Pastorie uit 1791 met pastorietuin van 46 are bij de Sint-Pietersparochie, gelegen ten westen van de kerk. Samen met de kerk en het kerkhof vormt deze pastorie een geheel. In de tuin bevinden zich sporen van de oorspronkelijke beplanting (monumentale zomereik, haagbeukenhaag...). De met de voorgevel naar de Langdorpsesteenweg gerichte pastorie ligt momenteel vlak naast de kerk, ter hoogte van de westingang. Een gekasseid voortuintje afgesloten met lage, getrapt uitgewerkte muur vervangt een op de Poppkaart (circa 1860) nog voorgesteld en inmiddels verdwenen poortgebouw en koetshuis.
De dorpskern van Langdorp ligt aan de voet van de Bosberg, aan de steile noordrand van de Demervallei, en is één van de aantrekkelijkste sites van de regio. Vanaf de kerk, die te midden van het ommuurde kerkhof ligt en een geheel vormt met de aangrenzende pastorie, wordt een onbelemmerd uitzicht geboden over de circa 1 km brede, ongerepte vallei. Langdorp vormde oorspronkelijk een geheel met Weerde, dat 1,5 km stroomopwaarts aan de overkant van de Demer lag (nabij het kasteel van Schoonhoven) en dat in de loop van de 17de eeuw om onbekende redenen ontvolkte. De Sint-Lambertuskerk van Weerde, die als de moederkerk van Langdorp werd beschouwd, werd gesloopt rond 1680. De fusie van Weerde met Langdorp in 1357 was mogelijk de aanleiding tot het verbouwen of heropbouwen van de kerk van Langdorp; voor de zware ijzerzandstenen toren wordt algemeen een 14de-eeuwse datering voorgesteld. Tijdens de ingrijpende bouwcampagne van 1776-1777 verdween het transept en werden de beuken verbreed en onder één dakkap verenigd. De bouw van de huidige pastorie aan de rand een omhaagd perceel akkerland ten westen van de kerk sloot wellicht aan bij deze bouwcampagne.
Volgens de figuratieve kaart van J.B. Joris (1775) lag de vroegere pastorie meer noordwaarts, ter hoogte van de kruising Testeltsesteenweg - Grote Meur. Een verklaring voor de herlocatie is er vooralsnog niet.
De in een gevelsteen 1791 gedateerde pastorie is opgevat als en traditioneel bakstenen dubbelhuis met twee, vijf traveeën brede bouwlagen afgedekt met een natuurleien zadeldak voorzien van drie beluikte dakkapellen. De symmetrische en evenwichtige gevelopbouw van identieke voor- en achtergevel wordt bepaald door grote, rechthoekige venster- en deuropeningen in een vlakke, natuurstenen omlijsting, opgehoogd met een trapeziumvormige sluitsteen. De centraal geplaatste voor- en achterdeur zijn voorzien van een bovenlicht en een geprofileerde druiplijst. De witte beschildering van omlijstingen en steigergaten zorgt voor een typerend kleurcontrast. Twee keldervensters langs de achtergevel verwijzen naar de overwelfde kelders met rode tegelvloer en natuurstenen trap onder de linker woonhelft. Een storend sanitair blok maskeert deels de achterdeur. De zijgevels zijn bovenaan afgewerkt met muurvlechtingen, schouderstukken en aandaken en opengewerkt met twee kleine zoldervensters en een centraal geplaatst verdiepingsvenster in een omlijsting conform de hoofdgevels. Tegen de linkerzijgevel een recente, éénlaagse aanbouw met veranda.
Het interieur toont de klassieke binnenindeling met brede, centrale dwarsgang waarop vier (inmiddels werd één kamer opgedeeld) ruime vertrekken uitgeven. Een eiken bordestrap met fraaie Louis XVI-aanzet leidt naar de verdieping met ruime overloop en zeven kamers. De aankleding dateert overwegend uit 1877 toen door architect M. Gife 'herstellingen' werden uitgevoerd: nieuwe planken vloeren, een zwart-witte tegelvloer in de gang, twee houten schouwen, waarvan één met marmerschildering en twee marmeren schouwen. In de kamer links achteraan bleef een gestuct plafond met kooflijst gedeeltelijk bewaard. De afwerking van gang en overloop met marmerschilderingen op de muren en in houtimitatie geschilderde deuren zou naar verluidt van voor de Tweede Wereldoorlog dateren. Op de ruime zolder een met lemen wanden afgesloten duivenhok.
