De Lindenmolen of Lindemolen is een tot de 18de eeuw opklimmende korenmolen, type houten staak- of standaardmolen met open voet. Na verschillende verplaatsingen (Schaffen-Assent-Diest) bevindt de molen zich nu in Diest, in het Provinciedomein Halve Maan.
Aanvankelijk, sinds 1742, stond de molen op de Doodsberg in Schaffen (Diest). Petrus Alen kocht de molen in 1886 en liet hem heroprichten op de Mierenberg in Assent. Vier generaties lang was de familie Alen er molenaar (1887 -1987). In 1953 werd de molen stilgelegd en maalde deze verder op elektriciteit.
Op initiatief van de toenmalige stadsarchivaris van Diest, Van der Linden, schonk de familie Alen in 1958 de molen aan de stad Diest. Vanaf dan werd de molen ook naar de archivaris genoemd. De standaardmolen werd gedemonteerd in 1958 en in 1960 op de stadswallen van Diest, aan de toegang van het provinciedomein Halve Maan, in zijn oorspronkelijke vorm heropgericht. De molen werd wel niet in werking gebracht. Sommige onbruikbare of ontbrekende gedeelten werden bij de wederopbouw vervangen door stukken afkomstig van de houten molen van Kortenaken die in 1960 gesloopt was. De wieken en de trap waren afkomstig van de standaardmolen van Eindhout (Laakdal) die tevens in 1960 was afgebroken. De molen kwam in het bezit van de provincie Vlaams-Brabant. In 2003-2004 voerde Adriaens Molenbouw bv uit Weert (Nl) belangrijke herstellingswerken uit. Zo werden onder meer de wiekenas, de kruisplaten en de schoren vervangen. Op 29 mei 2005 werd de molen ingehuldigd. Sinds 2011 is de molen ook maalvaardig. Tijdens een inspectie door Monumentenwacht Vlaams-Brabant in 2017 werd vastgesteld dat de grote klopkever een aantal vitale balken en een belangrijke verbinding had aangetast. De molen werd stilgelegd. Na enkele voorlopige werkzaamheden startte op 17 september 2018 een grondige restauratie door Molenbouw Wieme Roland & Kris uit Machelen (Zulte). De delen die het ergst waren aangetast door de kevers, met name het gebinte, werden verstevigd of deels vervangen. Er bleef zoveel mogelijk van het oorspronkelijk hout bewaard. Deze delen kregen een behandeling tegen insecten die nog actief zijn. Daarna volgden er nog kleinere herstellingswerken (trap, hekwerk wieken...) en schilderwerken. Rond de molen kwam een haag als afsluiting voor ongewenste bezoekers. In 2019 werd de molen weer geopend voor het publiek.
De Lindenmolen is een houten standaardmolen met open voet op teerlingen van ijzerzandsteen (Diestiaan), gelegen op een met gras begroeide belt en toegankelijk via een belttrap. De brede molenkast heeft een overkragende, licht golvende zadeldakvormige kap (eikenhouten schaliën). De windzijde van de molenkast heeft een bedekking met eikenhouten schaliën en onderaan een baard, de zijwanden en staartzijde hebben een verticale beplanking, op de zijwanden voorzien van loergaten. De staartzijde bevat de inkom met balkon, een korenluik en een luikap ter hoogte van de kapzolder. Het wiekenkruis heeft een ijzeren askop, en is uitgerust met geklinknagelde roeden. De staartconstructie bevat een staart met een trap met dubbele leuning die eindigt op het balkon. Het kruiwerk gebeurt door middel van een kruihaspel met ketting en kruipalen.
De molen is een tweezolder met bewaarde maalinrichting en herbergt één koppel maalstenen.
- GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.