"IN DE PLOEGH" of "IN DE PLOEGE" (zie opschriften sluitsteen en bovenlicht deur). Reeds in 1524 is er sprake van het huis "den Ploech" - volgens A. Meulemans voorheen "den Beer" (1429) en naderhand ook "d Buerken" - dat in de schepenakten gesitueerd wordt aan de "Zeven Hoeken", op de hoek met het Leverstraatje, en in een akte van 1597 verder omschreven wordt als "de Ploegh, twee woeninghen wesende een huys oft corpus". In de loop van de 18de eeuw, meer bepaald in 1752 - aangegeven door de gedateerde sluitsteen - werd het pand omgevormd tot haar huidig voorkomen met een hoger straatvolume gemarkeerd door een stijlvolle Lodewijk XV-lijstgevel. Wie de opdrachtgever en welk de juiste bestemming was, is vooralsnog niet gekend. De fraaie winkelpui, met uitbeelding van een ploeg, wijst alleszins op een handelsfunctie.
In 1762 werd het pand verkocht aan Judocus Lints die in 1793 de kremersnatie in de stadsraad vertegenwoordigde. Vanaf 1835 was "de Ploeg" in gebruik als drogisterij-verfhandel - vanaf 1870 bekend als huis E. Pieck - en - nog tot op heden - als apotheek zie de opschriften "ANCNE MAISON E. PIECK" op het deurkalf en "PHARMACIE" - "APOTHEEK" op de spiegelborstweringen beneden. Haar hoeksituatie verloor het pand tijdens de sanering van de Slachthuiswijk na Wereldoorlog I, toen het Leverstraatje werd gesupprimeerd (zie ook straatinleiding) en in de plaats in 1928 door architect L. Spéder de huidige belendende, overbouwde poorttravee werd opgetrokken waarvan de frontgevel blijkens literatuurbronnen en oude foto's ten dele resulteert van de wederopbouw van een gesloopt huis in het vroegere Leverstraatje. Het volledige pand werd bij ministerieel besluit van 23.11.1994 beschermd als monument. In de jaren 1996-1999 onderging het fasegewijs onderhouds- en restauratiewerken (architect P. Verheyden): onder meer aan de bedaking, met vervangende natuurleien, houten bebording van de dakkapel en koperen bekroningselementen van daknok en dakkapel; verder herstel van beschadigde geveldelen in blauwe hardsteen en pleisterwerk, van smeedijzeren onderdelen en herschilderen van de poortgevel.
Nagenoeg rechthoekig ingeplant met een knik ten oosten vormt pand nummer 5 een twee bouwlagen hoge dubbele kern met diephuisstructuur, die wellicht opklimt tot de 16de eeuw zo niet minstens tot de 17de eeuw en die volgens de sluitsteeninscriptie in 1752 werd verbouwd tot zijn huidig uitzicht met een hoger opgetrokken, drie bouwlagen en drie traveeën tellend volume met dubbelhuisopstand aan straatzijde. Het geheel is overdekt door een gecombineerde zadelbedaking (natuurleien, kunstleien, mechanische pannen), vooraan afgesnuit, met een centraal rechthoekig dakvenster onder overkragend dito dakje. Beeldbepalend is de volledig met blauwe hardsteen beklede voorgevel die rijkelijk is uitgewerkt in Lodewijk XV-stijl, gekenmerkt door een evenwichtige opbouw en een opvallende begrenzing door dubbele hoekpilasters met ingediepte schacht en een zwaar geprofileerd hoofdgestel. De met rocaillemotieven opgehoogde benedenpilasters dragen een sierlijk golvende puilijst, waarvan het verloop refereert aan de licht getoogde en spiegelbogige vormgeving van de onderliggende vitrines en centrale deurpartij, waarin de huisnaam is uitgebeeld. De kolossale composietpilasters, de doorgetrokken vensteromlijstingen en het panelendecor op de tussenpenanten creëren in de bovenbouw een sterke formele band tussen bel-etage en lagere bovenverdieping. Bijzonder markant zijn verder de verfijnde, stijltypische detailleringen van de sluitstenen en van het smeedijzerwerk van deurlicht, vensterborstweringen en attiekvormige hekbekroning van de gevel. Het schrijnwerk met kleine roedeverdeling en glas in looddecor dateert van 1923.
De linkse zijgevel - later aangepast en gecementeerd met schijnvoegen - is blind in de hogere gevelpartij; in het twee bouwlagen hoge volume daarentegen voorzien van rechthoekige vensters deels binnen een geriemde omlijsting met festoensleutel en deels met rolluikkasten, onder daklijst en gootlijst onderbroken voor een houten laadvenster met takelbalk. Achtertuitgevel met aandak en schouderstukken. Voorts muurankers met kram en krul.
Van de originele binneninrichting bleef slechts weinig bewaard. Vermeldenswaard is wel de traphal met oude balustertrap en gestucte plafonds met onder meer een voorstelling van de Heilige Geest boven de trapruimte; nog oorspronkelijk is verder ook het gebint.
De in 1928 toegevoegde poorttravee links ernaast - drie bouwlagen hoog onder leien zadeldak - vormt met zijn opmerkelijk Lodewijk XV-front een bijzonder harmonische voortzetting. De gevel met heropgebouwd 18de-eeuws gedeelte en stilistisch aangehouden bovenpartij, werd uitgewerkt als een door imitatiebanden belijnd poortrisaliet, bepleisterd en beschilderd, met kenmerkende golvende lijnvoering en typische ornamentiek voor de breed geprofileerde schouderboogpoort met aansluitend dito venster in rijke entablementomlijsting, het omlijste kleiner venster erboven en de geprofileerde druip- en zware kroonlijsten. De brede koetspoort leidt naar een gekasseide binnenkoer - in feite het enige restant van het gesupprimeerde Leverstraatje - waarop de bakstenen achtergevel met vrij smalle rechthoekige bovenvensters op uitziet.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Burgerhuis In De Ploegh [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128211 (geraadpleegd op ).
"In de Ploegh, 1752". Dubbelhuis met drie verdiepingen en schilddak. Gevelbekleding van arduin. Op de benedenverdieping dragen pilasters met ingediepte schachten en rocaillemotieven de zware kroonlijst ter hoogte van de puibalk. Oorspronkelijk steekboogramen; rijk versierde deur met geprofileerde omlijsting en zware, gedateerde sluitsteen. Smalle, van sierbanden voorziene penanten tussen de vensters van de bel-etage en de mezzanine; hoekpilasters met composiet kapiteel onder het entablement; bekroond met een sierlijk, gesmeed ijzeren hek.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Burgerhuis In De Ploegh [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42310 (geraadpleegd op ).
Risaliet uit midden 18de eeuw in Lodewijk XV-stijl, afkomstig van een huis van de voormalige Leverstraat. Kenmerkend beloop der omlijstingen en sleutels voorzien van vrij plastische schelpmotieven en typische steekboogvormige bekroning. Verhoogd met één verdieping circa 1920.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Vanmechelen, Luc; Genicot, Luc; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanmechelen L. & Genicot L. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Burgerhuis In De Ploegh [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128825 (geraadpleegd op ).