Traditioneel diephuis met trapgevel, genaamd "Vliegend Peert" op de hoek van Grote en Kleine Koraalberg, samenstel van twee woningen onder een steil zadeldak, uit het derde kwart van de 16de eeuw. Het pand werd in opdracht van de erfpachthouder nv Brouwerij De Koninck ingrijpend gerestaureerd, onder leiding van stadsingenieur J. Van Ghyseghem, geassisteerd door ingenieur F. Clement. De werken naar een ontwerp uit 1975, uitgevoerd omstreeks 1976-1978, betroffen het decaperen, herstellen en aanvullen van het bak- en zandsteenparement, met reconstructie van het portaal, de kruis-, bol- en kloosterkozijnen.

Hoekpand van vijf bij drie traveeën en drie bouwlagen onder een imposant zadeldak (nok loodrecht op de Grote Koraalberg, leien). De opstanden zijn opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met een kwarthol geprofileerde sokkel, hoekkettingen en speklagen, de kozijnen met kwartholle posten of negblokken en druiplijsten, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Brede trapgevel van veertien treden met schouderstukken en een overhoeks topstuk. Een opengewerkt hoekportaal met gedeeld bovenlicht, en twee maal twee gekoppelde kruiskozijnen doorbreken de pui. De eerste en tweede verdieping, met een brede middenpenant, worden respectievelijk geopend door twee maal twee gekoppelde kruis- en bolkozijnen. In de drieledige geveltop onderscheidt het eerste register zich door twee drielichten vanaf omlopende waterlijsten, waarvan het lagere middenluik wordt geflankeerd door kloosterkozijnen. Telkens twee luiken in verkleinende ordonnantie en een balkgat openen de hogere geledingen en de top. De ordonnantie van de zijgevel bestaat uit het hoekportaal, kruis- en kloosterkozijnen op begane grond en eerste verdieping, en bolkozijnen op de tweede verdieping. De achtergevel is op het topje na ingesloten door de aanpalende bebouwing.

Twee huizen onder een steil zadeldak (mechanische pannen, nok loodrecht op de straat). Zij vormen samen een gecementeerde trapgevel (veertien treden en ontbrekend topstuk) met muurankers, in traditionele stijl, in het derde kwart van de 16de eeuw te dateren, doch later verbouwd en aangepast. Gekoppelde rechthoekige vensters met lekdrempels; druiplijsten van de oorspronkelijke kruiskozijnen zelden bewaard. Muuropeningen van de tweeledige top bleven vrij intact: lager geplaatste rechthoekige luikgaten met latei op consooltjes, geflankeerd door kloosterkozijnen et cetera getraliede bovenlichten; erboven eenvoudige rechthoekige luikgaten en balkgaten. Zijgevel: vrijwel blinde, gecementeerde lijstgevel met muurankers. Het pand, eens opgenomen op de lijst van te slopen gebouwen, is gerestaureerd naar ontwerp van J. Van Ghyseghem.