Drie neogotische beuken van de 19de eeuw ingelast tussen een ijzerzandstenen gotische toren en een transept voor het classicistisch getinte koor met vlakke sluiting. Slanke toren met drie verdiepingen op vierkante onderbouw, naar as gericht korfboogportaal (eerder 16de eeuw); smalle met kruisribgewelven overkluisde benedenverdieping; noordelijke en zuidelijke bijgebouwen bezijden de toren waren vroeger door laatgotische vensters verlicht (heden in de huidige zijbeuken ingesloten, zie vooruitspringende sokkel in de voorgevel). Transept, koor en sacristieën van baksteen en arduin uit einde 18de eeuw (vrij armzalige uitvoering); nieuwe dakbedekking (19de eeuw) in harmonie met die van de beuken. Op de zuidelijke transeptgevel, nauwelijks leesbare gedenksteen van 30 juni 1.91 (?).
Mobilair. Beeld van de Heilige Cornelius op het rechteraltaar (volkskunst, 16de eeuw). Barokaltaren en classicistische lambrisering (18de eeuw).
Het orgel dateert uit het midden van de 19de eeuw. Het auteurschap van dit orgel is archivalisch niet bekend, mogelijk werd het gerealiseerd door een orgelbouwer van de familie Loret (?).
Ondanks lichte wijzigingen (verplaatsing klavier van links naar rechts) circa 1910 (mededeling door koster), is het instrument vrij goed bewaard gebleven. Op het eerste zicht zou het orgel als ouder aanzien kunnen worden wegens de klassieke en archaïserende stijl van het meubel waarin het is ondergebracht.