Het Sint-Julianusgasthuis is een van de oudste liefdadige instellingen te Antwerpen, gesticht in 1303 door Ida van Wijnegheem, weduwe van Gisbert Van der List en kanunnik Jan Tuclant. Het gasthuis herbergde gedurende drie nachten de arme vreemdelingen op doorreis te Antwerpen. Bij de verbouwing van het gasthuis in 1501, kwam vermoedelijk de huidige kapel tot stand, waarvan de toren in 1785 wegens bouwvalligheid werd afgebroken. In de 16de eeuw kwam de instelling door de decreten van Keizer Karel onder het bestuur van de Aalmoezeniers van de "Camer van den Huysarmen".
De traditie van de Pelgrimstafel dateert uit de 16de-17de eeuw. Het gebruik bestaat hierin dat op Witte Donderdag (aanvankelijk alleen op Goede Vrijdag) een maaltijd wordt aangeboden aan twaalf pelgrims of aan twaalf armen van de stad. Beroemd zijn de boterfiguren die voor die gelegenheid gemaakt worden. Van 1702 tot 1798 werd het Sint-Julianusgasthuis bestuurd door het Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Loretten, in 1702 gesticht door burgers die op bedevaart geweest waren naar het Casa Santa in Loreto. In deze periode kende de instelling een grote bloei, die gepaard ging met talrijke verbouwingen. De voorgevel aan de Stoofstraat werd hersteld omstreeks 1762, de gevel aan de Sint-Jansvliet omstreeks 1791. Nadat de kapel en het gasthuis in 1798 door het Franse bewind waren gesloten, werd de kapel hetzelfde jaar verkocht, het gasthuis verhuurd en ingericht als dansgelegenheid. Het Sint-Julianusgasthuis werd in 1800 opnieuw geopend als asiel onder het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Verbouwingen vonden plaats in 1832-1839 en in 1903, met name de uitbreiding van de oude slaapzaal. De vleugel aan de Stoofstraat werd grotendeels heropgebouwd naar een ontwerp door de architect Michel De Braey uit 1911. Pas in 1925 kon de Commissie voor Openbare Onderstand de kapel opnieuw aankopen, waarna de architect Louis De Vooght omstreeks 1930 instandhoudingswerken uitvoerde. De oude hoofdingang, de kapel en de aanpalende woning in de Hoogstraat werden in 1956-1958 door de Commissie voor Openbare Onderstand ingrijpend gerestaureerd, onder leiding van de architect Fritz Van Averbeke. De werken betroffen het decaperen, herstellen en aanvullen van de bak- en zandsteenparementen, met gebruik van witte natuursteen. Van 1956 tot 1987 deed het Sint-Julianusgasthuis dienst als rusthuis voor bejaarde vrouwen. Sinds 1970 huisvest de kapel de kunstgalerij De Zwarte Panter. In 1996-1997 onderging het oude gebouwencomplex een zachte restauratie.
Het Sint-Julianusgasthuis vormt een cluster van gebouwen rond een binnenplein, ingeplant in het bouwblok gevormd door Hoogstraat, Sint-Jansvliet, Zand en Stoofstraat.
Oude hoofdingang en aanpalende woning. De hoofdingang van het gasthuis in bak- en zandsteenbouw, dateert waarschijnlijk uit 1501. De brede korfboogpoort in een zandstenen omlijsting met kwarthol beloop, wordt bekroond door een verankerde, spitse geveltop met schouderstukken, overstekend op twee geprofileerde consoles, waarbinnen een blinde, zandstenen spitsboognis met veellobbig traceerwerk. Het houten Sint-Rochusbeeld door Walter Pompe uit 1759 dat eertijds in deze nis prijkte, werd in 1796 door het Franse bewind neergehaald. De poort wordt rechts geflankeerd door een rondboognis in een zandstenen omlijsting, waarin een pomp uit blauwe hardsteen, met een bronzen leeuwenkop als spuwer en een smeedijzeren arm. De aanpalende woning, genaamd "Sint-Jacob" (1620), is een traditioneel breedhuis van twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, leien), links begrensd door een trapgevel met aandak. De lijstgevel met een bak- en zandstenen parement, speklagen en een kwartholle daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers, rust op een kwarthol geprofileerde plint waarin een kelderluik. De centrale rondboogdeur met een hardstenen omlijsting in vroeg-barokstijl, dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw. De geblokte archivolt met gelede imposten, panelen in de zwikken en een voluutsleutel, vanaf gedrukte pilasters, is afgedekt door een gestrekte geprofileerde waterlijst. Deze deur is gevat in een hardstenen pui, die uit een register van vier gekoppelde, getraliede kruiskozijnen en een bolkozijn bestaat, afgewerkt met een waterlijst, waarboven wigvormige ontlastingsstenen. De bovenverdieping wordt vanaf een waterlijst geopend door drie kruiskozijnen met kwartholle negblokken, een druiplijst en wigvormige ontlasting; hogerop steigergaten. De middentravee is verhoogd in een breed getrapt dakvenster van vijf treden met een overhoeks topstuk, geopend door een rechthoekig luik met kwartholle negblokken en een druiplijst.
