Pakhuis in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1880 opgetrokken in opdracht van M. Vochten, een handelaar uit de Wolstraat. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het pand werd in 2007 gerenoveerd tot woonlofts, met behoud van de houten draagstructuur.
Gebouw van drie traveeën en vijf bouwlagen onder een zadeldak met flauwe helling (nok loodrecht op de straat). De puntgevel, gedateerd “ANNO 1880”, onderscheidt zich door een verzorgd parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, verrijkt met smeedijzeren sierankers. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor speklagen, de archivolt van de poort en de jaarsteen, en van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint, waterlijsten en lekdrempels. Horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst en een waterlijst, wordt de opstand verticaal geritmeerd door spaarvelden met een tandfries op de begane grond en klimmende, getrapte friezen in de top, op lisenen, in kolossale orde over de bovenverdiepingen. De compositie legt de klemtoon op het bredere middenrisaliet, met de mijterboogpoort onder een geprofileerde archivolt, laadluiken, een trapezoïdaal pseudo-fronton boven de jaarsteen op de tweede verdieping, gemetselde waterlijsten, en in de topgeleding een tweelicht. Verder mijterboogvensters met rollaag, links verlaagd tot deur op de begane grond, en steekboogvensters gevat in spaarnissen op de bovenverdiepingen, met hardstenen lekdrempels. Een houten kroonlijst op gestrekte uiteinden vormt de gevelbeëindiging.
Achter de poort werd omstreeks 1975 een interne open laadschacht met houten hijsmechanisme (windas) geregistreerd, nog volledig en in werkzame toestand aanwezig op de zolder. Tegen de noordgevel: ingebouwde lucht- en lichtschacht voor - door het pakhuis dichtgebouwde - vensters van het aanpalende pand. De kelders bestaan uit drie bakstenen tongewelven (loodrecht op de straat), rustend op muurpartijen. Hoger: houten roosteringen met moerbalken op standvinken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1880#482.