Pastorie uit 1815-1816 met gedeeltelijk ommuurde tuin; oorspronkelijk geheel ommuurde tuin van 47 are; in 1970 opengesteld als speel- en sportterrein, omheiningsmuur gedeeltelijk gesloopt; restanten van oude beplanting.
De pastorie werd gebouwd in 1815-1816, na een ruil tussen het parochiebestuur en het nabijgelegen ursulinenklooster, maar ze stemt nog overeen met het in de 18de eeuw gangbare model: een dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder een zadeldak gedekt met leien. Ze was van de straat gescheiden door een poortgebouw, dat toegang verleende tot een binnenplaats. Ook de inrichting van het pastoriegoed beantwoordt aan het concept 'vivre entre cour et jardin', dat in de 18de eeuw het uitzicht van de meeste herenhuizen, 'huizen van plaisantie' en pastorieën bepaalde. De pastorie heeft op heden een gecementeerde en beschilderde voorgevel met rechthoekige vensters en deur. De bakstenen achtergevel rust op breukstenen sokkel en wordt geopend door rechthoekige muuropeningen voorzien van nieuwe lateien en lekdrempels van arduin, waarbij de oorspronkelijke zandstenen posten met negblokken evenwel bewaard bleven. De traditionele topvenstertjes van zandsteen in de zijgevels bleven eveneens bewaard. Het grootste gedeelte van de tuin, een perceel van 47 are, lag achter de pastorie. De kadastrale legger geeft geen aanduiding over het gebruik en de onderverdeling van de tuin, maar op de stafkaarten van 1892 en 1909 is de traditionele indeling met een padenkruis duidelijk zichtbaar. In 1970 werd het privégedeelte van de pastorie gereduceerd tot 10 are; de rest werd als speel- en sportterrein opengesteld voor de jeugd van de parochie. Het poortgebouw en het grootste gedeelte van de omheiningsmuur werden twee jaar later gesloopt. De oude bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') op de voormalige binnenplaats werd recentelijk gerooid. Een perelaar (Pyrus communis) tegen het nog bewaarde gedeelte van de omheiningsmuur, de monumentale geknotte zomerlinde (Tilia platyphyllos) in de zuidoostelijke hoek, drie Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), een treur-es (Fraxinus excelsior 'Pendula') en een reuzenlevensboom (Thuja plicata) zijn de enige relicten uit de gloriejaren.
Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & De Maegd C. & Van Aerschot S. 2019: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313382 (geraadpleegd op ).
Pastorie uit 1815-1816 met gedeeltelijk ommuurde tuin; oorspronkelijk geheel ommuurde tuin van 47 are; in 1970 opengesteld als speel- en sportterrein, omheiningsmuur gedeeltelijk gesloopt; restanten van oude beplanting.
De pastorie werd gebouwd in 1815-1816, na een ruil tussen het parochiebestuur en het nabijgelegen ursulinenklooster, maar ze stemt nog overeen met het in de 18de eeuw gangbare model: een dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder een zadeldak. Ze was van de straat gescheiden door een poortgebouw, dat toegang verleende tot een binnenplaats. Ook de inrichting van het pastoriegoed beantwoordt aan het concept 'vivre entre cour et jardin', dat in de 18de eeuw het uitzicht van de meeste herenhuizen, 'huizen van plaisantie' en pastorieën bepaalde. Het grootste gedeelte van de tuin, een perceel van 47 are, lag achter de pastorie. De kadastrale legger geeft geen aanduiding over het gebruik en de onderverdeling van de tuin, maar op de stafkaarten van 1892 en 1909 is de traditionele indeling met een padenkruis duidelijk zichtbaar. In 1970 werd het privégedeelte van de pastorie gereduceerd tot 10 are; de rest werd als speel- en sportterrein opengesteld voor de jeugd van de parochie. Het poortgebouw en het grootste gedeelte van de omheiningsmuur werden twee jaar later gesloopt. De oude bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') op de voormalige binnenplaats werd recentelijk gerooid. Een perelaar (Pyrus communis) tegen het nog bewaarde gedeelte van de omheiningsmuur, de monumentale geknotte zomerlinde (Tilia platyphyllos) in de zuidoostelijke hoek, drie Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), een treur-es (Fraxinus excelsior 'Pendula') en een reuzenlevensboom (Thuja plicata) zijn de enige relicten uit de gloriejaren.
Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. 2009: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313381 (geraadpleegd op ).
Huis met twee verdiepingen en een zadeldak (kunstleien), met uitzicht uit de 19de-20ste eeuw in de voorgevel doch een zichtbare oudere kern (17de-18de eeuw) in de achtergevel.
Gecementeerde voorgevel met rechthoekige vensters en deur. Bakstenen achtergevel op breukstenen sokkel voorzien van rechthoekige vensters en deur met nieuwe lateien en lekdrempels van arduin doch oorspronkelijke zandstenen posten met negblokken. Traditionele topvenstertjes van zandsteen in de zijgevels.
Voor de pastorie, mooie beuk, vermoedelijk een vrijheidsboom.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Aerschot S. 1975: Pastorie Sint-Martinusparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41421 (geraadpleegd op ).