Voormalige Sint-Julianuskapel, in gebruik als kunstgalerij, daterend van 1501. Eenvoudig georiënteerd zaalkerkje met driezijdig gesloten koor en bakstenen gevels. Sporen van een oude ingang bleven bewaard in de westgevel, een hoge puntgevel op schouderstukken die uitgeeft op de binnenplaats. Deze heeft een bak- en zandstenen parement, op een afgeschuinde sokkel. Rondboogdeur met negblokken, gemarkeerd door een geprofileerde waterlijst van zandsteen met gestrekte uiteinden. Op de tweede bouwlaag een groot spitsboogvenster met zandstenen negblokken en ijzeren harnas; een luikje in top. De zij-ingang van de kapel langs een kleinere binnenplaats, is een rechthoekige deur met spitsboogvormig bovenlicht boven een gestrekt middenkalf, gevat in een zandstenen geprofileerde omlijsting op neuten.
Vleugel van het Sint-Julianusgasthuis. Breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen). Eenvoudige bepleisterde en beschilderde lijstgevel heropgebouwd in 1791, mogelijk met een oudere kern. Regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met geprofileerde hardstenen lekdrempel, en een inkomdeur met bovenlicht en gestrekte waterlijst. Houten vensterschrijnwerk met typische roeden uit het eerste kwart 20ste eeuw op de begane grond.
Deze vleugel vormt de zuidzijde van de binnenplaats van het gasthuis. De oostzijde (Hoogstraat) van de binnenplaats, uitspringend naast de westgevel van de kapel sluit qua stijl volledig aan bij de zuidvleugel. Westgevel met een bakstenen parement van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen). Op de begane grond rechthoekige vensters in een hardstenen omlijsting onder bakstenen ontlastingsboog; spiegelboogdeur in een hardstenen omlijsting op neuten in derde travee. Eenvoudige vierkante vensters op de bovenverdieping. Aan de zuidzijde (Sint-Jansvliet) van binnenplaats, gevel van twee traveeën met een rechthoekige deuromlijsting in de tweede travee.
Hoofdingang van het Sint-Julianusgasthuis. Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), grotendeels heropgebouwd naar een ontwerp door de architect Michel De Braey uit 1911. Deze werken betroffen de bouw van de voorgevel op een nieuwe rooilijn, van de drie linker traveeën van de noordvleugel en van de dwarse oostvleugel aan de binnenplaats. De nieuwbouw huisvestte gelijkvloers de vestibule, gescheiden baden voor mannen en vrouwen, en een refter voor vrouwen, en op de verdieping twee slaapzalen met vier en zes bedden. De rechter travee van de noordvleugel en de dwarse oostvleugel uit de tweede helft van de 18de eeuw bleven behouden.
Lijstgevel in neorégencestijl, representatief voor de architectuurproductie van Michel De Braey uit de vroege jaren 1910. Met een parement uit bak- en natuursteen, rust de opstand op een kwarthol geprofileerde plint uit roze breuksteen en hardsteen, waarin drie getoogde keldermonden. Op de begane grond, getoogde middendeur en vensters in een geprofi!leerde omlijsting met sluitsteen, de deur geaccentueerd door neuten, een schelpmotief en een geprofileerde waterlijst met gestrekte uiteinden; smeedijzeren venstertralies. Op de bovenverdieping, rechthoekige vensters met cordonvormende lekdrempels, en steigergaten onder de houten kroonlijst. Drie houten dakkapellen met een ovaal oeil-de-boeuf en waterlijst. De dwarsvleugel aan de oostzijde van de binnenplaats, telt drie bij twee traveeën en twee bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Stoofstraat, pannen). Baksteenbouw met hardstenen deur- en vensteromlijstingen en houten dakkapellen, identiek aan de voorgevel. De vleugel eindigt op de kop in een arcade van twee traveeën, met hardstenen steekbogen met schelpsleutel op pijlers, onder gebogen waterlijsten met gestrekte uiteinden. Naast de galerij aan de noordzijde, achtergevel van het achterhuis van Stoofstraat 14: bepleisterde en beschilderde gevel van twee bouwlagen met eenvoudige vensteropeningen en muurankers.
