Vanouds een onderdeel van de twintig panden die, tussen Dijle en Half-Maartstraat, in de huizen- en inwonersregistratie van 1597-1598 en de wijkboeken van 1675 en 1719 vermeld staan onder de gemeenschappelijke naam " de Huysingen van Sinte Geertruyden". Bij ministerieel besluit van 06.11.1985 werd pand nummer 90-92 beschermd als monument en opgenomen in het stadsgezicht van het voormalige Sint-Geertruidomein dat met zijn abdijcomplex, tuinen, afhankelijkheden en huurwoningen tot einde 18de eeuw het volledige huidige bouwblok innam begrensd door de Mechelsestraat, Dijle, Halfmaartstraat, Karel Van Lotharingenstraat en Vaartstraat (Sint-Geertruiabdij).
Opklimmend tot de 15de-eerste helft 16de eeuw en voorheen L-vormig ingeplant, ruim pand met heden dubbele achteruitbouw, binnenplaats en achterhuis, ten zuiden palend aan de Dijle. Gebouw aan de straat op geknikte rooilijn, met vijf traveeën en drie bouwlagen onder leien (2001) zadeldak (nok evenwijdig met de straat), op oude foto's afgebeeld met een brede, manke gotische zijtrapgevel met kalkzandstenen parement. Uit onderzoek in situ (1987, ingenieur-architect P. Stevens) en archivalia blijkt dat het pand mogelijk in oorsprong een tweewoonst vormde, later (alleszins in het eerste kwart 19de eeuw) één woning, die in 1903-1904 werd opgesplitst - beide op de begane grond aangepast voor winkelfunctie - en in 1980 terug één eigendom werd. Verder blijkt onder meer ook dat de voorgevel midden 19de eeuw nog op de twee bovenverdiepingen kruisvensters bewaarde, waarvan de kruisen in 1856 werden gesupprimeerd en de onderdorpels verlaagd: vermoedelijk zouden toen ook de geprofileerde omlijstingen zijn aangebracht, gelijktijdig met de bepleistering van de gevel. In 1924 volgde een ingrijpende verbouwing met verhoging van de achterbouw; kant Dijle werden in 1945 de geveltreden gesupprimeerd en de latere gevelpartijen deels gecementeerd, deels dun bepleisterd.
De instandhoudingswerken in 1986-1987 en restauratiewerken eind jaren 1980-begin jaren 1990 (ingenieur-architect P. Stevens) hielden onder meer voor de voorgevel de herpleistering en beschildering in, de vernieuwing van het vensterraamwerk, het herstel van het dakvenster en in nummer 92 de vervanging van de vitrine door twee vensters - in nummer 92 was dezelfde wijziging reeds in 1948 gebeurd; voor de zijgevel, naast reiniging en vernieuwing van het voegwerk, een beperkte steenvervanging, openwerking en restauratie van een aantal muuropeningen, de overpleistering en beschildering van de achterste gevelpartijen; in het interieur het creëren van een verbinding tussen nummer 90 en 92.
Verankerd straatgebouw met geknikte, bepleisterde en beschilderde voorgevel met verwerking van Gobertangesteen voor de plint, deuromlijsting en dakvenster. Heden met dubbelhuisopstand: de centrale deur is gevat in een klassieke rechthoekige omlijsting met imposten en bekronende druiplijst, te dateren eind 18de of begin 19de eeuw. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting en houten kroonlijst met sierconsoles en tandlijst, onderbroken voor een 17de-eeuws halsvormig dakvenster in barokstijl, met oculus, volutenbegrenzing, driehoekig pseudo-fronton en laadbalk. Oorspronkelijke kalkzandstenen zijgevel met puntaflijning - een vereenvoudiging van de vroegere trapgevel - met bewaard linker schouderstuk en in de top een colonnetvormig sierelement op kraagsteen. Behouden kruis-, klooster-, bolkozijnen en kleine rechthoekige topvenstertjes onder ontlastingsbogen, in vrij onregelmatige ordonnantie. Aan de achterzijde dubbele uitbouw onder platte daken. Afgezien van nog bewaarde kelders behield het gebouw inwendig nog zijn oorspronkelijke structuuronderdelen als de draagmuren, de moerbalkenconstructie en het van telmerken voorziene dakspant zonder nokbalk.
Het achterhuis vormt een later aangepaste oude kern, van drie bouwlagen en vier traveeën onder plat dak, opgetrokken uit baksteen met sporadisch bewaarde zandsteenonderdelen, onder meer gedeeltelijke deuromlijstingen; voorts verankerd en voorzien van getoogde muuropeningen.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Burgerhuis van de Huysingen van Sinte Geertruyden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128263 (geraadpleegd op ).
Oorspronkelijk een grote herenwoning met gotische zijtrapgevel van kalkzandsteen langs de Dijle, dagtekenend van de 15de-16de eeuw. Laatstgenoemde is bekroond met een uitstekend topstuk, opgevangen op een gebeeldhouwde kraagsteen, en was oorspronkelijk voorzien van kruisvensters. Gewijzigd en verbouwd, onder meer verwijdering van de treden na de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Voorgevel aangepast in de loop van de 17de eeuw en voorzien van een barok dakvenster. Nogmaals verbouwd en bepleisterd gedurende de eerste helft van de 19de eeuw, deuromlijsting uit deze tijd, en de 20ste eeuw.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Burgerhuis van de Huysingen van Sinte Geertruyden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/42356 (geraadpleegd op ).