De ruime achtertuin, langs de zijde van de kerk afgesloten met een gemeenschappelijke omheiningsmuur, omvat de primitieve kadasterpercelen 280 en 281, een L-vormig blok, waarin kerk en kerkhof min of meer een enclave vormen. In de 46 are grote tuin, waarvan er 20 werd opgeofferd voor de bouw van een jeugdheem en een feestzaal, komen verschillende relicten voor van de oorspronkelijke beplanting. Het meest opvallend is de monumentale zomereik (Quercus robur) met 352 cm stamomtrek, die deel uitmaakt van de beplanting aan de zuidrand van de tuin, nabij de Demer. In deze rand komen ook restanten voor van een oude haagbeukenhaag (Carpinus betulus). Langs de zuidelijke oever van de langwerpige vijver, die de kern vormt van het lustgedeelte staat een laag vertakte kleinbladige linde (Tilia cordata) met in elkaar gegroeide stammen. Ook een gedeelte van een oude randbeplanting langs de “Oude Amerstraat”, nu op het terrein van het jeugdheem, is nog aanwezig: twee zomereiken met restanten van een oude buxushaag (Buxus sempivirens). De bruine beuken (Fagus sylvatica 'Antropunicea') die het silhouet van de tuin bepalen werden, gezien hun stamomtrekken (circa 3 meter), vermoedelijk rond 1900 aangeplant.
Merkwaardige bomen (opname 30 augustus 2001) Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Paesmans G. 2018: Pastorie Sint-Pietersparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298419 (geraadpleegd op ).
Pastorietuin van 46 are, aangelegd bij de in 1791 gebouwde pastorie; sporen van oorspronkelijke beplanting (monumentale zomereik, haagbeukenhaag...).
De dorpskern van Langdorp ligt aan de voet van de Bosberg, aan de steile noordrand van de Demervallei, en is één van de aantrekkelijkste sites van de regio. Vanaf de kerk, die te midden van het ommuurde kerkhof ligt en een geheel vormt met de aangrenzende pastorie, wordt een onbelemmerd uitzicht geboden over de circa 1 km brede, ongerepte vallei. Langdorp vormde oorspronkelijk een geheel met Weerde, dat 1,5 km stroomopwaarts aan de overkant van de Demer lag (nabij het kasteel van Schoonhoven) en dat in de loop van de 17de eeuw om onbekende redenen ontvolkte. De Sint-Lambertuskerk van Weerde, die als de moederkerk van Langdorp werd beschouwd, werd gesloopt rond 1680. De fusie van Weerde met Langdorp in 1357 was mogelijk de aanleiding tot het verbouwen of heropbouwen van de kerk van Langdorp; voor de zware ijzerzandstenen toren wordt algemeen een 14de-eeuwse datering voorgesteld. Tijdens de ingrijpende bouwcampagne van 1776-1777 verdween het transept en werden de beuken verbreed en onder één dakkap verenigd.
De bouw van de huidige pastorie aan de rand een omhaagd perceel akkerland ten westen van de kerk sloot wellicht aan bij deze bouwcampagne. De pastorie, die de datum 1791 draagt in een gevelsteen, is opgevat als een dubbelhuis met twee bouwlagen van vijf traveeën. Het huidige voortuintje met een gekasseid toegangspad, afgesloten van de straat door een lage, getrapte uitgewerkte muur, vervangt een poortgebouw en een koetshuis dat op de kaart van P.C. Popp (1860) nog zichtbaar is. De achtertuin omvat de Primitieve percelen 280 en 281, een L-vormig blok, dat de kerk en het kerkhof gedeeltelijk omsluit.
In de huidige tuin, waarvan 20 are werd opgeofferd voor de bouw van een jeugdheem en een feestzaal, komen verschillende relicten van de oorspronkelijke beplanting voor. Het meest opvallend is de monumentale zomereik (Quercus robur) met 352 cm stamomtrek, die deel uitmaakt van de beplanting aan de zuidrand van de tuin, nabij de Demer. In deze rand komen ook restanten voor van een oude haagbeukenhaag (Carpinus betulus). Langs de zuidelijke oever van de langwerpige vijver, die de kern vormt van het 'lustgedeelte', staat een laag vertakte kleinbladige linde (Tilia cordata) met spectaculair in elkaar gegroeide stammen. Ook een gedeelte van de oude randbeplanting langs de Oude Amerstraat, nu op het terrein van het jeugdheem, is nog aanwezig: twee zomereiken met restanten van een oude buxushaag (Buxus sempervirens). De bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') die van ver het silhouet van de tuin bepalen, werden gezien hun stamomtrekken (circa 300 cm) vermoedelijk rond 1900 aangeplant.
Merkwaardige bomen (opname 30 augustus 2001)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Paesmans G. 2007: Pastorie Sint-Pietersparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298418 (geraadpleegd op ).
