is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning De Roode Leeuw
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Woning De Roode Leeuw
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoekhuis De Rode Leeuw
Deze vaststelling was geldig van tot
Bak- en zandstenen barokhuis met twee verdiepingen en zadeldak van circa 1700. Zijgevel voorzien van schouderstukken en muurvlechtingen. Dienstvleugel onder een pannen zadeldak bestaande uit twee bouwlagen met mezzanino en zes traveeën.
In het pand De Roode Leeuw, Schaffensestraat 21, was vroeger een brouwerij gevestigd. Tot op de dag van vandaag is Diest bekend als bierstad, hoewel er sinds het einde van de jaren 1970 geen bier meer gebrouwen wordt. De geschiedenis van het Diestse brouwersambacht vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen. Er waren twee soorten brouwers: brouwertappers die hun bier enkel schonken in eigen herberg, en brouwerleveranciers die ook elders leverden. Aanvankelijk werd het Diestse bier bijna uitsluitend voor de lokale markt geproduceerd. Aan het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw echter, zorgden de politieke en godsdienstige onrusten voor een revival van het Diestse bier en stimuleerden ze de export naar steden zoals Antwerpen en Leuven, die met Diest in verbinding stonden door middel van de Demer. Omstreeks het midden van de 18de eeuw was de export van het Diestse bier sterk gedaald, waardoor ook de brouwerijen sterk in aantal verminderden. De veroudering van de installaties en de groeiende concurrentie met moderne brouwerijen waren hiervan de oorzaak. Na de Eerste Wereldoorlog bleef slechts een handvol brouwerijen actief in de stad, om definitief een punt te zetten achter het brouwersambacht in 1979 met de sluiting van brouwerij de Cerkel.
Het gebouwencomplex, opgetrokken op de oever van de nu gedempte Demer, bestaat uit een circa 1700 te dateren breedhuis en een dwars op de achtergevel ingeplante dienstvleugel van circa 1800. In de literatuur en archivalia wordt het pand De Roode Leeuw herhaaldelijk vermeld als brouwerij of herberg. Het is niet duidelijk sinds wanneer het brouwersambacht er uitgeoefend werd. Op basis van kadastergegevens die teruggaan tot 1830 kunnen een aantal conclusies getrokken worden: in 1830 bestond de brouwerij in de toenmalige Abaliastraet al en was ze eigendom van Petrus Vaen-Verstappen (P. De Somer). De ontstaansdatum is echter onbekend. In 1852 nam Johannus-Franciscus Verstappen de brouwerij over. Twee jaar later reeds, in 1854, werd de brouwerij opgedoekt. Dat is de reden waarom de woning niet meer als brouwerij staat aangeduid op het kadasterplan van P.C. Popp, dat dateert van 1857.
De Roode Leeuw, waarin sinds 1900 een kledingszaak gevestigd is, was in de loop van de jaren 1920 het onderwerp van grondige reflectie naar aanleiding van de slechte bouwfysische staat en de daarmee gepaard gaande verbouwingen die de toenmalige eigenaar voorstelde. Het ontwerp voorzag de verlaging van de vensters op de gelijkvloerse verdieping waardoor het keldergat in de rechter travee gesupprimeerd werd, de herstelling van “een deel van de gevel dat dreigde af te vallen”, het decaperen van de gevel, het afkrabben van de witte steen rond de vensters en het opnieuw opvoegen van de gevel. Noch de voorgevel, noch de zijgevel zou opnieuw bepleisterd worden, met uitzondering van het onderste gedeelte van de zijgevel, vermoedelijk om sporen van vroegere ingrepen te camoufleren. Later, in 1971, werd door het stadsbestuur van Diest een bouwtoelating verleend om in de zijgevel de twee vensters op de gelijkvloerse verdieping te vervangen door een uitstalraam. Hiertoe werd enkel de penant tussen beide vensters weggenomen, hetgeen gesuggereerd wordt door de vensters op de verdieping.
