Deze afspanning is vermoedelijk een afspanning met classicistische voorgevel uit het einde van de 18de eeuw. Het is een ruim dubbelhuis met drie verdiepingen en elf traveeën.
De panden 'In de Laatsten Stuiver' zijn gelegen aan de Schaffensestraat 59-65, in het deel dat vroeger, volgens het kadasterplan van P.C. Popp, de 'Grooten Draeystraet' en daarvoor (1822) 'de Grooten Draai' heette. Gezien de ligging, vlakbij de Schaffensepoort aan de invalsweg van Schaffen naar Diest, en de configuratie van gebouwen, bijgebouwen en gronden, was 'In de Laatsten Stuiver' vermoedelijk een afspanning.
Over de bouwgeschiedenis van het pand is niet veel geweten. De sobere classicistische voorgevel dateert uit het einde van de 18de eeuw en is, op het gelijkvloers na, zeer gaaf bewaard. Uit de kadasterplannen van J.L. Voncken (1822) blijkt dat het gebouw een grote tuin had, twee dienstgebouwen (mogelijk stallingen en schuur) en een achterliggende weide. De plannen van P.C. Popp tonen aan dat die weide in 1857 niet langer bij het goed hoorde, maar dat aan de situatie van het huis en de bijgebouwen niets veranderd werd. De huidige opsplitsing van het pand in vier afzonderlijke huizen en het verdwijnen van de bijgebouwen dateert dus zeker van na 1857. Oude foto's tonen aan dat de bovenste vensters van de drie traveeën uiterst links in de gevel ooit blindvensters waren. In 1971, bij het opstellen van de inventaris van het bouwkundig erfgoed in Diest, bestond de koetspoort in de middentravee nog. Tegenwoordig is echter de volledige gelijkvloerse verdieping verbouwd. De gevel was oorspronkelijk bepleisterd.
De panden 'In de Laatsten Stuiver' vormden oorspronkelijk één geheel en werden opgetrokken in baksteen met gebruik van zandhoudende kalksteen voor vensteromlijstingen en cordonlijst. 'In de Laatsten Stuiver' is een ruim dubbelhuis van drie bouwlagen en elf traveeën onder een pannen en kunstleien zadeldak. De middentravee is breder uitgewerkt en wordt gemarkeerd door oplopende pilasters met Franse voegen. Tot voor kort bevond zich op de begane grond een rechthoekige inrijpoort tussen stijlen met Franse voegen waarop een fries met medaillonversiering en een kroonlijst. Een cordonlijst scheidt de gelijkvloerse van de eerste verdieping. De rechthoekige vensters van de tweede verdieping zijn iets kleiner dan die van de eerste en worden in de pare traveeën bekroond door vijf oculi waarvan de kalkstenen sluitsteen gedeeltelijk doorloopt in de geprofileerde bakstenen kroonlijst. In tegenstelling tot de gave gevel op de verdiepingen, werd de begane grond stapsgewijs verbouwd. De zijgevels zijn voorzien van schouderstukken en muurvlechtingen. In de linker zijgevel bevinden zich twee laadluiken, waarvan er slechts één zichtbaar is aan de straatkant. De sobere, uitsluitend in baksteen opgetrokken achtergevel toont licht getoogde vensters op de eerste en tweede verdieping en lage rechthoekige vensters op zolderniveau. Het gelijkvloers gaat schuil achter diverse aanbouwen.
- FERRARIS J. 1777: Carte Chorographique des Pays-Bes Autrichiennes.
- VONCKEN J.G. 1822: Primitieve kadasterkaart, Gemeente van Diest, s.l.
- POPP P.C. 1857: Atlas Cadastral de Belgique. Province de Brabant. Arrondissement de Louvain. Plan Parcellaire de la ville de Diest, avec les mutations, Brugge.
- KEUSTERS M. 1877: Ville de Diest. Plan représentant avec un rayon de 100 mètres l’emplacement A où Mr. Sooghen, brasseur, se propose d’établir une machine à vapeur, Brussel.
- DE SOMER P. 1982: Een brouwerij te Diest. Een bijdrage tot de industriële archeologie (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), Leuven.
- LEMAIRE R. e.a. 1971: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, p.56-99.
- VAN DER EYCKEN M. 1994: Steden in beeld. Diest, s.l.
- VAN DER EYCKEN M. 1980: Geschiedenis van Diest, Diest.
- RAEYMAEKERS F.J. 1870: Het kerkelijk en liefdadig Diest, Leuven.