Winkelhuis in neoclassicistische stijl op de hoek van Jan Blomstraat en Papenstraatje, volgens de bouwaanvraag uit 1871 opgetrokken in opdracht van Henri Waersegers, een handelaar in speelgoed, reisbenodigdheden, bestek en brillen. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden; de werken werden uitgevoerd in 1872. Waersegers liet het pand in 1883 uitbreiden met de twee uiterste traveeën in het Papenstraatje, naar een ontwerp door de architecten Charles en Jean De Coster.
Charles en Jean De Coster, zonen van de aannemer Carolus De Coster, waren aan het begin van hun loopbaan van 1880 tot 1887 geassocieerd. Vervolgens bouwden beiden op zelfstandige basis hun praktijk verder uit tot aan de Eerste Wereldoorlog. De gezamenlijke productie van de architecten bestaat hoofdzakelijk uit burgerhuizen in conventionele neoclassicistische stijl. Als hun belangrijkste vroege realisatie geldt het natiegebouw van Vlaey Natie in de Stijfselstraat.
Afgeschuind en geknikt hoekhuis met oorspronkelijk zes en sinds 1883 acht traveeën, vier bouwlagen hoog waaronder een entresol, onder een geknikt zadeldak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een klassieke houten winkelpui die begane grond en entresol beslaat, met een plint uit blauwe hardsteen. Bij een recente gevelrenovatie werd het stucdecor van geblokte pilasters en geriemde vensteromlijstingen met oren verwijderd. De winkelpui met hoekportaal, volledig opengewerkt en afgewerkt door een entablement met kroonlijst op klossen, wordt gemarkeerd door zware, bovenaan gewelfde pilasters, in de hoektravee gekoppeld, rijk bewerkt met casementen, metopen, stafwerk en een composiet kapiteel. Het oorspronkelijke schrijnwerk met fijne tussenpilasters en steekbogen op de entresol is vernieuwd. Horizontaal geleed door cordonvormende lekdrempels en verticaal geritmeerd door geblokte pilasters, beantwoordt de bovenbouw aan een regelmatig ordonannantieschema opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, oorspronkelijk in geriemde omlijsting met oren. Een klassiek hoofdgestel, oorspronkelijk met een houten kroonlijst en tandlijst (vernieuwd), vormt de gevelbeëindiging.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1871#936 en 1883#887.