Pastorie uit de 17de eeuw met gerecupereerde laatgotische poort, verbouwd in 1875-1876 met behoud van de volumes, gelegen in pastorietuin van oorspronkelijk circa 80 are, met typische dualiteit: een vlak, bij de pastorie aansluitend vroeger geometrisch geordend gedeelte en, daarnaast, een hellend, bebost 'landschappelijk' gedeelte met een lindedreefje.; bijna alle aanlegdetails zijn verdwenen en door recente ingrepen (aanleg nieuwe weg) ging ook de oorspronkelijke samenhang tussen beide delen verloren.
Het uitzicht van de pastorie van Bierbeek wordt hoofdzakelijk bepaald door een ingrijpende verbouwing in 1875-1876, maar de volumes van de 17de-eeuwse pastorie zijn nog herkenbaar. Het middengedeelte van de tuingevel bevindt zich op een hoge zandstenen plint en vertoont sporen van kruisvensters en het jaartal A° 1648. In de omheiningsmuur van de pastorie bevindt zich een laatgotische poort met geprofileerde deurposten, versierd met colonnetten. De accoladeboog wordt bekroond met een waterlijst rustend op voorheen gebeeldhouwde consoles. De centrale nis met accoladeboog wordt verfraaid met een onleesbare wapensteen in reliëf, waarin een helm gevoerd wordt. Waarschijnlijk betreft het de gerecupereerde toegangspoort van de benedictijnenpriorij van Bierbeek die in de 16de eeuw verlaten werd.
Achter (ten zuiden van) de pastorie zijn nog sporen terug te vinden van de vroegere pastorietuin, een tweeledige structuur die we bij tal van andere pastorieën in de regio hebben aangetroffen: 1° een vlak, rechthoekig perceel (in dit geval het Primitief perceel sectie B nummer 194), dat in het verlengde ligt van het pastoriegebouw en meestal kruisvormig werd ingedeeld; 2° een uitbreiding met een meer bewogen reliëf en een speelsere vorm van aanleg en beplanting (vaak, maar niet hier, met bruine beuken), die meestal rond het midden van de 19de eeuw werd aangelegd en beschouwd kan worden als een bescheiden, klerikale variant op de landschappelijke stijl. In het geval van Bierbeek gaat het om de lager gelegen percelen 188, 189 en 190, op het niveau van de dalbodem van de Molenbeek.
Door de recente aangelegde toegangsweg naar de nieuwe begraafplaats op het Mevrouwkensveld worden beide delen gescheiden. De kaart van de baronie van Bierbeek uit 1760, getekend door J.B. Joris, toont een gedeeltelijk omhaagd en gedeeltelijk omwaterd blok, dat beide voornoemde delen omvat. De gracht bestaat uit een recht stuk, dat ongeveer tot in het midden van de tuin reikt, en uit een gebogen arm, tegen het pad langs de beek aan. Van oude hagen of randbeplanting zijn geen duidelijke relicten bewaard, tenzij misschien een drietal oudere taxussen (Taxus baccata). De andere oude elementen in de beplanting zijn een grootbladige linde (Tilia platyphyllos) met 350 centimeter stamomtrek aan de westrand van het vlakke perceel, en een tamme kastanje (Castanea sativa) met 365 centimeter stamomtrek aan de rand van de beek. In het lage tuingedeelte komen bovendien restanten van een lindedreefje voor, dat schuin naar de beek toeloopt, met name twaalf grootbladige linden met stamomtrekken tot 205 centimeter, een relatief jonge beplanting.
Merkwaardige bomen (opname 9 oktober 1998, standaard gemeten op 150 cm hoogte) )
- 1. grootbladige linde (Tilia platyphyllos) 350
- 3. tamme kastanje (Castanea sativa) 365
- BOETS R. e.a., De Sint-Hilariuskerk van Bierbeek, Bierbeek, St.Hilariusparochie, 1990, p. 17.
- GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 43.
Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:
- GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 43.
- DENEEF R., 2004: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Bierbeek, Boutersem, Glabbeek en Oud-Heverlee, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.