De westvleugel aan de binnenplaats uit de tweede helft van de 18de eeuw, telt zeven traveeën en twee bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Stoofstraat, pannen). Op de begane grond, getoogde vensters in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen, en een ovale oculus in de eerste travee. De getoogde deur in de derde travee, is gevat in een hardstenen omlijsting met schelpsleutel, onder een geprofileerde waterlijst met gestrekte uiteinden. Rechthoekige bovenvensters. Het interieur omvat de raadszaal met marmeren altaar, borstbeelden en portretten van vroegere beschermers van het gasthuis. Hier bevindt zich ook de zware eikenhouten "Pelgrimstafel".
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. & Braeken J. 2018: Sint-Julianusgasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298076 (geraadpleegd op ).
Een van de oudste liefdadige instellingen te Antwerpen. Gesticht in 1303 door Ida Van der List en kanunnik Jan Tuclant. Het gasthuis herbergde gedurende een beperkt aantal nachten de arme vreemdelingen op doorreis te Antwerpen. Verbouwing van het gasthuis in 1501; vermoedelijk werd toen de huidige kapel gebouwd met de toren die in 1785 werd afgebroken omwille van zijn bouwvalligheid. In de 16de eeuw kwam de instelling door de decreten van Keizer Karel onder het bestuur van de Aalmoezeniers van de "Camer van den Huysarmen".
De traditie van de Pelgrimstafel dateert uit de 16de-17de eeuw. Het gebruik bestaat hierin dat op Witte Donderdag (aanvankelijk alleen op Goede Vrijdag) een maaltijd wordt aangeboden aan twaalf pelgrims of aan twaalf armen van de stad; beroemd zijn de boterfiguren die voor die gelegenheid gemaakt worden. Van 1702 tot 1798 bestuurd door het Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Loretten (Broederschap gesticht in 1702 door burgers die op bedevaart geweest waren naar Loretten); grote bloei van de instelling en talrijke verbouwingen. De voorgevel aan de Stoofstraat werd hersteld circa 1762, de gevel aan de Sint-Jansvliet circa 1791. De kapel en het gasthuis werden in 1798 door de Franse overheid gesloten; hetzelfde jaar werd de kapel verkocht, het gasthuis verhuurd en ingericht als dansgelegenheid. Het Sint-Julianusgasthuis werd opnieuw geopend in 1800 onder het bestuur van de Burgerlijke Godshuizen. Verbouwingen in 1832-39 en in 1903 (uitbreiding van de oude slaapzaal). De instelling behoort nu tot de Commissie van Openbare Onderstand (C.O.O.) van Antwerpen. Gerestaureerd in 1957-59.
Hoogstraat nummers 70-72: oude hoofdingang en aanpalende woning; de hoofdingang van het gasthuis dateert waarschijnlijk uit 1501. Brede korfboogpoort in zandstenen omlijsting bekroond met een spitse geveltop met schouderstukken, overstekend op twee geprofileerde consoles; blinde spitsboognis met veellobbig traceerwerk. Het houten Sint-Rochusbeeld, door W. Pompe (1759), dat eertijds in deze nis prijkte werd in 1796 door de Franse bezetters neergehaald. Aanpalende woning: het voormalige "Sint-Jacob" (1620): breedhuis van twee bouwlagen met zadeldak (leien), links begrensd door een trapgevel met aandak. Bak- en zandstenen parement in traditionele stijl op een vooruitspringende zandstenen plint die onderbroken is door een keldermond. Rondboogdeur met een vroeg-barokomlijsting uit de eerste helft van de 17de eeuw. Geblokte archivolt op imposten, voorzien van een S-sleutel en afgedekt door een gestrekte geprofileerde waterlijst. Gekoppelde kruiskozijnen met erboven een waterlijst op de eerste bouwlaag. Tweede geleding met drie kruiskozijnen op een uitspringende waterlijst en hogerop steigergaten. De middentravee is verhoogd in een breed getrapt dakvenster.
Voormalige Sint-Julianuskapel , heden kunstgalerij, daterend van 1501. Eenvoudig georiënteerd zaalkerkje met driezijdig gesloten koor en bakstenen gevels. Sporen van een oude ingang bleven bewaard in de westgevel. Deze westgevel geeft uit op de binnenplaats, bak- en zandstenen parement met een hoge puntgevel op schouderstukken. Afgeschuinde sokkel van natuursteen. Rondboogdeur gemarkeerd door een geprofileerde waterlijst van zandsteen met gestrekte uiteinden, negblokken. Op de tweede bouwlaag groot spitsboogvenster met zandstenen negblokken en ijzeren harnas, een luikje in top.