De Roode Leeuw, circa 1700 te dateren, is een breedhuis in baksteen en zandhoudende kalksteen dat bestaat uit twee bouwlagen en drie traveeën onder een leien zadeldak. De gevel is wit beschilderd met een geteerde plint en voorzien van muurankers. De rechthoekige vensters, onder de vorm van kruiskozijnen op de verdieping, zijn alle afgezet met een licht vooruitspringende decoratieve band onder een geprofileerde waterlijst. Vóór de veranderingen in de jaren 1920 waarbij de vensters op het gelijkvloers verlaagd en de kruisen verwijderd werden, waren deze vensters wellicht identiek aan de huidige kruiskozijnen op de verdieping.
Opvallend is het middenrisaliet dat bekroond wordt door een fraai, in kalksteen afgewerkt volutengeveltje en uitloopt op een driehoekig fronton. Op de gelijkvloerse verdieping wordt de rondboogdeur geflankeerd door pilasters, versierd met Franse voegen, en bekroond door een hoofdgestel. In de zwikken werden spiegels aangebracht. Een geprofileerde waterlijst markeert de horizontale geleding tussen de eerste en de tweede verdieping. De voluten boven het hoofdgestel maken sierlijk de overgang naar het rechthoekige verdiepingsvenster dat wordt omkaderd door een kalkstenen omlijsting. Oude foto’s tonen aan dat het huidige venster - in oorsprong een kruiskozijn - vroeger als laadluik fungeerde. Vlak onder de dakrand loopt een geprofileerde kroonlijst over de ganse breedte van de gevel. De geprofileerde waterlijst boven het venster is verbonden met de onderdorpel van het dakvenster door middel van drie, licht vooruitspringende, verticale banden en markeert zo de overgang van de eerste verdieping naar het dak. Hier bevindt zich een dakvenster, met luikjes tussen Dorische zuiltjes en voluten, dat als topgevel in aansluiting met het gevelvlak uitgewerkt werd. Het middenrisaliet wordt bekroond door een driehoekig fronton dat rust op gecontourneerde voluten die een oculus omsluiten en van het dakvenster gescheiden worden door een dubbele geprofileerde waterlijst waartussen een blind fries. Boven op het fronton prijkt een decoratieve dennenappel. Hoewel het middenrisaliet een duidelijk verticaliserende tendens verleent aan de voorgevel, zorgen de geprofileerde bovendorpels van de vensters voor een horizontale markering in het geheel.
De vrijstaande linkerzijgevel van De Roode Leeuw, uitgewerkt als puntgevel, is voorzien van muurankers en keek oorspronkelijk uit op de Demer. Typerend voor de zijgevel is de geveltop waarin drie korfboogluiken in driehoek geplaatst werden met het oog op het makkelijk laden en lossen van goederen van op de Demer. Op de verdieping bevinden zich twee excentrisch geplaatste vensters met daaronder, op het gelijkvloers, een breed uitstalraam dat in 1971 toegevoegd werd. Onder meer de sierankers, de plaatsing van de vensters en de sporen van wijzigingen in de bogen van de laadluiken wijzen op latere aanpassingen.
De Roode Leeuw werd vermoedelijk rond 1800 uitgebreid met een (gedeeltelijk) nieuw dienstgebouw langs de oever van de Demer. Deze dienstvleugel onder een pannen zadeldak bestaat uit twee bouwlagen met een mezzanino en zes traveeën, waarvan de eerste twee ietwat geïsoleerd zijn van de andere door een groter stuk blinde gevel en een verschillende vensterindeling. Elke bouwlaag bestaat uit zes rechthoekige vensters. De vensters van de gelijkvloerse verdieping zijn omkaderd door een zandstenen omlijsting (met grijze verf overschilderd in een ander patroon) die een kwarthol profiel hebben en een ietwat getoogde bakstenen latei. De vensters op de verdieping hebben dit niet. De gevel werd wit geschilderd, kreeg een geteerde plint en is voorzien van muurankers.
Bron: Beschermingsdossier DB002145, Woning De Rode Leeuw (digitaal dossier)
Auteurs: Verloove, Claartje; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Diest
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning De Roode Leeuw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41764 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.