In oorsprong traditioneel breedhuis met dubbelhuisopstand, genaamd "Eenhoren" en "Groot Sarazijnshoofd", dat opklimt tot de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. Het pand van zeven traveeën en twee bouwlagen, met een barokpoort in de middenas, werd centraal bekroond door een tweeledige trapgevel van negen treden met schouderstukken, overhoeks topstuk en een rechthoekig drielicht waarvan een lager middenluik. Eigenaar De Visser-van Hove liet het gebouw in 1828 in laatclassicistische stijl aanpassen tot lijstgevel, door het toevoegen van cordonvormende lekdrempels en een derde bouwlaag, met behoud van de barokpoort. De kinderen Van Tichelen lieten in 1911 de begane grond door de architect Jean De Vroey verbouwen tot gekoppelde winkelpuien. Het pand werd omstreeks 1988 gesloopt voor de bouw van een nieuwbouwflat.
Brede rijwoning van zeven traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, mogelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, is opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters met geprofileerde dagkanten, mogelijk in oorsprong gekoppelde kruiskozijnen, op geprofileerde, cordonvormende lekdrempels. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, fries, en geprofileerde houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Volgens spiegelbeeldschema gekoppelde, klassieke houten winkelpuien met zijportaal, aan weerszij van de privé-inkom, afgewerkt door een doorlopend entablement op consoles.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 838#444 en 1911#1084.