Zijingang van kapel langs kleinere binnenplaats, rechthoekige deur met spitsboogvormig bovenlicht boven gestrekt middenkalf, gevat in een zandstenen geprofileerde omlijsting op neuten. De kapel, de oude hoofdingang en de aanpalende woning werden vakkundig gerestaureerd in 1957-59.
Het Sint-Julianusgasthuis heeft nog gebouwen langs de Sint-Jansvliet en de Stoofstraat.
Sint-Jansvliet nummer 25. Gevel van het Sint-Julianusgasthuis. Breedhuis met lijstgevel ingedeeld in vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen). Eenvoudige bepleisterde en beschilderde gevel met goede verhoudingen uit de 19de eeuw (oudere kern). Vensters van begane grond hebben mooie tracering (eerste kwart 20ste eeuw), kordons onder de lekdrempels van beide bouwlagen. Rechthoekige deur met bovenlicht bekroond door geprofileerde druiplijst in vlakke omlijsting. Deze vleugel vormt de zuidzijde van de binnenplaats van het gasthuis. De oostzijde (Hoogstraat) van de binnenplaats, uitspringend naast de westgevel van de kapel sluit qua stijl volledig aan bij de zuidvleugel. Westgevel met bakstenen parement van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen); op de eerste bouwlaag rechthoekige vensters in arduinen omlijsting onder bakstenen ontlastingsboog; arduinen spiegelboogdeuromlijsting op neuten in derde travee; eenvoudige vierkante vensters op tweede bouwlaag. Aan zuidzijde (Sint-Jansvliet) van binnenplaats, gevel van twee traveeën met rechthoekige deuromlijsting in tweede travee.
Stoofstraat 8. Huidige hoofdingang van de instelling. Breedhuis met lijstgevel ingedeeld in vier traveeën en twee bouwlagen. Gevel in regionale laatbarokstijl daterend van het derde kwart van de 18de eeuw. Parement van bak- en natuursteen (witsteen, arduin en roze kalksteen). Plinten van gebouchardeerde roze kalksteenblokken met drie steekboogvormige keldermonden onder een ontlastingsboog, kwarthol geprofileerde plint; vlakke puilijst. Op de tweede bouwlaag, doorlopende lekdrempels en steigergaten die onderling verbonden zijn door een vlakke natuurstenen band. Eenvoudige geprofileerde kroonlijst. Steekboogvormige benedenvensters in een geprofileerde omlijsting met sluitsteen; traliewerk volgt het tracé van de boog. Steekboogpoort in gelijkaardige omlijsting met sluitsteen, rustend op neuten; bekronende gebogen druiplijst met gestrekte uiteinden; gestrekt middenkalf met bovenlicht. Rechthoekige vensters op tweede bouwlaag. Drie dakkapellen met ovaal oeil-de-boeuf. Noordvleugel geeft toegang tot de binnenplaats langs een brede bakstenen korfboogpoort met een arduinen sluitsteen. Deze poort springt in ten opzichte van het eigenlijke binnenplein; links en rechts van de poort rode baksteenbouw met arduinen deur- en vensteromlijstingen. Vleugels in zelfde stijl als voorgevel van de Stoofstraat. Westvleugel van zeven traveeën en twee bouwlagen. Op de eerste bouwlaag, segmentboogvensters in geprofileerde omlijstingen met sluitsteen. Ovale oculus in eerste travee. Segmentboogdeur in derde travee, gevat in een arduinen omlijsting met schelpvormige sluitsteen; bekronende geprofileerde druiplijst met gestrekte uiteinden. Rechthoekige bovenvensters. Oostvleugel van drie traveeën in zelfde stijl. Deze vleugel loopt uit op een zijtravee van een open galerij aan de noordkant van de koer. Galerij van twee traveeën op drie arduinen pijlers met segmentbogen met schelpvormige sluitsteen; erboven gebogen druiplijsten met gestrekte uiteinden. Zijtraveeën van zelfde ordonnantie. Boven galerij schelpornament onder een segmentbogig druiplijstje met gestrekte uiteinden. Rechthoekig bovenvenster en ellipsvormig dakvenster. Naast galerij (aan noordzijde), achtergevel van het achterhuis van Stoofstraat nummer 14; bepleisterde en beschilderde gevel van twee bouwlagen met eenvoudige vensteropeningen en muurankers.
Westvleugel van het gasthuis bevat de raadszaal met marmeren altaar, borstbeelden en portretten van vroegere beschermers van het gasthuis. Hier bevindt zich ook de zware eikenhouten "Pelgrimstafel".
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Sint-Julianusgasthuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4172 (geraadpleegd op ).