Eind 16de-eeuws bakstenen breedhuis met overkragende (lemen) verdieping op houten korbelen, in 1649 uitgebreid met een korte dwarsvleugel in traditionele bak- en zandsteenstijl en onderling verbonden met een vierkante traptoren in de oksel.
Historiek
Het vormalig refugiehuis hoorde bij de abdij van Rothem bij Halen, die reeds in 1243 werd vermeld. Het pand in archieven vermeld als "de Regenboog in het Wederbroek" werd in 1622 aangekocht van Pieter Creton voor 1830 guldens. Het was tot en met het einde van het ancien régime in het bezit van de vrouwenabdij.
Het betrokken pand is gelegen langs de Michel Theysstraat, één van de oudste verkeersaders van de stad, waarvan het uitzicht sinds de demping van een Demerarm ingrijpend werd gewijzigd. Van oudsher waren de oevers van de Demerarm de aantrekkingspool voor de vestiging van ambachtelijke en industriële bedrijven. Hiernaar verwijst het gesloten karakter van de rechter straatwand met achterpanden en stapelhuizen, oorspronkelijk gesitueerd langs de Demeroever. De overzijde werd gekenmerkt door een rijk gevarieerde, historische bebouwing. In de jaren 1990 werden verschillende waardevolle panden gesloopt of op onoordeelkundige wijze verbouwd. Het voormalige refugiehuis van Rothem bleef weliswaar bewaard, maar staat er sinds de sloping van de aangrenzende straatwand, desolaat bij.
Beschrijving
Het is een L-vormig complex met twee bouwlagen onder zadeldak met zijtrapgevels, samengesteld uit een breedhuis van acht traveeën (eind 16de eeuw) in 1649 (conform gevelankers) uitgebreid met een kortere dwarsvleugel. De voorgevel van de 16de-eeuwse hoofdvleugel met bakstenen (gecementeerde) onderbouw heeft een overstekende bepleisterde (lemen) verdieping op houten korbelen. Gelijkvloers is het pand opengewerkt met een poortdoorgang met een houten latei, twee rechthoekige deuren en drie beluikte vensters. De vrijstaande rechterzijgevel in baksteen met trapbekroning is opengewerkt met beluikte zoldervensters in een bakstenen rondboogomlijsting. De bakstenen achtergevel met kroonlijst in ijzerzandsteen die grotendeels schuilgaat achter een recentere dwarsvleugel vertoont een groot rechthoekig venster met bewaarde kalkzandstenen stijlen met negblokken. Afdekking met rode tichelpannen langs de achterzijde.
De kortere dwarsvleugel is in gevelankers 1649 gedateerd en bevindt zich onder kunstleien en pannen zadeldak. Verder zijn er een bakstenen constructie met een muizentandfries, sporen van kruisvensters (omlijsting negblokken, dubbele ontlastingsbogen) in de binnenkoergevel en bolkozijnen in de straatgevel. De achtergevel heeft een trapbekroning met kleine vierkante zoldervensters in een natuurstenen omlijsting en een nog oorspronkelijk kruisvenster. In de oksel van de twee vleugels bevindt zich een traptoren op vierkante plattegrond met een pannen tentdak. Verder heeft het een bakstenen muizentandfries en sporen van natuurstenen vensteromlijstingen. In het verlengde van deze dwarsvleugel liggen nog diverse, recentere aanbouwen.
In de 19de eeuw werd nog een linkervleugel tegen het hoofdgebouw aangebouwd, zodat het geheel een U-vormig uitzicht kreeg.
RAYMAEKERS F. 1870: Het kerkelijk en liefdadig Diest, Leuven, 523-525.
Bron: Beschermingsdossier DB002070, Refugiehuis v an de abdij van Rothem (digitaal dossier) Auteurs: Paesmans, Greta Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Refugiehuis van de abdij van Rothem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/41779 (geraadpleegd op ).