druiplijst. Sporen van een voormalig kruisvenster (onderbroken cordon) dat vermoedelijk werd weggebroken bij de aanpassingen binnenin (drie niveaus in plaats van de oorspronkelijke twee); idem in de erfzijdegevel die tevens nog een schietgat behoudt. Voorts zoldervensters en gedichte steigergaten. Binnenin, een bakstenen schouw, moerbalken met geprofileerde sloffen, kraagstenen en troggewelfjes.
Ernaast, zeer ruim boerenburgerhuis met twee en een halve verdiepingen van zes traveeën, afgedekt met een schilddak (leien), voorzien van een klokkenruitertje, uit de 18de eeuw; ingedeeld als herenboeren- en pachterswoning. Zandsteenbouw in breuksteenverband. Rechthoekige vensters met zandstenen posten van negblokken (voorheen kruiskozijnen), tijdens de 19de eeuw voorzien van lateien en lekdrempels van arduin. Twee rechthoekige deuren in zandstenen omlijstingen met uitspringende kroonlijst (einde 18de-begin 19de eeuw). Balken zolderingen binnenin.
Stallingen, haaks op het boerenhuis en in L-vorm palend aan het poortgebouw, van breuksteen met zadeldaken (kunstleien en leien), opklimmend tot de 18de eeuw met verbouwingen uit de 19de eeuw aan sommige muuropeningen; vensters met negblokken en zandstenen deuren met afgeschuinde posten en grote, driedelige lateien.
Op de vierde zijde, breukstenen langsschuur bestaande uit twee delen; de oorspronkelijke schuur van 1723(5) werd in 1801 naar links vergroot; gevelsteen "Anno 1723(5?)" behouden in de oude zijgevel (binnenmuur), talrijke inscripties onder meer 1776, 1777, 1778 PVID op de stijlen binnenin, en jaartal "PD/1801" op de nieuwe zijpuntgevel. De oorspronkelijke steile helling van het zadeldak (leien), werd verlaagd. Zandstenen deurtje met lateiconsoles in de langsgevel en een gelijksoortig deurtje in het bijgebouwd gedeelte. Bijgebouw van zandsteen met bakstenen rondbogen tegen de erfgevel. Tegen de rechterzijpuntgevel met korfbooginrijpoort voorzien van imposten en verankerde sleutel, een twee verdiepingen hoog bijgebouw met zadeldak (kunstleien), en in het verlengde ervan, een verankerde rondbooginrijpoort, zodat daar een tweede klein binnenplaatsje ontstaat.