De Witte Molen, gebouwd in 1920, is een vrij recente maar traditioneel opgevatte korenmolen, van het type bovenkruier (kettingkruier), stenen bergmolen (beltmolen).
In de 15de eeuw wordt er reeds melding gemaakt van een molen op deze plaats. Aanvankelijk stond er een standaardmolen. In 1878 liet Josephus Stevens, landbouwer in Aarschot, een houten korenmolen, daterend van 1843, overbrengen uit Heist-op-den-Berg (molen Plattenbosch). De Duitsers brandden de standaardmolen af in augustus 1914.
In 1920 werd de molen in steen herbouwd, aanvankelijk uitgerust met houten pestelroeden. De kap met het systeem van een kruiketting en de wieken werden overgebracht van de Molen Lambrechts in Everberg, waarvan de romp nog bestaat. Na de tweede wereldoorlog werd overgeschakeld op elektriciteit. De maalderij was op het gelijkvloers ingericht en een gedeelte van de aarden berg werd vervangen door een stenen muur. De windmolen werd niet meer gebruikt, maar ook de maalderij kende geen lang leven.
Na de aankoop door de familie Mattheus in 1953 werd de in verval geraakte molen verbouwd tot een horecazaak. De aarden belt rondom de molen werd vervangen door een bakstenen aanbouw, de vervallen pestelroeden door geklinknagelde roeden (fabr. Verhaeghe), afkomstig van een andere molen. De romp werd in het wit geverfd en kreeg als opschrift "Witte Molen".
Sinds de aanleg van de noordelijke ring van Aarschot, is de windvang van de molen gehinderd. De molen kreeg in 2005 een nieuwe private eigenaar die de molen maalvaardig wilde laten herstellen en in de aanbouw onderaan de molen een herbestemming voorzag als onder meer een horeca-uitbating. De vergunning hiervoor kwam er evenwel niet. In 2009 sloot de stad Aarschot een globaal akkoord over de restauratie van de Witte Molen en de herinrichting van zijn omgeving. De molen zou draai- en maalvaardig hersteld worden in zijn oorspronkelijke toestand als bergmolen waarbij de aan de romp palende gebouwen die dateren uit de jaren 1950 zouden afgebroken worden. In 2018 startten de restauratiewerken onder leiding van architect Patrick Van Roy (Meerhout) en uitgevoerd door Molenbouw Adriaens (Weert, Nl) en aannemer Van Loy (Herselt). Naast de molen wordt een klein bijgebouw voorzien met sanitair, een onthaal en opbergplaats voor de toekomstige molenaars. De werken zijn momenteel nog aan de gang.
Aan de overzijde van de Herseltsesteenweg, binnen het beschermd dorpsgezicht, wordt de bouw van een langgevelhoeve voorzien met als mogelijke bestemming een horeca-uitbating ter ondersteuning van de Witte Molen. Deze hoeve zou verwijzen naar de hoeve die destijds bij de molen hoorde en in de jaren 1970 werd afgebroken. De bouw hiervan zal pas starten nadat de Witte Molen gerestaureerd is.
De Witte Molen is een conische, bakstenen bovenkruier, type bergmolen, met schuitvormige kap (eikenhouten schaliën), voorzien van een houten voorkeuveleinde en dito achterkeuveleinde, laatstgenoemde met ingebouwd gaffelwiel van het kettingkruiwerk.
Het wiekenkruis bestaat uit een gietijzeren askop (Van Aerschot, Herentals) en nieuwe geklinknagelde stalen roeden. De vroegere belt, voorzien van een invaart (doorgang) in oost-westelijke richting, zal opnieuw gereconstrueerd worden. De romp kreeg een nieuw gemetselde buitenmuur met oude gerecupereerde stenen en werd wit gekaleid. Onder de kap bevinden zich steigergaten. De deuropeningen (ter hoogte van de belt) en segmentboogvensters zijn op één verticale lijn geplaatst. De molen heeft kettingkruiwerk: het kruien gebeurt door middel van een kruiketting die over het gaffelwiel loopt.
De molen is een driezolder (maalzolder-steenzolder en luizolder) met planken vloeren op een houten roostering en houten steektrappen. Het bestaande draaiend werk (maalinrichting) wordt tijdens de restauratie maximaal gerecupereerd. Op de steenzolder bevinden zich twee koppels maalstenen waarvan één maalvaardig wordt gemaakt. Een staakijzer draagt de inscriptie met jaartal 1831 en een merkteken. Het luiwerk is sleepluiwerk met een klauwwiel voorzien van stalen gaffels.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Sadeleer S. 2020: Witte Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359625 (geraadpleegd op ).
Ronde, bakstenen windmolen van het bovenkruierstype, ingelijfd in een herbergensemble.
In de 15de eeuw wordt er reeds melding gemaakt van een molen op deze plaats.
Op de plaats van de Witte Molen stond vroeger een houten molen. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 staken de Duitsers hem bij de slag om Ourodenberg in brand. Deze houten molen stond eerst in Heist-op-den-Berg en was daar bekend onder de naam Plattenbosmolen. Hij dateerde van 1843 en verhuisde in 1882-1883 naar Aarschot.
De huidige bakstenen bovenkruier werd omstreeks 1920 gebouwd. Het dak en de wieken, afkomstig van de Everbergse molen, werden rond 1925 op de romp geplaatst. Kort na de Tweede Wereldoorlog was hij nog in gebruik, maar vanaf begin jaren 1950 werd elektriciteit als drijfkracht gebruikt.
Na de verkoop in september 1953 lieten de eigenaars de molen wit schilderen en gaven hem de naam de Witte Molen. Het molengebouw en de twee zijbeuken werden verbouwd voor handelsactiviteiten. De molen heeft een kruiwerk dat vrijwel uniek is in Vlaanderen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2013: Witte Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187218 (geraadpleegd op ).
Ronde, bakstenen windmolen van het bovenkruiertype (19de eeuw?). In vrij goede staat bewaard, onder meer drie wieken. Heden ingelijfd in een herbergensemble.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Witte Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41444 (geraadpleegd op ).