Oorspronkelijk gotisch doch tijdens het classicisme grondig gewijzigd gebouw. Samengesteld uit een ingebouwde westtoren, drie beuken van drie traveeën en een polygonaal koor, geflankeerd door rechte kapellen; sacristie uit de 18de eeuw.
Gotisch koor (16de eeuw) van lichte zandsteen versterkt met steunberen; toegemetselde vensters; kruisribgewelven gewijzigd tijdens de volgende eeuw en voorzien van bogen, versierd met caissons en barokkraagstenen (zie Haacht).
Middenbeuk op Toscaanse zuilen, vermoedelijk in ondervernieuwing aangebracht onder de kruisribgevelven die van voor de 18de eeuw dagtekenen. Zijbeuken eveneens in de 18de eeuw opgetrokken en overwelfd naar gotische traditie (1744). Oorspronkelijk gotische toren (overkluizing en spitsboog van de benedenverdieping), in de 17de eeuw voorzien van een portaal en een barokvenster aan de westzijde, en vervolgens bovenaan herbouwd tijdens de 18de eeuw. Classicistische gevel van zandsteen met grote volutes, opgevat als scherm voor de met lessenaarsdak afgedekte zijbeuken (1744, zie archiefstukken).
Mobilair. In het koor twee schilderijen van P.J. Verhaghen (einde 18de eeuw). Laatgotisch kruis (16de eeuw) achter in de noordzijbeuk en verscheidene barokbeelden uit de 18de eeuw (kapellen); Louis XV- en Louis XVI-altaren en houtwerk (lambrisering, koorgestoelte preekstoel, hekken, banken en orgelbank).