Laatclassicistisch breedhuis uit het eerste kwart van de 19de eeuw, waarvan de traditionele, mogelijk 17de-eeuwse kern wordt aangegeven door muurankers. Uit 1830 dateert een bouwaanvraag door chocoladeverkoopster Rose Deckers, vermoedelijk om een extra travee toe te voegen, met een winkelpui op de hoek. Dit project bleef vermoedelijk beperkt tot de huidige eenlaagse aanbouw uiterst rechts.
Breed, ondiep rijhuis, mogelijk in oorsprong twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde woningen, van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), waarin een dakkapel met puntgeveltje en balkgat. Hierbij leunt een plat afgedekte aanbouw van slechts één bouwlaag aan, vermoedelijk de uitbreiding uit 1830. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, mogelijk deels in bak- en zandsteenbouw, rust op een gedecapeerde zandstenen sokkel, en is op de eerste twee bouwlagen verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met een hardstenen latei en lekdrempel; houten vensterluiken op de begane grond en smeedijzeren leuningen met cirkelpatroon op de eerste verdieping. De eerste en de laatste travee worden gemarkeerd door rechthoekige inkomdeuren, gevat in een omlijsting uit blauwe hardsteen met neuten en een gestrekte waterlijst op voluutconsoles. Van het oorspronkelijke, klassieke hoofdgestel resten de aanzet van de gelede architraaf op de hoek, en de geprofileerde houten kroonlijst. Verankerde zijgevel in beschilderde baksteenbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 838#480.