Interessant gebouw, uit verschillende perioden, opgetrokken op een beboste uitspringende heuvel. Plattegrond bestaande uit een vrij zware toren met hoektorentje in het zuidwesten, een beuk van drie traveeën, geflankeerd door een zijbeuk aan de noordzijde, en een koor met driezijdige sluiting.

Toren van zandsteen op vierkant grondplan, reeds gotisch ondanks zijn geslotenheid (14de eeuw); voorgevelzijde op de begane grond voorzien van een zandstenen barokportaal (jaartal 1761 op de makelaar); beukzijde voorzien van een grote spitsboog achter het orgel; de kruisribgewelven, waarvan de kraagstenen en aanzet der ribben (tussenverdieping) nog zichtbaar zijn, werden vernield; noordelijke bijbouw uit de 19de eeuw.

In hoofdzaak gotische beuk (midden 13de eeuw) met noordwand van ijzerzandsteen voorzien van bogen, die uitlopen op een donkere zijbeuk, die aan de buitenzijde gecementeerd is; zuidmuur opnieuw gebouwd van baksteen in midden 18de eeuw gelijktijdig met het overkluizen van het middenschip met een van Louis XVI-stucwerk voorzien tongewelf.

Koor van bak- en zandsteen, uit de 17de eeuw, opgericht in laatgotische stijl (jaartal 1648 op de steunbeer aan de zuidzijde) vervolgens omgebouwd in de 18de eeuw (vensters en stucwerk); sacristie aan de zuidzijde bijgebouwd tijdens de tweede helft van de 17de eeuw.

Mobilair. Gebeeldhouwd hoofd, herkomstig van een vroegere doopvont(?), in de noordelijke buitenmuur; classicistische lambrisering in het koor (18de eeuw).