Pastorie bij de Sint-Pietersparochie, gelegen direct ten westen van de kerk. De pastorie vormt een geheel met de kerk en kerkhof.
Volgens de figuratieve kaart van J.B. Joris (1775) lag de vroegere pastorie meer noordwaarts, ter hoogte van de kruising Testeltsesteenweg - Grote Meur. Een verklaring voor de herlocatie is er vooralsnog niet.
De met de voorgevel naar de Langdorpsesteenweg gerichte pastorie ligt momenteel vlak naast de kerk, ter hoogte van de westingang. Een gekasseid voortuintje afgesloten met lage, getrapt uitgewerkte muur vervangt een op de Poppkaart (circa 1860) nog voorgesteld en inmiddels verdwenen poortgebouw en koetshuis.
De in een gevelsteen 1791 gedateerde pastorie is opgevat als en traditioneel bakstenen dubbelhuis met twee, vijf traveeën brede bouwlagen afgedekt met een natuurleien zadeldak voorzien van drie beluikte dakkapellen. De symmetrische en evenwichtige gevelopbouw van identieke voor- en achtergevel wordt bepaald door grote, rechthoekige venster- en deuropeningen in een vlakke, natuurstenen omlijsting, opgehoogd met een trapeziumvormige sluitsteen. De centraal geplaatste voor- en achterdeur zijn voorzien van een bovenlicht en een geprofileerde druiplijst. De witte beschildering van omlijstingen en steigergaten zorgt voor een typerend kleurcontrast. Twee keldervensters langs de achtergevel verwijzen naar de overwelfde kelders met rode tegelvloer en natuurstenen trap onder de linker woonhelft. Een storend sanitair blok maskeert deels de achterdeur. De zijgevels zijn bovenaan afgewerkt met muurvlechtingen, schouderstukken en aandaken en opengewerkt met twee kleine zoldervensters en een centraal geplaatst verdiepingsvenster in een omlijsting conform de hoofdgevels. Tegen de linkerzijgevel een recente, éénlaagse aanbouw met veranda.
Het interieur toont de klassieke binnenindeling met brede, centrale dwarsgang waarop vier (inmiddels werd één kamer opgedeeld) ruime vertrekken uitgeven. Een eiken bordestrap met fraaie Louis XVI-aanzet leidt naar de verdieping met ruime overloop en zeven kamers. De aankleding dateert overwegend uit 1877 toen door architect M. Gife 'herstellingen' werden uitgevoerd: nieuwe planken vloeren, een zwart-witte tegelvloer in de gang, twee houten schouwen, waarvan één met marmerschildering en twee marmeren schouwen. In de kamer links achteraan bleef een gestuct plafond met kooflijst gedeeltelijk bewaard. De afwerking van gang en overloop met marmerschilderingen op de muren en in houtimitatie geschilderde deuren zou naar verluidt van voor de Tweede Wereldoorlog dateren. Op de ruime zolder een met lemen wanden afgesloten duivenhok.
De ruime achtertuin, langs de zijde van de kerk afgesloten met een gemeenschappelijke omheiningsmuur, omvat de primitieve kadasterpercelen 280 en 281, een L-vormig blok, waarin kerk en kerkhof min of meer een enclave vormen. In de 46 are grote tuin, waarvan er 20 werd opgeofferd voor de bouw van een jeugdheem en een feestzaal, komen verschillende relicten voor van de oorspronkelijke beplanting. Het meest opvallend is de monumentale zomereik (Quercus robur). Langs de zuidelijke oever van de langwerpige vijver, die de kern vormt van het lustgedeelte staat een laag vertakte kleinbladige linde (Tilia cordata) met in elkaar gegroeide stammen. Ook een gedeelte van een oude randbeplanting langs de “Oude Amerstraat”, nu op het terrein van het jeugdheem, is nog aanwezig: twee zomereiken met restanten van een oude buxushaag (Buxus sempivirens). De bruine beuken (Fagus sylvatica 'Antropunicea') die het silhouet van de tuin bepalen werden, gezien hun stamomtrekken (circa 3 meter), vermoedelijk rond 1900 aangeplant.
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DB0002167, Parochiekerk Sint-Pieter, pastorie en bomen in pastorietuin.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Paesmans G. 2001: Pastorie Sint-Pietersparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187373 (geraadpleegd op ).
Classicistisch getint dubbelhuis met twee verdiepingen, in de voorgevel, onder de daklijst gedateerd 1791. Baksteenbouw verfraaid met vlakke zandstenen omlijsting en een uitstekende sluitsteen rond de rechthoekige vensters en voordeur; laatstgenoemde is met een gestrekte geprofileerde lijst afgezet.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Pastorie Sint-Pietersparochie met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/41459 (geraadpleegd op ).