Drieuxcollege ()

Historiek

Het Drieux- of Driutiuscollege werd gesticht in de 16de eeuw door Michiel Drieux of Driutius (° Volckerinchove, 1495 – † Leuven, 1559), doctor in beide rechten en professor kerkelijk recht sinds 1530. Bij testament liet hij zijn woning in de Schrijnmakersstraat na ter huisvesting van studenten uit zijn familie en uit zijn geboortestreek, de kasselrij Kassel in Frans-Vlaanderen. Het college werd lange tijd geleid door leden van de familie Drieux, waaronder Remigius Drieux, neef van de stichter, professor kerkelijk recht en bisschop van Brugge (1569-1594).

In 1775 werd een nieuw collegegebouw in classicistische stijl opgetrokken, volgens een regelmatige opzet die ook andere in die tijd herbouwde colleges (zoals Villerscollege, Luxemburgcollege) typeert: drie vleugels van drie bouwlagen hoog rondom een binnenplaats. De drie centrale traveeën van de centrale hoofdvleugel waren gemarkeerd door een middenrisaliet met kolossaalarcade (Ionische pilasters) en fronton, bekroond met een klokkentorentje. De toegang tot het college bevond zich in de Schrijnmakersstraat, via de bewaard gebleven poort.

Na de afschaffing van de universiteit in 1805 werd het Drieuxcollege eigendom van de stad die er het vredegerecht, de handelskamer en de academie voor schone kunsten onderbracht. Het Drieuxcollege werd grotendeels verwoest in de Eerste Wereldoorlog; enkel de poort aan de Schrijnmakersstraat en de bogenrij van de gelijkvloerse verdieping van de middenvleugel stonden nog overeind. De bogenrij op Toscaanse zuilen werd verplaatst naar de binnentuin tussen de voormalige Vicus Artium, het Sint-Ivocollege en het Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens, de locatie waarheen het vredegerecht, de handelskamer en de academie na de Eerste Wereldoorlog waren verhuisd. Sindsdien rest op de oorspronkelijke locatie van het Drieuxcollege enkel nog de poort in de Schrijnmakersstraat.

Poort van het voormalig college

De volledig in blauwe hardsteen gebouwde classicistische poort bestaat uit een centrale toegang onder rondboog, geflankeerd door twee vrijstaande Toscaanse zuilen op hoge sokkels en telkens drie Toscaanse pilasters op de muurwanden achter de zuilen. Het Dorische hoofdgestel wordt bekroond door siervazen op de hoeken en een centraal klokfronton met medaillon, omrand door festoenen. De cartouche centraal op het fries van het hoofdgestel vermeldt de stichting van het college door Michiel Drieux, zijn neven en presidenten van het college Remigius en Balduinus Drieux, en de nieuwbouw van 1775.

  • De Maesschalck, E. 1976: Het Driutiuscollege. In: 550 jaar universiteit Leuven, Leuven: 89.

Auteurs:  Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Debonne V. 2011: Drieuxcollege [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128792 (geraadpleegd op ).


Drieuxcollege ()

In 1559 gesticht door Michel Drieux; uitvoering door zijn executeurs; bijdrage van Remy Drieux en zijn neven. Na verscheidene uitbreidingen (onder meer in 1752, 1757), in 1775 heropgebouwd in classicistische stijl. Grote arduinen poort in de Schrijnmakersstraat; binnenplaats aan drie zijden omgeven door grote eenvormige gebouwen en aan de vierde door een portiek; in het midden van de hoofdvleugel zes Ionische pilasters boven de benedenverdieping in rustica.

Heden blijft slechts de poort over met een opschrift dat de jaartallen der stichting en wederopbouw vermeldt; geprofileerde rondbooginrijpoort geflankeerd door op hoge sokkels rustende Toscaanse zuilen en pilasters die de onversierde architraaf en de kroonlijst op klossen schragen; ter bekroning, een balustrade verfraaid met siervazen en een met festoenen afgezet medaillon.


Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs:  Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Drieuxcollege [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42161 (geraadpleegd op ).