Burgerhuis in second-empirestijl gebouwd naar een ontwerp door de architect Joseph Martin Ryssens de Lauw uit 1865. Opdrachtgever was Charles Valerius-Jouan, kaarsenfabrikant, landmeter en controleur van het kadaster. Tot zijn belangrijkste cartografische verwezenlijkingen behoren het Plan de la Ville d’Anvers et des environs uit 1854 en het Plan géométrique de la Ville d’Anvers uit 1855. Het pand werd in 1975 gesloopt voor een nieuwbouwflat op de hoek van Nationalestraat, Groenkerkhofstraat en Kammenstraat.

Joseph Martin Ryssens de Lauw is vooral gekend als Antwerps promotor van de neo-Vlaamserenaissance met zijn publicatie "L'architecture en Belgique", een bundeling van fantasierijke ontwerptekeningen van verschillende types gebouwen in deze bouwstijl, uitgegeven in 1878-1879. Hij was tevens kunstschilder, metselaar, aannemer en architect. In de nieuwe wijken die tijdens de tweede helft van de 19de eeuw in Antwerpen werden aangelegd, manifesteerde hij zich met woningen in opdracht van welgestelde eigenaars, maar kocht en bebouwde zelf ook percelen voor onmiddellijke verkoop. Bouwdossiers op zijn naam werden teruggevonden uit de jaren 1856 tot 1881. Doorgaans koos hij niet voor de arbeidsintensieve, uit dure bouwmaterialen opgebouwde neo-Vlaamserenaissance, maar eerder voor het meer conventionele neoclassicisme of de second empire.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde of natuurstenen lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. In zijn huidige vorm met dubbelhuisopstand wijkt het pand af van de bouwplannen, die uitgingen van een enkelhuisopstand met de inkom in de rechter travee, aansluitend op de zijdelings ingeplante vestibule en traphal. Horizontaal geleed en axiaal van opzet, legt de compositie nadrukkelijk de klemtoon op de bel-etage. Deze wordt gemarkeerd door een gevelbreed balkon met balustrade, bewerkte postamenten en zware, uitgelengde consoles, en een klassiek entablement. Het centrale deurvenster is gevat in een plastische omlijsting van vrouwelijke hermen die een gebogen entablement dragen. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen op de eerste twee bouwlagen en steekboogopeningen in de topgeleding. Getraliede vensters en deur met bovenlicht onder een waterlijst met cartouchesleutel in de pui. De vensters van de bel-etage onderscheiden zich door waterlijsten op doorgetrokken imposten, sluitstenen in de zijtraveeën en een cartouchesleutel met palmet in de middenas. In de topgeleding geriemde omlijstingen, sluitstenen en geajoureerde borstweringen in de zijtraveeën, een vlakke omlijsting met voluten, guirlandes, waterlijst, cartouchesleutel en ijzeren borstwering in de middenas. Een klassiek hoofdgestel met palmetfries en vernieuwde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.