is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Elisabethgasthuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Sint-Elisabethgasthuis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Sint-Elisabethgasthuis met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Elisabethgasthuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Het Sint-Elisabethgasthuis werd in 1250 in Diest gebouwd. Circa 1526 werd het nieuwe ziekenhuis gedeeltelijk herbouwd; in 1568 besloten de magistraten het ensemble volledig herop te richten. De klooster- en hoevegebouwen dateren uit de 17de eeuw, de apotheek werd in 1710 geopend en de kapel werd in 1780 heringericht. Het ziekenhuiscomplex herbouwd door het stadsbestuur tijdens het tweede en derde kwart van de 19de eeuw. In 1986 werden de kloostervleugel, de apotheek, de kapel en de hoevegebouwen met poort beschermd als monument.
Het Sint-Elisabethgasthuis, vroeger Groot Gasthuis genaamd, bestaat sinds 1250 op haar huidige locatie aan de Lange Steenweg (huidige Koning Albertstraat) te Diest. Het gasthuis bestond toen uit de kapel, de woning van de gasthuismeester, de ziekenzaal, de boerderij, schuur, brouwerij en washuis met aanlegsteigers langs de rivier. Ook waren er een moestuin en kerkhof op het terrein. Volgens sommige bronnen werd het gasthuis al circa 1205 op een andere site gesticht en in 1250 naar Diest verplaatst. Andere bronnen stellen dat het om twee verschillende gasthuizen gaat. Het gasthuis kwam steeds meer onder stadstoezicht te staan, wat er in 1444 toe leidde dat de laatste lekenbroeders en –zusters uit het gasthuis verdwenen en het bestuur van het gasthuis door de stad Diest werd overgenomen.
Tussen 1526 en 1528 werd de ziekenzaal herbouwd en werden de slaapkooien vernieuwd. Ook werden er muren opgetrokken, onder meer rond het kerkhof, en werden de stallingen en het wagenhuis vernieuwd.
Op 31 oktober 1619 werd besloten dat het gasthuis bestuurd zou worden door augustinessen of ziekenzusters van het gasthuis van Tienen. Het was ook in 1619 dat de naam van het gasthuis wijzigde naar Sint-Elisabethgasthuis. Doordat de kloostergemeenschap in de daarop volgende jaren sterk uitbreidde werden heel wat bouw- en verbouwingswerken uitgevoerd. De zusters breidden het complex vooral naar achteren uit. De gebouwen rondom de binnenkoer werden tussen 1644 en 1648 gebouwd. In diezelfde periode werden de twee woonhuizen tussen het oude Gasthuis en het Keizerinnestraatje aangekocht.
In 1710 werd de apotheek geopend en in 1780 werd de kapel in late Louis XV-stijl heringericht. Onder de Franse overheersing werd het klooster opgeheven en kwam het gasthuis in 1798 opnieuw onder het bestuur van de stad. In 1852 werd de brouwerij afgebroken om plaats te maken voor nieuwe ziekenzalen.
De kapel werd opgetrokken kort na de stichting van het gasthuis en werd volledig heropgebouwd in 1780. Het is een éénbeukige ruimte van drie traveeën voorzien van een tongewelf met stucversiering en een gekorniste kroonlijst. De straatgevel is opengewerkt met steekboogramen met een bakstenen omlijsting en een uitspringende sluitsteen van zandsteen. Het volume is aan de straatzijde gemarkeerd door het klokkentorentje met ingesnoerde spits van het zadeldak. Het altaar met tabernakel, het 19de-eeuwse orgel en het laat 16de-eeuwse koorgestoelte, met renaissancemotieven, bleven bewaard. In de kapel bevinden zich enkele schilderijen uit de 16de en de 18de eeuw, onder meer een Piëta in renaissancestijl, een gotisch Onze-Lieve-Vrouwebeeld van de 16de eeuw en een aantal houtsculpturen met folkloristische inslag uit de 17de en 18de eeuw. Het meubilair is ontworpen in barok en Louis XVI-stijl (18de eeuw).
De kloostergebouwen, twee verdiepingen hoog, zijn gebouwd rondom een rechthoekige binnenplaats. De gebouwen zijn opgetrokken in de traditionele bak- en zandsteenstijl met gebruik van de plaatselijke ijzerzandsteen. Volgende jaarstenen zijn aangegeven: 1644 op de sluitsteen van een rondboogdeur; 1662 boven een kelderraam, 1643 boven een segmentboogdeur aan de neerhofzijde, 1682 op de noordvleugel. De gevels worden gekenmerkt door een uitspringende sokkel, kruisvensters met dubbele ontlastingsbogen in de voorgevel en met strek in de achtergevel en een muizentandkroonlijst. De noordgevel heeft een overhoekse muizentandlijst.
De nog bestaande hoevegebouwen bevinden zich aan het neerhof. De gevelordonnantie van de gebouwen werd vernieuwd, maar toch zijn de stallingen grotendeels bewaard gebleven. De grote rondbooginrijpoort in ijzerzandsteen is gedagtekend "MV .B.1667".
In de apotheek, gedateerd in 1710, bleven de opbergkastjes en de toonbank bewaard. Het rococo-interieur wordt gekenmerkt door het gebruik van Pruisisch blauw.
Het ziekenhuis omvat drie vleugels met gevelstenen voorzien van de volgende bouwopschriften: "CONSULE G.F. VAN DEN HOVE AEDIFICATUM AO MDCCC XXVI", "1851 PETERS LOWEI" en "M. THEYS 1869". De gevels in de Koning Albertstraat werden verbouwd of herbouwd omtrent hetzelfde tijdstip. Sporen van ijzerzandstenen speklagen en raamposten beleven bewaard in nummer 16, en barok getinte, zandstenen dakvenster in nummer 14.
Het bouwblok tussen de Koning Albertstraat, de Michel Theysstraat en de Gasthuisstraat behoorde vroeger toe aan de site van het Sint-Elisabethgasthuis. Op de hoek van het bouwblok bevindt zich de voormalige pastorie, een in de 19de en 20ste eeuw gewijzigde traditionele constructie. Dit gebouw maakte vroeger deel uit van het gasthuiscomplex.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Diest
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sint-Elisabethgasthuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41641 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.