Twee gekoppelde burgerhuizen op de hoek van Hoogstraat en Kleine Pieter Potstraat, diephuizen met een traditionele kern die mogelijk opklimt tot de 16de eeuw, aangepast met een laatclassicistische lijstgevel in de vroege 19de eeuw. De oudste bebouwing op dit perceel gaat terug tot vroege 15de eeuw, opgesplitst tot twee woningen omstreeks 1440. In de 16de eeuw is sprake van overkragende houten gevels met een winkelpui en insteekverdieping, die werden versteend in 1759. J. Van de Clerck-Praet liet in 1856 van het nummer 28 de vensters op de eerste verdieping verlagen en de pui aanpassen. Daarbij bleven de laatclassicistische, vlakke omlijstingen van het middenportaal met neuten, imposten en sluitsteen en de flankerende vensters bewaard. In opdracht van Charles (Carl) Nys bracht de architect Isidore Smets in 1896 het huidige winkelraam van nummer 30 aan. De huidige winkelpui van nummer 28 door de aannemer Frans Creten dateert uit 1912, een opdracht van Ed. Peeters.

Rijwoningen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels van elk drie traveeën en drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Hoogstraat, pannen). De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters met een vlakke omlijsting en geprofileerde lekdrempel. Nummer 30 onderscheidt zich door de behouden rechthoekige inkomdeur in een geprofileerde omlijsting met kwarthol beloop op neuten in de rechter travee, en gietijzeren parapetten op de eerst verdieping. Een klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries, daklijst en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met zadeldakje in de middenas van beide panden. De blinde zijgevel in de Kleine Pieter Potstraat en de achtergevels, tuitgevels met schouderstukken en sporen van muurvlechtingen, verankerd door smeedijzeren muurankers, getuigen van de traditionele kern; hardstenen schamppalen tegen de plint van de zijgevel.

In nummer 28, winkelpui met art-nouveau-inslag uit 1912: houten pui met zijportaal en hardstenen plint, samengesteld uit gegroefde pilasters, waarop een overkragende rolluikkast tussen voluten; winkeldeur en vitrine met typische roeden. In nummer 30, klassiek houten winkelraam uit 1896: bewerkte pilasters en entablement met een kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles.

Twee quasi identieke diephuizen van elk drie traveeën en drie verdiepingen, elk afgedekt door een schilddak (Vlaamse pannen) en een dakkapel (zadeldak). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel uit de 19de eeuw doch mogelijk met oudere kern. Rechthoekige vensters met lekdrempels in omlijsting van platte banden. Eenvoudig geprofileerde daklijst waaronder een geleed kordon.

Nummer 28: fraaie winkelpui uit het eerste kwart van de 20ste eeuw; in de roedeverdeling schuilt art-nouveau-invloed.

Nummer 30: rechthoekige geprofileerde deuromlijsting op neuten; verder classiciserende winkelpui. Zijgevel langs Kleine Pieter Potstraat met verankering. Achtergevel: verankerde en gecementeerde tuitgevel met schouderstukken en sporen van muurvlechtingen.