Teksten van Lagere Meisjesschool

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4223

Lagere Meisjesschool ()

Historiek en context

Onderwijzerswoning en turnzaal en in eclectische stijl, die het enig restant vormen van een lagere meisjesschool, gebouwd door de Stad Antwerpen, naar een ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens uit 1876-1877. De lagere meisjesschool en het aanpalende Stadsmagazijn, werden als één geheel geconcipieerd, met een symmetrisch gevelfront aan de Keistraat. Naar functie en inplanting volledig gescheiden kwamen beide complexen vrijwel gelijktijdig, maar in afzonderlijke bouwcampagnes tot stand. De bouw van de lagere meisjesschool werd in april 1877 bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemer C. Verbert uit de Oranjestraat, tegen een bedrag van 152.000 Belgische frank. De nieuwe school opende haar deuren in 1879. Achteraan paalde het complex aan de lagere Jongensschool 4 gelegen aan de Leguit, opgetrokken in 1853, die in 1880 door Dens met vier klassen werd uitgebreid. De klassenvleugels van de lagere meisjesschool werden omstreeks 1983 samen met Jongensschool 4 gesloopt voor de bouw van een sociaal wooncomplex van De Goede Woning.

De meisjesschool in de Keistraat behoort tot het twaalftal vooral lagere scholen, dat Pieter Dens tijdens zijn ambt als stadsbouwmeester tot stand bracht. De meest imposante gebouwen uit deze reeks zijn de Middelbare School voor Meisjes in de Lange Leemstraat, het Koninklijke Atheneum aan de Franklin Rooseveltplaats, en het Stedelijk Onderwijsgesticht Nr. 2 in de Van Maerlantstraat. Voor deze latere realisaties paste de stadsbouwmeester een monumentale eclectische architectuur toe, beïnvloed door de neorenaissance. Benoemd op 1 juli 1863, bleef Dens in functie tot 1884. Tijdens deze periode verrezen in Antwerpen van zijn hand behalve de schoolcomplexen, onder meer de verdwenen Vlaamse Schouwburg aan de Kipdorpbrug, het oude Slachthuis aan de Lange Lobroekstraat, en negen politiecommissariaten.

Architectuur

Van de lagere meisjesschool rest de onderwijzerswoning en de aanpalende turnzaal met een gevelfront aan de Keistraat. De onderwijzerswoning is opgevat als het symmetrisch pendant van de dienstwoning van het Stadsmagazijn. Verder bestond het complex uit twee parallelle klassenvleugels aan beide zijden van de speelplaats, waarvan de westelijke in het verlengde van de onderwijzerswoning was ingeplant en de oostelijke haaks op de turnzaal. Een rij overluifelde wc’s sloot aan de noordzijde de speelplaats af. Beide klassenvleugels omvatten acht traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak, en waren opgetrokken in rode baksteenbouw met spaarzaam gebruik van witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en symmetrisch van opzet, werden de opstanden in de derde en zesde travee gemarkeerd door een hoger opgetrokken portaalrisaliet met rondboogopeningen en een getrapte bekroning van drie treden met top- en schouderstukken. Verder was de ordonnantie opgebouwd uit registers van rechthoekige tweelichten met hardstenen lekdrempel. De plattegrond van beide klassenvleugels bood gelijkvloers en op de verdieping ruimte aan drie klassen, ontsloten door twee inkom- en traphallen.

Onderwijzerswoning

De onderwijzerswoning met dubbelhuisopstand omvat drie traveeën en drie bouwlagen onder een tentdak (leien) met dakkappellen. Opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, is gebruik gemaakt van witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, kozijnen en de deuromlijsting, en blauwe hardsteen voor de plint en lekdrempels. Sierankers die op de tweede verdieping het bouwjaar 1877 vormen, verrijken de voorgevel. Horizontaal geleed door geprofileerde waterlijsten en symmetrisch van opzet, legt de compositie klemtoon op de middenas. Deze wordt gemarkeerd door het rondboogportaal met driekwartzuilen, negblokken, gelede archivolt en houten deur, en het getrapte dakvenster van drie treden met schouderstukken en een bolornament op het overhoekse topstuk. Verder op de begane grond en eerste verdieping, kruiskozijnen met colonnet, een vlakke omlijsting tot op de imposten en een sleutel; gelijkaardige tweelichten op de lage tweede verdieping, en een rondboogluik in het dakvenster. Een omlopende houten kroonlijst op modillons en een tandfries vormen de gevelbeëindiging. Soberder uitgewerkt is de achtergevel verder gelijkaardig van opzet, eveneens met een rondboogdeur, kruiskozijnen, tweelichten en een getrapt dakvenster, waarbij de traphal zich aftekent in de linker travee. Blinde zijgevels.

De vierkante plattegrond, volgens de bouwplannen ontsloten door de centrale vestibule en de traphal in de noordoostelijke hoek, omvat salon, eetkamer en keuken op de begane grond, drie (slaap)kamers op de eerste en tweede verdieping.

Turnzaal

De turnzaal op een vierkante plattegrond met een gevelzijde van vijf traveeën omvat één bouwlaag onder een tentdak (leien) met dakruiter, die in de bouwplannen wordt bekroond door een smeedijzeren vorstkam. Het materiaalgebruik en de detailuitwerking van de opstanden, zijn gelijkaardig aan de onderwijzerswoning. Symmetrisch van opzet wordt de voorgevel in de uiterste traveeën gemarkeerd door twee rondboogportalen met een diamantkopsleutel en een archivolt op driekwartzuilen; houten vleugeldeuren met een wortelmotief op de makelaar. In de drie middentraveeën, rechthoekige tweelichten met colonnet, boven rechthoekige spaarvelden met tandlijst en een gegroefde console. Houten kroonlijst op modillons; dakruiter met houten beplanking, in de middenas onderbroken door een dakkapel met driehoekig pseudo-fronton. In de achtergevel alterneren eenvoudiger rondboogpoorten met kruiskozijnen; volgens de bouwplannen vult een uurwerk de dakkapel van de dakruiter. De plattegrond integreert in de linker travee de vestibule naar de speelplaats. Een houten dakspant met dakruiter overspant de turnzaal.

Stadsarchief Antwerpen, dossier MA#81425, plannen 697#1008-1010.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lagere Meisjesschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298156 (geraadpleegd op ).


Lagere meisjesschool ()

Schoolgebouw naar ontwerp van Pieter Dens, aansluitend bij Stadsmagazijn op nummer 9 en hiermede een architecturale eenheid vormend. Baksteenbouw, eveneens in eclectische stijl uit laatste kwart 19de eeuw, van één bouwlaag en vijf traveeën onder schilddak (nok parallel met de straat); nok verhoogd in belvedère onder schilddak (leien). Arduinen geprofileerde plint. Twee natuurstenen rondboogpoorten: archivolten met sleutel op pilasters; vleugeldeuren met wortelmotief op de makelaar. Deels blinde rechthoekige vensters; tweelichts-bovenlichten met deelzuiltje. Houten kroonlijst op modillons. Binnenkoer (speelplaats): beglaasde afdaken op ijzeren constructie uit eind 19de eeuw.

Stadsarchief Antwerpen, dossier MA#81425, plannen 697#1008-1010.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lagere Meisjesschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4223 (geraadpleegd op ).