Parochiekerk van het dorp Langdorp uit de 14de eeuw met ingrijpende verbouwing in de tweede helft van de 18de eeuw. De kerk ligt tussen de Demer en de Langdorpsesteenweg.
Algemeen wordt aangenomen dat koor en westtoren uit de 14de eeuw dateren. Alhoewel nog geen afdoend historisch bewijs werd aangevoerd mag wellicht worden aangenomen dat de eerste parochiekerk meer zuidwestelijk was gelegen, aan de overzijde van de Demer, achter het kasteel van Schoonhoven, ter plaatse van de circa 1682 gesloopte Sint-Lambertuskerk van Weerde. Lokaal werd Weerde algemeen beschouwd als moederkerk van Langdorp, Rillaar en zelfs van Aarschot. Waarom Weerde geleidelijk ontvolkte ten voordele van Langdorp-centrum blijft onduidelijk. In de 13de eeuw was Weerde nog een zelfstandige parochie. In 1357 volgde de fusie met Langdorp. Mogelijk vormde deze samensmelting de aanzet tot het verbouwen of heropbouwen van de kerk van Langdorp.
Op een figuratieve kaart van Pierre de Bersacques (1596-1597) is de kerk van Langdorp voorgesteld als een volledig in ijzerzandsteen opgetrokken driebeukig volume met lagere zijbeuken, een klein laag transept, een vlak gesloten koor en een vierkante westtoren. Het koor toont smalle lancetvensters, slanke steunberen en een oculus aan de oostzijde. De opvallend kleine, onder de dakrand geplaatste beukvensters suggereren een romaanse origine. Het kerkhof is omringd met een veelhoekige, ogenschijnlijk van schietgaten voorziene, eveneens in ijzerzandsteen opgetrokken ommuring.
Tijdens de grote bouwcampagne van 1776-1777 verdween het transept en werden de beuken verbreed en onder één dakkap verenigd. Koor en de westtoren die gedeeltelijk werd geïncorporeerd, bleven hierbij bewaard. De bouw van de sacristie ten zuiden van het koor wordt in de 19de eeuw gesitueerd. Circa 1877 werd de toren hersteld door architect M. Gife. Begin jaren 1960 werden de gevels hersteld en goten vernieuwd onder leiding van architect J. Gabriëls. De recentste ingreep begin jaren 1990 behelsde de restauratie van het beschermde orgel waarbij ook de torenruimte werd aangepakt.
De Sint-Pieterskerk ligt bezijden de Langdorpsesteenweg en is bereikbaar via een gekasseide toegangsweg omsloten door pastoriemuur en ommuring van het aangrenzende eigendom. In haar huidige vorm vormt de Sint-Pieterskerk een stilistisch heterogeen, in bak- en ijzerzandsteen opgetrokken ensemble met natuurleien bedaking, bestaande uit een halfingebouwde westtoren, een driebeukig schip van vijf traveeën en een diep, rechthoekig koor met een sacristie aan de zuidzijde. Vroeggotisch koor en toren, beide volledig in ijzerzandsteen opgetrokken, behoren tot de oudste bouwfase. Het twee traveeën diep, rechthoekig koor wordt eind 13de- begin 14de eeuw gedateerd. Het wordt geritmeerd door een plint met geprofileerde waterlijst, slanke steunberen en eenvoudige lancetvensters. Het groot spitsboogvenster in de oostgevel is dichtgemetseld, terwijl de bakstenen geveltop wijst op herstellingen.
De oorspronkelijk aan drie zijden vrijstaande, vermoedelijk eind 14de-eeuwse zware, vierkante westtoren voorzien van drie waterlijsten telt vier bouwlagen onder een lage torenspits. Rondvenster boven de westingang en spitsbogige galmgaten behoren tot het oorspronkelijk concept. Het classicistische inkomportiek in Gobertange (vernieuwde toegangsdeur), werd vermoedelijk geplaatst in de periode 1776-1777.
