Teksten van Den Gulden Voet

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4202

Den Gulden Voet ()

Traditioneel diephuis, genaamd "Den Gulden Voet", van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat), uit het vierde kwart van de 16de of het eerste kwart van de 17de eeuw. Juffrouw A. Wouters, uitbaatster van een kruidenierswinkel, liet in 1885 de huidige winkelpui aanbrengen, naar een ontwerp door de architect Jean Le Roij,

De trapgevel van tien treden met overhoeks topstuk, heeft een gedecapeerd zandstenen parement, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Beide bovenverdiepingen vormen registers van rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde dagkanten. Het betreft vroegere kruiskozijnen, die in de 19de eeuw werden aangepast met een hardstenen lekdrempel en latei onder ontlastingsbogen uit baksteenmetselwerk, De tweeledige, door waterlijsten gelede geveltop, wordt in het eerste register geopend door een drielicht, samengesteld uit een rondbogig middenluik met kwarthol beloop, diamantkopimposten en -sluitsteen, geflankeerd door kloosterkozijnen met kwartholle dagkanten en druiplijsten. Erboven een rechthoekig luik met kwartholle dagkanten en druiplijst, en een rond uilengat. De klassieke houten winkelpui met zijportaal en hardstenen plint, bestaat uit bewerkte pilasters met diamantkoppen en stafwerk, en een entablement met kroonlijst op voluutconsoles. Deze wordt geflankeerd door een spiegelboogdeur onder een getralied bovenlicht, het geheel gevat in een eenvoudig geprofileerde, laat-barokke omlijsting uit blauwe hardsteen, te dateren in de eerste helft van de 18de eeuw. Achtergevel: bepleisterde puntgevel.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1885#427; foto FOTO-OF#6089.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Den Gulden Voet [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298102 (geraadpleegd op ).


Cleyn Brandenborch en Bodemloze Mand ()

Voormalig huis "Cleyn Brandenborch" en "Bodemloze Mand" (1565). Diephuis met drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), in het vierde kwart van de 16de eeuw of het eerste kwart van de 17de eeuw te dateren.

Trapgevel (negen treden + topstuk) met zandstenen parement in traditionele stijl, aangepast in de loop van de 19de en de 20ste eeuw. Rechthoekige bovenvensters met arduinen lekdrempels en lateien, laatstgenoemde ontlast door baksteenbogen, als verbouwingen van de oorspronkelijke kruiskozijnen. Tweeledige top, gemarkeerd door doorlopende druiplijsten. Onderste indeling vrijwel intact bewaard: rondboogvormig luik in omlijsting met sluitsteen en imposten, geflankeerd door kloosterkozijnen. Erboven rechthoekig luik met uilengat. Houten winkelpui uit late 19de eeuw, storend aangepast in rustieke trant; daarnaast rechthoekige deur in beschilderde arduinen omlijsting; rechthoekig middenkalf op consoles; in neogotische stijl uit het vierde kwart van de 19de eeuw.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Den Gulden Voet [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4202 (geraadpleegd op ).