De panden op de Botermarkt 27-29 maken deel uit van een oorspronkelijk veel groter geheel dat zich uitstrekte tussen de Botermarkt en de Varkensmarkt, de huidige Kardinaal Mercierstraat. Het bestond volgens de primitieve kadasterkaart van Voncken in 1822 uit een woning met kleine tuin (kadasternummer 685) en een grote woning met tuin en vier bijgebouwen (kadasternummer 677). Vijfendertig jaar later, in 1857, tonen de opmetingen van P.C. Popp echter een gewijzigde toestand: perceel 677 werd kadastraal opgesplitst in het in twee gedeelde hoofdvolume met tuin en bijgebouwen (677b en 677c, tegenwoordig Botermarkt 25-27) en twee gebouwen met tuin aan de huidige Kardinaal Mercierstraat (677e en 679b). Vermoedelijk werd het bijgebouw van het pand Botermarkt 27 in de tweede helft van de 19de eeuw vervangen door het nog bewaarde koetshuis. De aanpalende woning, Botermarkt 25, die deel uitmaakte van het oorspronkelijke geheel, werd volledig afgebroken en in de jaren 1960 vervangen door een nieuwbouw. Foto’s uit 1978 tonen aan dat het pand nummer 29 toen nog dienst deed als woning, terwijl nummer 27 al een gewijzigde pui had en een reisbureau huisvestte.
Hoewel in de bekroning van het middenrisaliet van pand nummer 27 "anno 1700" te lezen staat, is deze datering moeilijk te rijmen met de huidige stilistische kenmerken van het gebouw. Het is mogelijk dat het opschrift verwijst naar de oudere kern van het gebouw, leesbaar in de smalle penanten van het pand nummer 29 die zo kenmerkend zijn voor de 18de-eeuwse architectuur. Vermoedelijk werden de panden 27 en 29 rond 1790 omgevormd tot een hôtel de maître in laatclassicistische stijl. De platte bandomlijstingen in zandhoudende kalksteen, het middenrisaliet en de kroonlijst dateren uit deze periode. In de tweede helft van de 19de eeuw kreeg de gevel een bijkomende en uniformiserende decoratie in pleister, meer bepaald rond de vensters omlopend lijstwerk en sluitstenen, geflankeerd door festoenen boven de vensters. Tezelfdertijd werden gietijzeren borstweringen voor de verdiepingvensters aangebracht.
De panden op de Botermarkt 27-29 vormen een als dubbelhuis opgevat bepleisterd breedhuis van drie bouwlagen en zeven traveeën onder een zadeldak, voorzien van muurvlechtingen in de linker zijgevel en een verhoogd, licht vooruitspringend middenrisaliet. Op de gelijkvloerse verdieping is de vroegere gevelindeling, ondanks de recente winkelpuien, nog leesbaar: links van het middenrisaliet bevonden zich een deur en twee vensters die tot één vitrine omgebouwd werden, en waarvan het grootste deel van de omlijstingen bewaard bleef. Rechts van het middenrisaliet bevindt zich een volledig nieuwe winkelpui en verwijzen enkel nog de bovendorpels en hun decoratie naar de vroegere vensters en deur. Het middenrisaliet bleef ongewijzigd: de geprofileerde rondboogpoort is voorzien van imposten en een voluutvormige sluitsteen en wordt geflankeerd door natuurstenen pilasters met spiegels en gestileerde trigliefen met druppels en schijfmotief die een hoofdgestel ondersteunen. De boogzwikken zijn versierd door middel van verdiept aangebrachte spiegels. Boven het hoofdgestel lopen pilasters met Franse voegen op naar de zware kroonlijst. Twee rechthoekige en naar boven toe verjongende vensters in een geprofileerde natuurstenen omlijsting worden gescheiden door een zwaar geprofileerde waterlijst en geflankeerd door verdiepte spiegels. Het middenrisaliet wordt bekroond door een rondboogdakvenster, momenteel afgesloten door middel van een houten luik en gevat in een platte bandomlijsting. Aan weerszijden van het dakvenster bevindt zich een vierkante verdiepte spiegel, met opschrift “anno 1700”. Het geheel wordt afgesloten door twee als basement uitgewerkte pijlers en onderling verbonden door een omlopende zandkalkstenen kroonlijst waarop drie siervazen.
Op de verdiepingen is de gevelordonnantie eveneens ongewijzigd en bestaat ze uit rechthoekige, naar boven toe verjongende vensters in een natuurstenen platte bandomlijsting met profiel, gestileerde voluutsluitsteen en festoenen in pleister. Elk venster is voorzien van een decoratieve smeedijzeren borstwering en heeft houten schrijnwerk met roedeverdeling. Een monumentale kroonlijst kondigt het dak aan.
Het interieur kon niet bezocht worden.
- BRANS M., Diest. Stille getuigen, s.l., 1994.
- LEMAIRE R. e.a., Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, 1971: p. 56-99.
- VAN DER EYCKEN M., Steden in beeld. Diest, s.l., 1994.