Eertijds genaamd "de Drije Coninghen", eind 16de eeuw gekend als "Die Gulde Poerte". Diephuis van drie bouwlagen en dito traveeën: in "Bouwen door de eeuwen heen, 1971" genoteerd als een in kern traditioneel pand, bij opname in de achtergevel voorzien van kruiskozijnen en jaartal 1-35. Het pand werd later - vermoedelijk in de 18de eeuw - aangepast met een vooraan afgeschuinde bedaking na supprimeren van de geveltop en bekleding van de voorgevel met zandsteen in regelmatig verband. Begane grond sinds 1965 gevelbreed opengewerkt: in 1850 nog met getoogde muuropeningen in dubbelhuisopstand. Houten dakvenster in klassieke omlijsting.