Op de zuidoosthoek bevindt zich een polygonale traptoren die volgens sommige bronnen pas in 1699 werd gebouwd. Inwendig werd de westtoren alleszins verbouwd in 1682 zoals blijkt uit de datering op de sluitsteen van het kruisribgewelf van de eerste verdieping. De overige niveaus bezitten een vlakke houten zoldering waarbij de tweede verdieping eveneens sporen vertoont van een oorspronkelijk stenen gewelf. In de noordwand op het gelijkvloers een hoge arcade met afgeschuinde posten mogelijk verwijzend naar een vroegere toegang.
Het in 1776-1777 ter hoogte van de zijbeuken verbrede en verlengde schip telt vijf traveeën en is opgetrokken in baksteen met gebruik van ijzerzandsteen voor plint, hoekkettingen en steekboogvensters en werd voorzien van een holrond bepleisterde kroonlijst. Het parement vertoont sporen van een rode afwerkingslaag. Inwendig worden de onder één dakkap gevatte, bepleisterde en wit geschilderde beuken afgelijnd door Toscaanse zuilen met rondboogarcade waarboven een tongewelf met kooflijst en met rocaillemotieven opgehoogde kroonlijst.
De bevloering bestaat uit grijze en zwarte tegels in dambordpatroon. In de kerkvloer ingewerkt vijf grafstenen:
De brandglasramen werden geplaatst ten tijde van pastoor J.F.Wouters (1905-1925) en P.J.Geens (1925-1943): koor: Christus en Onze-Lieve-Vrouw; de Evangelisten Mattheüs en Marcus; de Evangelisten Lucas en Johannes. zijbeuken: Heilige Familie; Heilige Francesco de Hieronymo. De overige beukvensters zijn voorzien van wit glas in lood.
De Sint-Pieterskerk is ingeplant te midden van een volledig ommuurd kerkhof dat sinds 1967 niet meer wordt gebruikt. De circa 2,5 meter hoge bakstenen ommuring met ezelsrug is opengewerkt met een door pilasters met bolbekroning geflankeerde toegang ter hoogte van het koor en een hoofdingang ter hoogte van de pastorie aan de westzijde. Het kerkhof toont een opvallend groot aantal gietijzeren grafkruisen. Tegen de oostgevel van de sacristie bevindt zich de ruitvormige grafsteen Petrus Van Den Eynde (+1809) en Anna Theresia Persy (+1815). Op het grafmonument van de familie Van den Eynde na dateren de overige grafstenen of –platen van na 1945.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DB002167, Parochiekerk Sint-Pieter en kerkhof.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Paesmans G. 2001: Parochiekerk Sint-Pieter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187366 (geraadpleegd op ).
Groot gebouw, samengesteld uit een westtoren, drie diepe beuken van vijf traveeën en een koor met vlakke sluiting (recentere sacristie in het zuidoosten).
Zware gotische toren van ijzerzandsteen uit de 14de eeuw; in de zuidoostelijke hoek, halfrond traptorentje dat toegang verleent tot de vier verdiepingen; onder het oculus van de gevel, een classicistische deur van zandsteen; in de noordgevel (nu achter in de zijbeuk), hoge arcade op afgeschuinde posten waardoor de benedenverdieping vroeger misschien uitzicht gaf op een zijbeuk of een zijportaal.
Classicistische beuken van bak- en ijzerzandsteen, uit de tweede helft van de 18de eeuw, afgedekt met een zadeldak; blinde hoofdbeuk met stucplafond van de zijbeuken gescheiden door Toscaanse zuilen.
Gotisch koor opgetrokken uit hetzelfde materiaal als de toren (einde 13de eeuw): dunne steunberen en eenvoudige lancetvensters; heropgebouwde puntgevel van baksteen.
Mobilair. In het koor, barokschilderijen (circa 1700). In de beuk, enkele gepolychromeerde barokbeeldjes (17de en 18de eeuw); in de doopkapel mooie Christus aan het Kruis (circa 1600). Barokaltaren (einde 17de eeuw); lambrisering biechtstoelen en mooi doksaal in Louis XVI-stijl (tweede helft 18de eeuw); gotische doopvont van ijzerzandsteen (15de-16e eeuw).
Fraai ingeplant ensemble van pastorie, kerk en aloude loofboom.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Parochiekerk Sint-Pieter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41458 (geraadpleegd op ).